Pagina 1
SLE6000 Gebruiksaanwijzing V2.0.90 V2.0.92 Wanneer alles draait om de aller...
Pagina 2
Deze handleiding dient uitsluitend te worden gebruikt in combinatie met: SLE Limited SLE6000 beademingsapparaten voor zuigelingen. Twin Bridges Business Park 232 Selsdon Road South Croydon Surrey CR2 6PL Alle rechten voorbehouden. Geen enkel deel van deze uitgave mag worden gereproduceerd,...
Snelle index Snelle index Met behulp van deze index kunnen gebruikers rechtstreeks naar een bepaald aandachtsgebied gaan. Een volledige inhoudsopgave vindt u op pagina 5. Onderdeel Pagina Keuze beademingscircuit voor invasieve beademing en modificatie voor niet-invasieve beademing Instellen beademingsapparaat, invasieve beademing Instellen beademingsapparaat, niet-invasieve beademing - Beademingscircuit dubbele tak Instellen beademingsapparaat, niet-invasieve beademing - Beademingscircuit met enkele tak Instellen beademingsapparaat, niet-invasieve beademing - Nasale canule therapie High flow...
Pagina 4
Snelle index Deze pagina is opzettelijk leeg gelaten.
Pagina 5
IEC/BS 1363/A3 ..........42 5.1 O2-therapie ..........22 11.3.2 Netsnoeren volgens specificatie Schuko en NEMA ..........42 6. Bedoeld gebruik van de SLE6000 .. 24 11.4 Aansluiting van 24 VDC-noodvoeding ..42 6.1 Samenvattende verklaring ......24 11.4.1 Net- of noodvoeding - statusindicator 6.1.1 Medische indicatie........
Pagina 6
Inhoud 12. Selectie beademingscircuit ..50 13.9.1.1 Handbeademing of Inspiratie vasthouden............80 12.1 Beademingstype ........50 13.9.1.2 O -boost of O -suctie ......80 12.1.1 Invasief..........50 13.9.2 Veel gebruikte alternatieve functies 12.1.2 Niet-invasief (dubbele tak) ....50 (hoogfrequente beademing) ......80 12.1.3 Niet-invasief (enkele tak).......
Pagina 7
18.6.4 Verneveling van medicijnen....125 17.1.1.3 Handmatig onderdrukken ....111 ® 18.6.4.1 Verneveling via Aerogen ....125 17.1.1.4 Inactieve modus ......... 111 18.7 Gebruik van de SLE6000 met SLE500E ® 17.2 OxyGenie Terugvalmodus...... 111 en SLE500S medische luchtcompressoren ..125 ®...
Pagina 10
41.1.5 Tabblad Regio ........268 41.1.6 Tabblad Opslaan & afsluiten....268 37. Gepland preventief onderhoud (GPO) ..........252 42. SLE 6000-viewersoftware voor gebeurtenis- en patiëntlog ....270 37.1 GPO-schema ........... 252 37.2 GPO-sets ..........252 42.1 Minimale systeemvereisten ...... 270 37.2.1 Set A............
Pagina 11
45. Verbruiksproducten en accessoires ........280 46. Begrippenlijst ........285 47. Markering en symbolen SLE6000 ..........287 47.1 Beschrijving van markeringen op beademingsapparaat ........287 47.2 Beschrijving van optiemarkeringen ..288 47.3 Beschrijving van markeringen in interface... 288 47.4 Beschrijving MicroPod™-markeringen..290...
Pagina 12
Inhoud Deze pagina is opzettelijk leeg gelaten.
-software toe opties zijn vermeld op de zijkant van het beademingsapparaat. waarmee een Masimo uSpO -module een interface krijgt met de SLE6000. Het vereist een SLE uSpO Softwaremodules (V2.0) kabel (Masimo SET) en zuigelingen, neonaten en Softwaremodule kernconfiguratie neonatale/pediatrische patiënten-SpO -sensoren.
Inleiding 2. Beschrijving van de beade- Softwaremodule SLE6000 IntelliBridge mingsmodi (invasief) Het beademingsapparaat kan als een drukgestuurd, volumeconstant beademingsapparaat worden Deze softwaremodule biedt een koppeling met gebruikt, of als drukbegrensd, tijdgestuurd beade- de externe bewakingssystemen zoals geleverd door mingsapparaat. (Alleen beschikbaar bij HFOV-optie).
Inleiding 2.3 PTV Mogelijkheden met de etCO -module • etCO -golfvorm indien gekozen Patient Triggered Ventilation • Alarmgrenzen hoge en lage SpO (door patiënt getriggerde beademing) In deze modus worden alle adempogingen van de patiënt drukondersteund. Mechanische ademteugen 2.2 CMV worden toegediend volgens de ingestelde parameters Continuous Mandatory Ventilation (Ti, PEEP en PIP) indien geen inspanning van...
Inleiding 2.4 PSV Mogelijkheden met de etCO -module • etCO -golfvorm indien gekozen Pressure Supported Ventilation (beademing met drukondersteuning) • Alarmgrenzen hoge en lage SpO Dit is een drukbegrensde beademingsmodus waarbij iedere ademteug door de patiënt wordt getriggerd 2.5 SIMV en ondersteund.
