Alarmtoestand: onder omgevingsdruk, fase 2
Actief in alle modi
Alarmtype: Visueel en akoestisch
Vergrendelend: nee
Definitie: wanneer de proximale druk gedurende meer dan 50 ms daalt tot onder -2 mbar wordt het alarm
"Onder omgevingsdruk" gegenereerd.
Reactie beademingsapparaat: wanneer het bewakingssubsysteem waarneemt dat de proximale druk gedurende
meer dan 50 ms daalt tot onder -2 mbar, krijgt het controllersubsysteem de opdracht om alle gastoevoeren af
te sluiten. Als het gas niet wordt afgesloten binnen de volgende 50 ms, grijpt het bewakingssubsysteem in en sluit
dit systeem de gastoevoeren af.
Reactie gebruiker: controleer de patiënt. Controleer het beademingscircuit. Als het alarm aanhoudt,
brengt u de patiënt over op een andere beademingsmethode. Stel het beademingsapparaat buiten gebruik.
Draag het beademingsapparaat over ter reparatie.
Alarmtoestand: onder omgevingsdruk, fase 1
Actief in alle modi
Alarmtype: Visueel en akoestisch
Vergrendelend: nee
Definitie: wanneer de proximale druk gedurende minder dan 50 ms daalt tot onder -2 mbar wordt het alarm
"Onder omgevingsdruk" gegenereerd.
Reactie beademingsapparaat: wanneer het bewakingssubsysteem waarneemt dat de proximale druk gedurende
minder dan 50 ms daalt tot onder -2 mbar, krijgt het controllersubsysteem de opdracht om alle gastoevoeren
af te sluiten. Als het gas niet wordt afgesloten binnen de volgende 50 ms, grijpt het bewakingssubsysteem
in en sluit dit systeem de gastoevoeren af.
Reactie gebruiker: controleer de patiënt. Controleer het beademingscircuit. Als het alarm aanhoudt,
brengt u de patiënt over op een andere beademingsmethode. Stel het beademingsapparaat buiten gebruik.
Draag het beademingsapparaat over ter reparatie.
Alarmtoestand: storing monitorgeheugen
Actief in alle modi
Alarmtype: Visueel en akoestisch
Vergrendelend: nee
Definitie: opgeslagen kalibratiewaarden zijn beschadigd geraakt. Deze controle kan alleen bij het opstarten
worden uitgevoerd. De waarden kunnen alleen worden gewist door het beademingsapparaat UIT te zetten.
De aard van de alarmen kan worden afgelezen op het tabblad met de alarmhistorie (veld Limiet).
Zie "Storingstabel "Beademingsapparaat niet meer gekalibreerd"" op pagina 219.
Flowkalibratiewaarden zijn beschadigd geraakt
Zuurstofkalibratiewaarden zijn beschadigd geraakt
Drukoffset-kalibratiewaarden zijn beschadigd geraakt
Drukgain-kalibratiewaarden zijn beschadigd geraakt
Kalibratiewaarden tijdconstante druk zijn beschadigd geraakt.
Kan kalibratiegegevens niet naar de geïsoleerde zijde sturen
Reactie beademingsapparaat: Het beademingsapparaat geeft dit alarmbericht weer.
Reactie gebruiker: breng de patiënt over op een andere beademingsmethode. Stel het
beademingsapparaat buiten gebruik. Draag het beademingsapparaat over ter reparatie.
Technische gegevens
Alarmbericht: Kalibratie fout. Machine buiten gebruik stellen.
199
Alarmbericht: Negatieve Druk 2
Alarmtype: patiënt
Alarmclassificatie: 4
Prioriteit alarm: hoog
Alarm stil te zetten: nee
Alarmbericht: Negatieve Druk 1
Alarmtype: patiënt
Alarmclassificatie: 5
Prioriteit alarm: hoog
Alarm stil te zetten: nee
Alarmtype: Technisch
Alarmclassificatie: 6
Prioriteit alarm: hoog
Alarm stil te zetten: nee