18.5.2 Alarmgrenzen voor oscillatiemodi
(invasief en niet-invasief - dubbele tak)
18.5.2.1 HFOV & nHFOV
Diagram A en B tonen de drukalarmgrenzen (invasieve
en niet-invasieve modus).
Diagram A
A. Nuldruklijn
B. Golfpatroon
Alarmgrenzen
1. Lage druk (alarmregeling lage Paw). Automatisch
ingesteld en door de gebruiker afstelbaar.
2. Hoge druk (alarmregeling hoge Paw).
Automatisch ingesteld en door de gebruiker
afstelbaar.
3. Grenswaarde hoge druk overschreden
(+5 mbar boven PIP). Automatisch ingesteld.
4. Grenswaarde hoge druk overschreden
(+20 mbar boven PIP). Automatisch ingesteld.
5. Onverwachte daling gemiddelde druk (-5 mbar
onder gemiddelde druk). Automatisch ingesteld.
6. Onverwachte stijging gemiddelde druk (+5 mbar
boven gemiddelde druk). Automatisch ingesteld.
7. Aanhoudende positieve druk (+10 mbar boven
gemiddelde druk gedurende meer dan 4 seconden).
Automatisch ingesteld.
8. Onder omgeving (gemiddelde druk komt -2 mbar
onder nuldruk). Automatisch ingesteld.
Operationele functies
1. Onverwachte stijging drukverschil (+5 mbar
boven drukverschil). Automatisch ingesteld.
2. Onverwachte daling drukverschil (-5 mbar onder
drukverschil). Automatisch ingesteld.
121
Diagram B