Inleiding 2.6 HFOV Alarmgrenzen • Hoge en lage PIP High Frequency Oscillation • Hoge en lage PEEP (hoogfrequente oscillatie) • Hoge RR In deze modus levert het beademingsapparaat • Apneutijd (Kan worden continue hoogfrequente oscillatie. Er is geen interactie UITGESCHAKELD) met de patiënt.
Inleiding 2.7 HFOV+CMV 3. Beschrijving van de beademingsmodi Een combinatie van oscillaties tijdens de expiratiefase of de expiratie- (niet-invasieve - dubbele en expiratiefase van een tijdgestuurde, tak beademingscircuits) drukbegrensde ademteug in CMV-modus. De gebruiker stelt het volgende in:- 3.1 nCPAP •...
Inleiding 3.3 NIPPV Tr. • PIP • O Non-Invasive Positive Pressure Ventilation (niet-invasieve beademing Aanvullende functies met positieve druk) • Stijgtijd In deze modus worden alle adempogingen van Alarmen de patiënt drukondersteund. Mechanische ademteugen • Hoge en lage PIP worden toegediend volgens de ingestelde parameters •...
Inleiding 3.4 nHFOV 4. Beschrijving van de beademingsmodi Nasal High Frequency Oscillation (nasale hoogfrequente oscillatie) (niet-invasieve - enkele In deze modus levert het beademingsapparaat continue tak beademingscircuits) hoogfrequente oscillatie. Er is geen interactie met de patiënt. 4.1 nCPAP De gebruiker stelt het volgende in:- Nasal Continuous Positive Airway •...
Inleiding 4.2 DuoPAP 5. Beschrijving van de beademingsmodi Non-Invasive Positive Pressure Ventilation (niet-invasieve beademing (niet-invasief - O2-canule) met positieve druk) O2-therapie In deze modus wordt de inspiratiecyclus door het beademingsapparaat gestart met een ingestelde Het beademingsapparaat genereert een RR-frequentie. De ademteugen zijn tijdbegrensd. continue flow op een door de gebruiker ingesteld niveau.
6.1.6 Hoofdgebruikersprofiel tot 30 kg, afhankelijk van hun toestand. De SLE 6000 is bestemd om in de klinische toepassing Het beademingsapparaat is bedoeld voor gebruik bij uitsluitend door daartoe opgeleid medisch personeel ofwel invasieve of niet-invasieve toepassingen.
Pagina 25
Waarschuwingen en aandachtspunten Waarschuwingen en aandachtspunten “Waarschuwingen en aandachtspunten - beademingsapparaat” op pagina 26 “Waarschuwingen en aandachtspunten - externe sensoren” op pagina 29...
Waarschuwingen en aandachtspunten 7. Waarschuwingen 14 De VGA-poort mag niet worden gebruikt wanneer het apparaat is aangesloten op een patiënt. Deze en aandachtspunten - poort dient uitsluitend voor trainingsdoeleinden. beademingsapparaat 15 Het beademingsapparaat maakt geen gebruik van latex, en ook in de constructie is geen latex gebruikt. Waarschuwingen - algemeen 16 Koppel het beademingsapparaat los van de netspanning voor reiniging.
26 Het functioneren van dit apparaat kan nadeel en externe antennes) mogen niet dichter dan 30 cm ondervinden van andere apparatuur, zoals (12 inch) bij welk onderdeel van de SLE6000 dan hoogfrequente chirurgische apparatuur (voor ook worden gebruikt, inclusief door de fabrikant diathermie), defibrillators, mobiele telefoons gespecificeerde kabels.
7.6.2 Klinisch - invasief De zuurstofcel mag niet worden verbrand. SLE biedt een speciale afvoerservice aan. 1 Bij het overschakelen van conventionele naar hoogfrequente beademing of andersom kan het nodig zijn om de instellingen en concentraties...
- op de mechanische stabiliteit. externe sensoren 8 Als de SLE6000 samen wordt gebruikt met ofwel de SLE500E of SLE500S medisch luchtcompres- 8.1 Waarschuwingen voor soren moet de gebruiker er op letten dat de HFOV- capaciteit beperkt is.
Waarschuwingen en aandachtspunten Waarschuwingen voor 14 Om de elektrische isolatie van de patiënt te garanderen mag alleen andere apparatuur ® Masimo SET met elektronisch geïsoleerde circuits worden aangesloten. 8.2.1 Algemeen 15 Zoals bij alle medische apparatuur dient 1 Zet de pulsoximeter niet zo neer dat de regeling de bekabeling naar de patiënt zorgvuldig geleid door de patiënt kan worden gewijzigd.
Waarschuwingen en aandachtspunten 10 Meer informatie, specifiek over de compatibiliteit 8.2.4 Voorzorgen voor metingen van de Masimo-sensoren met de pulsoximeter, De variatie in metingen kan groot zijn en kan zowel inclusief informatie over parameter/meetprestaties worden beïnvloed door de bloedafnametechniek als tijdens beweging en een lage perfusie, staat in door de fysiologische condities van de patiënt.
Waarschuwingen en aandachtspunten 10 Verhoogde COHb: bij hoger dan normale COHb- 25 Als de SpO -waarden duiden op hypoxemie moet niveaus kan het SpO -niveau worden verhoogd. een laboratoriumbloedmonster worden genomen De mate van verhoging is ongeveer evenredig aan om de toestand van de patiënt te bevestigen. de hoeveelheid aanwezige COHb.
Waarschuwingen en aandachtspunten 8.3 Waarschuwingen voor 3 Er kunnen weefselbeschadigingen optreden door onjuist aanbrengen of gebruik (bijvoorbeeld door Oridion Micropod™ de sensor te strak aan te brengen). Inspecteer de sensorplaats zoals aangegeven in de handleiding van de sensor zodat de huidintegriteit 1 Bij onzekerheid over de nauwkeurigheid van behouden blijft en de plaats en hechting van een meting moeten eerst de vitale functies van...
Waarschuwingen en aandachtspunten 18 De MicroPod™ is niet geschikt voor gebruik als 28 Er mogen geen delen van de bemonsteringslijn er een brandbaar anestheticummengsel met lucht, worden geknipt of gesneden. Het afsnijden van de zuurstof of lachgas aanwezig is. bemonsteringslijn kan leiden tot foutieve waarden. 19 De FilterLine™...
Waarschuwingen en aandachtspunten 9. Waarschuwingen en 12 Zorg ervoor dat lijnen tijdens het gebruik niet worden gerekt. aandachtspunten - OxyGenie ® 13 Het gebruik van een CO -bemonsteringslijn met een H in de naam (aangevend dat deze bedoeld Waarschuwingen voorde is voor gebruik in vochtige omgevingen) tijdens ®...
Pagina 36
Waarschuwingen en aandachtspunten Deze pagina is opzettelijk leeg gelaten.
Pagina 37
Layout beademingsapparaat Layout beademingsapparaat...
Layout beademingsapparaat 10. Layout beademingsapparaat In dit hoofdstuk worden de fysieke kenmerken van een SLE6000 beademingsapparaat voor zuigelingen besproken. 10.1 Voorkant Netvoedingsknop (aan/uit-regeling beademingsapparaat) Proximale-luchtwegpoort (drukbewakingspoort) Poort voor menggas naar patiënt Uitstroompoort vanaf patiënt Flowsensor (elektrische aansluiting) Touchscreen Klep uitstroomblok...
Pagina 41
Installatie beademingsapparaat Installatie beademingsapparaat “Inspectie voorafgaand aan het gebruik” op pagina 42 “Aansluiting van potentiaalvereffeningskabel” op pagina 42 “Aansluiting van netvoeding” op pagina 42 “Aansluiting van 24 VDC-noodvoeding” op pagina 42 “De geluiddemper en het uitstroomblok aansluiten” op pagina 43 “Gasaansluitingen”...
Installatie beademingsapparaat 11. Installatie beademingsapparaat 11.3 Aansluiting van netvoeding In dit hoofdstuk wordt de installatie van een SLE6000 Opmerking: In de ziekenhuisomgeving beademingsapparaat voor zuigelingen voor het is mogelijk voorzien in stopcontacten zonder gebruik besproken. schakelaar voor medische apparaten. 11.1 Inspectie voorafgaand aan het gebruik 11.3.1 Netsnoeren volgens specificatie...
Installatie beademingsapparaat Breng de constructie aan Opmerking: De netvoedingskabel hoeft niet op de gaspoorten en klik te zijn losgekoppeld bij gebruik van de deze vast. 24 VDC-noodvoeding. Opmerking: De gebruiker kan de toe- 11.4.1 Net- of noodvoeding - statusindicator gangsklep alleen aan/uit-schakelaar sluiten als het uit- Wanneer er geen net- of noodvoeding...
Installatie beademingsapparaat 11.8 Het beademingsapparaat 11.9 Functietest voorafgaand aan inschakelen het gebruik 11.8.1 Met aangesloten netvoeding 11.9.1 Power on self test (zelftest bij inschakeling) Houd de aan/uit-schakelaar 3 seconden lang ingedrukt. Telkens als het beademingsapparaat wordt ingescha- keld, voert het een zelftest bij inschakeling (power Het halo-lampje moet oranje zijn on self test;...
Installatie beademingsapparaat 11.9.3 Selectie beademingscircuit Koppel de luchttoevoer los. Raadpleeg ’12. Selectie beademingscircuit’ Ga na of het alarm “Geen luchttoevoer” wordt op pagina 50 voor de installatie van het geactiveerd. beademingscircuit. Koppel de zuurstoftoevoer los. Wanneer het beademingscircuit in elkaar is gezet, Ga na of het alarm “Geen gas”...
Installatie beademingsapparaat Koppel de netvoeding los. 11.9.6 Functietests (niet-invasieve dubbele tak) Ga na of het alarm “Fout hoofdvoeding” wordt Opmerking: De flowsensor is niet nodig voor geactiveerd. Ga na of het netvoedingssymbool niet-invasieve beademing. Als de flowsensor verdwijnt. of de flowsensorkabel is aangesloten, koppel Sluit de netvoeding weer aan.
Installatie beademingsapparaat 11.10 Het beademingsapparaat 11.10.1 Scheiding van de netvoeding uitschakelen Om het beademingsapparaat te scheiden van de netvoeding trekt u de netvoedingsstekker uit Na afloop van de sessie moet de gebruiker naar het stopcontact. de standby-modus gaan. Houd de aan/uit-knop 2 seconden lang ingedrukt.
Pagina 48
Installatie beademingsapparaat Deze pagina is opzettelijk leeg gelaten.
Beademingscircuits Selectie beademingscircuit Zie “In elkaar zetten van beademingscircuit BC6188 (Ø10 mm) of BC6198 (Ø15 mm)” op pagina 50. Zie “In elkaar zetten van het beademingscircuit BC6188/DHW” op pagina 54. Zie “Modificatie van circuit BC6188 of BC6188/DHW voor niet- invasieve beademing met dubbele tak” op pagina 57. Zie “Modificatie van circuit BC6188 of BC6188/DHW voor niet- invasieve beademing met enkele tak”...
Beademingscircuits 12. Selectie beademingscircuit 12.1.4.1 Selectie beademingscircuit Het paneel voor de invasieve modus Beademingscirc De SLE6000 heeft drie beademingscircuits die zijn bevat twee knoppen waarmee 10 mm goedgekeurd voor gebruik. de gebruiker kan kiezen uit een beademingscircuit met een diameter BC6188 Beademingscircuit voor eenmalig gebruik van 10 mm of 15 mm.
Beademingscircuits 12.2.2 Bevochtigingskamer 2 Sluit het vrouwelijke uiteinde van 15 mm (C) van de menggastoevoerlijn (D) aan op het bacteriefilter dat Zorg dat de kamer stevig is aangesloten op is aangebracht op de poort op het de bevochtiger en tot het juiste niveau is gevuld beademingsapparaat met de aanduiding “Fresh met steriel water.
Beademingscircuits 6 Sluit de uitstroomtak (J) aan op het bacteriefilter 9 Zorg dat de clip (P) over de temperatuursonde dat is aangebracht op de uitstroompoort (K) met wordt aangebracht om deze in de juiste stand de aanduiding “Exhalation port from Patient” te houden.
Beademingscircuits 14 Sluit de flowsensorkabel (S) aan op de elektrische 12.2.5 De flowsensor aansluiten op een BC6188 aansluiting met de aanduiding “Flow sensor” (T) beademingscircuit op de voorkant van het beademingsapparaat. 21 Verwijder de stofdop (U) van het T-stuk van de ET-tube (V). 22 Steek de flowsensor (W) in het T-stuk van de ET-tube (V).
2 Breng het bacteriefilter voor eenmalig gebruik (B) aan op de poort voor vers gas naar de patiënt. Raadpleeg de catalogus voor verbruiksartikelen of de website van SLE voor de onderdeelnummers. 12.3.2 Bevochtigingskamer Zorg dat de kamer stevig is aangesloten op de bevochtiger en tot het juiste niveau is gevuld met steriel water.
Pagina 55
Beademingscircuits 5 Sluit de tak met hittedraad (H) aan op de vrije poort 8 Sluit de temperatuursondes van de bevochtiger van de bevochtigingskamer (I). aan op de poorten (N en O). 9 Zorg dat de clip (P) over de temperatuursonde wordt aangebracht om deze in de juiste stand te houden.
Beademingscircuits 12 Sluit de hittedraad (S) en de temperatuursondes 17 Druk op de knop Start kalibratie. De tekst (T) aan op de bevochtiger. “Kalibratie...” wordt weergegeven boven de knop. 18 Na voltooiing van de kalibraties verschijnt de tekst “Gekalibreerd - OK”. 19 Nu is de flowsensor gekalibreerd.
Beademingscircuits 12.4 Modificatie van circuit BC6188 6 Steek de adapter (G) in de uitstroomtak (D). of BC6188/DHW voor niet-invasieve beademing met dubbele tak Opmerking: Voor deze configuratie zijn de flowsensor en de flowsensorkabel niet nodig. 1 Zet het BC6188 beademingscircuit in elkaar volgens paragraaf 12.2 op pagina 50 of het BC6188/DHW beademingscircuit volgens paragraaf 12.3 op pagina 54.
1 Breng het bacteriefilter voor eenmalig gebruik (A) aan op de poort voor vers gas naar de patiënt (B). Raadpleeg de catalogus voor verbruiksartikelen of de website van SLE voor de onderdeelnummers. 12.5.2 Bevochtigingskamer Zorg dat de kamer stevig is aangesloten op de bevochtiger en tot het juiste niveau is gevuld met steriel water.
Beademingscircuits 4 Koppel de inspiratietak (H) bij de temperatuurson- 6 Sluit de tak met hittedraad (H) aan op de vrije poort depoort los van het circuit en koppel de proximale- van de bevochtigingskamer (G). luchtweglijn (I) los van het T-stuk van de ET-tube door de Luer-connector los te draaien.
Beademingscircuits 11 Sluit de hittedraad (O) en de temperatuursondes (P) aan op de bevochtiger. Opmerking: Het gebruik van de prongs / het masker wordt niet behandeld in deze hand- leiding. Raadpleeg daarvoor de bij de nCPAP- generator geleverde gebruiksaanwijzing. 12.5.4 Een nCPAP-generator met enkele tak aansluiten 12 Neem de nCPAP-generator (Q) uit de verpakking.
“Fresh Gas to Patient” (Menggas naar patiënt; E). Raadpleeg de catalogus voor verbruiksartikelen of de website van SLE voor de onderdeelnummers. 12.6.2 Bevochtigingskamer Zorg dat de kamer stevig is aangesloten op de bevochtiger en tot het juiste niveau is gevuld met steriel water.
Beademingscircuits 4 Koppel de inspiratietak (H) bij de 6 Sluit de tak met hittedraad (H) aan op de vrije poort temperatuursondepoort los van het circuit. van de bevochtigingskamer (G). 12.6.3 De temperatuursondes aansluiten 7 Sluit de temperatuursondes van de bevochtiger aan op de poorten (K en L).
Beademingscircuits 10 Sluit de hittedraad (O) en de temperatuursondes (P) aan op de bevochtiger. Let op: Kies de juiste maat nasale canule, de buitendiameter van de nasale prong moet ongeveer de helft van de diameter van de neusgaten van de zuigeling zijn. 12.6.4 Een neuscanule voor zuurstoftherapie aansluiten Opmerking: De gebruiker moet de beademings-...
Pagina 64
Beademingscircuits Deze pagina is opzettelijk leeg gelaten.
Pagina 65
Beademing - invasief Beademing - invasief “CPAP” op pagina 66 “CMV” op pagina 68 “PTV” op pagina 70 “PSV” op pagina 72 “SIMV” op pagina 74 “HFOV” op pagina 76 “HFOV+CMV” op pagina 78...
Beademing - invasief 13. Beademing - invasief 13.1 CPAP Modustype: Invasief Het is de verantwoordelijkheid van de gebruiker om vóór en na het aansluiten de beademingsparameters te controleren. RR Backup Houd de knop 2 seconden lang ingedrukt om dit in/ Triggergevoeligheid uit te schakelen.
Pagina 67
Beademing - invasief CPAP Stel de bovengrens in. alarmgrens- (Grenzen onzichtbaar) waarden Naam alarm: BPM te hoog. nCPAP S Apneu Stel de grens voor Vmin maximale apneutijd in. Stel de boven- Kan worden ingesteld Stel de boven- en ondergrens in. op Uit (zie de en ondergrens in.
Beademing - invasief 13.2 CMV Het is de verantwoordelijkheid van de gebruiker om vóór en na het aansluiten Modustype: Invasief de beademingsparameters te controleren. Extra parameters Actief gedurende 120 seconden wanneer de Stijgtijd modus wordt Wijzigt het geselecteerd. drukgolfpatroon. Stijgtijd RR Backup Extra Parameters...
Beademing - invasief alarmgrens- waarden nCPAP S Vmin Stel de boven- Stel de boven- en ondergrens in. en ondergrens in. (Grenzen onzichtbaar) (Grenzen onzichtbaar) Naam alarm hoog: Naam alarm hoog: Bovengrens O2 % Stel de bovengrens Tidal volume hoger slagvolume Stel de bovengrens in.
Beademing - invasief 13.3 PTV Het is de verantwoordelijkheid van de gebruiker om vóór en na het aansluiten Modustype: Invasief de beademingsparameters te controleren. Triggergevoeligheid De triggergevoeligheidsregeling Extra parameters werkt anders als er geen flowsensor Actief gedurende is aangesloten. In dat geval verandert 120 seconden de eenheid voor gevoeligheid van l/min wanneer de...
Beademing - invasief Stel de bovengrens in. alarmgrens- (Grenzen onzichtbaar) waarden Naam alarm: BPM te hoog nCPAP S Apneu Instellen van de max Vmin apneu tijdlimiet. Stel de boven- Standaard ingesteld Stel de boven- en ondergrens in. op uit (Zie en ondergrens in.
Beademing - invasief 13.4 PSV Het is de verantwoordelijkheid van de gebruiker om vóór en na het aansluiten Modustype: Invasief de beademingsparameters te controleren. Triggergevoe- ligheid De triggergevoelig- heidsregeling werkt anders als er geen flowsensor is aan- gesloten. In dat geval verandert de eenheid voor Eindgevoe-...
Beademing - invasief Stel de bovengrens in. alarmgrens- (Grenzen onzichtbaar) waarden Naam alarm: BPM te hoog nCPAP S Apneu Instellen van de max apneu tijdlimiet. Vmin Standaard ingesteld Stel de boven- op uit (Zie Stel de boven- en ondergrens in. waarschuwing en ondergrens in.
Beademing - invasief 13.5 SIMV Het is de verantwoordelijkheid van de gebruiker om vóór en na het aansluiten Modustype: Invasief de beademingsparameters te controleren. Triggergevoe- ligheid De triggergevoe- Drukonder- ligheidsregeling steuning werkt anders als Houd de knop er geen flowsen- Eindgevoe- 2 seconden lang sor is aangeslo-...
Beademing - invasief SIMV Stel de bovengrens in. alarmgrens- (Grenzen onzichtbaar) waarden nCPAP Naam alarm: BPM te hoog Apneu Instellen van de max apneu tijdlimiet. Vmin Standaard ingesteld Stel de boven- op uit (Zie Stel de boven- en ondergrens in. waarschuwing en ondergrens in.
Beademing - invasief 13.6 HFOV Modustype: Invasief Het is de verantwoordelijkheid van de gebruiker om vóór en na het aansluiten de beademingsparameters te controleren. Interactieve besturingsfuncties De RR zucht kan niet worden verhoogd tot hoger dan de limiet die wordt bepaald door de ingestelde zucht- Oscillatiepauze inspiratietijd.
Beademing - invasief HFOV alarmgrens- waarden nCPAP S Vmin Stel de boven- Stel de boven- en ondergrens in. en ondergrens in. (Grenzen onzichtbaar) (Grenzen onzichtbaar) Naam alarm hoog: Naam alarm hoog: Bovengrens O2 % Stel de bovengrens Tidal volume hoger slagvolume Stel de bovengrens in.
Beademing - invasief 13.7 HFOV+CMV Modustype: Invasief Het is de verantwoordelijkheid van de gebruiker om vóór en na het aansluiten de beademingsparameters te controleren. Oscillatiepauze De oscillaties kunnen 60 seconden lang op pauze worden gezet door op de oscillatiepauzekn op te drukken. Houd de knop 1 seconde lang ingedrukt om...
Beademing - invasief HFOV+CMV alarmgrens- waarden nCPAP S O2 % Stel de bovengrens in. (Grenzen onzichtbaar) Naam alarm: O2 boven ingestelde limiet. SpO2 (mbar) (mbar) (min) Hoge PAW Lage PAW Stel de boven- Stel de boven- en ondergrens in.
Beademing - invasief 13.8 Algemene waarschuwingen 13.9.1 Veel gebruikte alternatieve functies (conventionele beademing) Waarschuwing: Het beademingsapparaat Opmerking: Alternatieve functies worden alleen mag tijdens de basisinstallatieprocedure niet geselecteerd via het hulpprogramma op de patiënt zijn aangesloten. gebruikervoorkeuren. Waarschuwing: Activeer niet de modus Zie “Gebruikersvoorkeuren”...
Pagina 81
Beademing - Niet-invasief Beademing - Niet-invasief “Niet-invasief - Dubbele tak” “nCPAP D” op pagina 82 “NIPPV D” op pagina 84 “NIPPV Tr.” op pagina 86 “nHFOV” op pagina 88 “Niet-invasief - Enkele tak” “nCPAP S” op pagina 90 “DuoPAP” op pagina 92 “O2-therapie”...
Beademing - Niet-invasief 14. Niet-invasief - Dubbele tak 14.1 nCPAP D Modustype: Niet-invasief Beademingscircuit met Het is de verantwoordelijkheid van de gebruiker om vóór en na het aansluiten dubbele tak. de beademingsparameters te controleren. RR Backup Houd de knop 2 seconden lang ingedrukt om dit in/uit te Extra...
Beademing - Niet-invasief nCPAP D Stel de bovengrens in. alarmgrens- (Grenzen onzichtbaar) Naam alarm: waarden BPM te hoog nCPAP S Apneu Stel de grens voor maximale apneutijd in. Kan worden ingesteld op Uit (zie de onderstaande O2 % waarschuwing) (Grenzen onzichtbaar) Stel de bovengrens in.
Beademing - Niet-invasief 14.2 NIPPV D Modustype: Niet-invasief Beademingscircuit met Het is de verantwoordelijkheid van de gebruiker om vóór en na het aansluiten dubbele tak. de beademingsparameters te controleren. Extra parameters Actief gedurende 120 seconden Stijgtijd wanneer de modus wordt Wijzigt het geselecteerd.
Beademing - Niet-invasief NIPPV D alarmgrens- waarden nCPAP S O2 % Stel de bovengrens in. (Grenzen onzichtbaar) Naam alarm: O2 boven ingestelde limiet. PEEP (mbar) (mbar) (min) 15,0 PEEP Stel de boven- Stel de boven- en ondergrens in. en ondergrens in.
Beademing - Niet-invasief 14.3 NIPPV Tr. Modustype: Niet-invasief Beademingscircuit met Het is de verantwoordelijkheid van de gebruiker om vóór en na het aansluiten dubbele tak. de beademingsparameters te controleren. Extra parameters Actief gedurende Triggergevoeligheid 120 seconden Stijgtijd wanneer de Stel de triggergevoeligheid voor modus wordt Wijzigt het ademteugen in.
Beademing - Niet-invasief NIPPV Tr. Stel de bovengrens in. alarmgrens- (Grenzen onzichtbaar) Naam alarm: waarden BPM te hoog nCPAP S Apneu Instellen van de max apneu tijdlimiet. Standaard ingesteld op uit (Zie waarschu- wing hieronder) (Grenswaarden onzichtbaar) O2 % Naam alarm: Stel de bovengrens in.
Beademing - Niet-invasief 14.4 nHFOV Modustype: Niet-invasief Het is de verantwoordelijkheid van de gebruiker om vóór en na het aansluiten Beademingscircuit met de beademingsparameters te controleren. dubbele tak. Interactieve besturingsfuncties De RR zucht kan niet worden verhoogd tot hoger dan de limiet die wordt Oscillatiepauze bepaald door de ingestelde zucht- De oscillaties kun-...
Beademing - Niet-invasief nHFOV alarmgrens- waarden nCPAP S O2 % Stel de bovengrens in. (Grenzen onzichtbaar) Naam alarm: O2 boven ingestelde limiet. (mbar) (mbar) (min) Hoge PAW Lage PAW Stel de boven- Stel de boven- en ondergrens in. en ondergrens in.
Beademing - Niet-invasief 15. Niet-invasief - Enkele tak 15.1 nCPAP S Modustype: Niet-invasief Beademingscircuit met Het is de verantwoordelijkheid van de gebruiker om vóór en na het aansluiten enkele tak de beademingsparameters te controleren. RR Backup Houd de knop 2 seconden lang ingedrukt om dit in/uit te Extra...
Beademing - Niet-invasief Standaard Stel de bovengrens in. alarmgrens- (Grenzen onzichtbaar) Naam alarm: waarden BPM te hoog nCPAP S Apneu Stel de grens voor maximale apneutijd in. Kan worden ingesteld op Uit (zie de onderstaande waarschuwing) O2 % (Grenzen onzichtbaar) Naam alarm: Stel de bovengrens in.
Beademing - Niet-invasief 15.2 DuoPAP Modustype: Niet-invasief Beademingscircuit met Het is de verantwoordelijkheid van de gebruiker om vóór en na het aansluiten dubbele tak. de beademingsparameters te controleren. P-ondersteuning Stijgtijd RR Backup Extra Parameters mbar Seconden PEEP Hand- beademing Seconden mbar mbar Hand-...
Beademing - Niet-invasief DuoPAP alarmgrens- waarden nCPAP S O2 % Stel de bovengrens in. (Grenzen onzichtbaar) Naam alarm: O2 boven ingestelde limiet. PEEP (mbar) (mbar) (min) 15,0 PEEP Stel de boven- Stel de boven- en ondergrens in. en ondergrens in.
Beademing - Niet-invasief 15.3 O2-therapie Modustype: Niet-invasief Beademingscircuit met Het is de verantwoordelijkheid van de gebruiker om vóór en na het aansluiten enkele tak de beademingsparameters te controleren. Flow mbar l/min Flow Stel de flow Naar de patiënt in l/min in toegevoerde zuur- stofconcentratie.
Beademing - Niet-invasief O2-therapie alarmgrens- waarden nCPAP S O2 % Stel de bovengrens in. (Grenzen onzichtbaar) Naam alarm: O2 boven ingestelde limiet. (min) Stel de maximale Stel de maximale en minimale hartfre- en minimale quentiegrenswaarden -grenzen in. in.
Beademing - Niet-invasief 15.4 Algemene waarschuwingen Waarschuwing: Het beademingsapparaat mag tijdens de basisinstallatieprocedure niet op de patiënt zijn aangesloten. Waarschuwing: Activeer niet de modus “Standby” wanneer het beademingsapparaat op een patiënt is aangesloten. Er wordt dan geen beademing toegediend. Waarschuwing: De gebruiker moet er zorg voor dragen dat alle alarmgrenzen op het juiste niveau zijn ingesteld afhankelijk van de toestand van de patiënt.
- & etCO -sensoren 16. SpO - en etCO -bewaking De Masimo SET pulsoximeter ontleedt S(660) en S(905) in een arterieel signaal en een ruiscomponent en berekent de verhouding van de arteriële signalen 16.1 SpO -bewaking (Masimo SET) zonder de ruis: De pulsoximeter mag uitsluitend worden S(660) = S1 + N1 bediend door, of onder de toezicht van,...
Het beademingsapparaat is momenteel ontworpen Steek de 9-pins sensorconnector stevig in de 9-pins voor gebruik met de volgende 3 sensoren. aansluiting van de oximetriekabel. Onderdeelnr. Masimo NeoPt-3 SLE: LSP02/2321 Onderdeelnr. Masimo Neo-3 SLE: LSP02/2320 Onderdeelnr. Masimo Inf-3 SLE: LSP02/2319 Draai de doorzichtige vergrendeling over Masimo Pdtx-3 de ingestoken connector totdat deze vastklikt.
- & etCO -sensoren 16.3 Configuratie 16.3.4 Alarmvertraging Gebruikerselecteerbare instellingen (seconden): Selecteer het hulpprogrammapaneel, dit toont nu de sensortab, kies vervolgens de SpO2-knop. 10 (standaard) 16.3.5 Auto O2: SpO -doelbereikalarmgrenzen. Met deze optie kan de gebruiker een van de vier voorgedefinieerde doelbereiken hoge en lage ®...
-golfvorm en weergaveopties 16.3.7 Snelle desaturatie reactie Het alarm Snelle desaturatie reactie is een door De SLE6000 toont de pleth (plethysmogram)-golfvorm de gebruiker te selecteren instelling waarmee de arts en de SIQ (Signal Identification and Quality)- de monitor kan zeggen de hoorbare alarmvertraging indicatorgolfvorm.
- & etCO -sensoren 16.7 Weergave-optie standaard 16.8 SpO -weergaveoptie golfvorm beademingsgolfvorm Selecteer vanuit het lay-outpaneel SpO Selecteer vanuit het lay-outpaneel Golfgolfvormen. Schakel de SpO golfvorm IN. De gebruiker kan de selectie rechtstreeks bevestigen zonder bewerken van de SpO -golfvormvoorkeuren. Dit voegt een vierde pleth/SIQ-golfvorm toe aan de onderzijde van de golfgolfvormen in een beademingsmodus.
- & etCO -sensoren Het drukken op de knop bevestigen activeert de SpO2- 16.8.1 SpO -golfvorm bij O2-therapie lay-out. Bij SpO -bewaking ingeschakeld kan de gebruiker ofwel de drie golfgolfvormen van het "SpO2"-paneel pleth, SpO2 en Set O2 of twee grotere golfgolfvormen pleth en O2 selecteren door het selecteren van het "Trends"-paneel.
- & etCO -sensoren 16.11 EtCO -bewaking (MicroPod™) 16.11.4 Loskoppeling De sensormodule kan op elk moment worden 16.11.1 Werkingsprincipe losgenomen. De bewakingsfunctie kan voor of na de loskoppeling in het sensorpaneel worden De capnografiemodule is bedoeld uitgeschakeld of de gebruiker kan op de knop om professionele getrainde "Doorgaan zonder etCO "...
Laatste kalibratiedatum. Volgende vervaldatum kalibratie. Volgende vervaldatum onderhoud: 3. De CO -gegevens zullen nu worden aan Opmerking: Zie de SLE6000 Onderhoudshand- de hostmonitor geleverd zodat ze kunnen worden leiding voor service-informatie en kalibratie- weergegeven. Als deze zo geconfigureerd is kan instructies.
- & etCO -sensoren 16.13 Golfvormen 16.16 Compensatie flowmeting bij gebruik van etCO -bewaking Selecteer vanuit het lay-outpaneel Golfgolfvormen. op de zijstroom. De patiëntflowsensor compenseert voor de zijstroombemonsteringsflow door de patiëntflowmetingen te corrigeren wanneer de etCO -bewakingspomp aan is en er etCO wordt gedetecteerd.
- & etCO -sensoren Opmerking: Als het bericht "Vervang etCO2- filterlijn" op het scherm wordt weergegeven geeft dit aan dat de FilterLine™ die op de module is aangesloten is geblokkeerd, de CO2-pomp van de module zal stoppen met het voor testen in de module pompen van de adem van de patiënt.
Pagina 108
- & etCO -sensoren Deze pagina is opzettelijk leeg gelaten.
Deze grenzen zijn door de gebruiker 90 - 94%, 91 - 95%, 92 - 96%, 94 - 98%. bij te stellen. Zie de aanwijzingen voor het gebruik van de SLE uSpO pulsoximetriekabel (Masimo SET) voor Let op: Voor het initiëren (of opnieuw initiëren)
® OxyGenie 17.1.1.3 Handmatig onderdrukken ® 17.2.2 Inschakelen OxyGenie ® Op elk moment waarop de OxyGenie wordt ® Opmerking: De OxyGenie is alleen beschikbaar ingeschakeld kan de gebruiker handmatige als de SpO -sensor is aangesloten en de SpO bijstellingen uitvoeren aan de ingestelde O bewaking is ingeschakeld.
® OxyGenie 17.3 SpO -weergaveoptie golfvorm 17.2.4 Activeren handmatig onderdrukken ® en OxyGenie Let op: Het handmatig onderdrukken kan na het initiëren niet worden geannuleerd. Het drukken op de knop bevestigen activeert de SpO2-lay-out. Om de O -sterkte handmatig te wijzigen raakt u de Auto Auto...
® OxyGenie ® 17.4 Auto-O2 en O -boost Opmerking: De O2-boost is uitgeschakeld ® als de OxyGenie aan is. Om de O2-boost te gebruiken moet eerst ® de OxyGenie worden uitgeschakeld. Voor meer informatie over O2-boost Zie “O2-boost” op pagina 119. ®...
Pagina 114
® OxyGenie Deze pagina is opzettelijk leeg gelaten.
Operationele functies 18. Operationele functies Waarschuwing: Als in de toestand 18.1 Algemeen “Fout hoofdvoeding” de gebruiker het alarm “Fout hoofdvoeding” opheft, is het volgende 18.1.1 Standby-modus aan de voeding gerelateerde alarm dat wordt geactiveerd het alarm “Batterij bijna leeg”, Waarschuwing: Activeer niet de modus dat een middelhoge prioriteit heeft.
Operationele functies 18.1.6 Ademteugen voor drukondersteuning niet 18.1.8.2 Resolutie Vte-doel De parameterregeling voor tidal volume heeft drie toegediend zoals ingesteld verschillende resoluties. Er zijn een aantal situaties waarin het beademings- apparaat moeite kan hebben met het bereiken van Van 2 ml tot 10 ml wordt de parameter verhoogd de ingestelde druk voor ondersteuningsademteugen.
Operationele functies 18.2 Typen lekkagecompensatie 18.3 O2-suctie 18.2.1 VTV en patiëntlekkage Opmerking: O2-suctie is alleen beschikbaar als dit is geactiveerd in de gebruikersvoorkeuren. Het beademingsapparaat probeert het ingestelde VTV Zie “Gebruikersvoorkeuren” op pagina 266. te bereiken binnen de volgende begrenzingen: Max. PIP of 50% lekkage.
Operationele functies 18.4 O2-boost De gebruiker drukt op de bevestigings- knop. Door deze handeling wordt voorsuctie de O2-suctieprocedure gestart. Opmerking: O2-boost is alleen beschikbaar als bezig Het bericht “O2-voorsuctie bezig” dit is geactiveerd in de gebruikersvoorkeuren. wordt weergegeven boven de Zie “Gebruikersvoorkeuren”...
Operationele functies 18.5 Alarmgrenzen De gebruiker drukt op de bevestigings- O2-boost knop. Door deze handeling wordt bezig Het beademingsapparaat heeft voor elke modus een de O2-boostprocedure gestart. set drukgerelateerde alarmgrenzen die door de gebruiker worden ingesteld of automatisch door het Er wordt een afteltimer ingesteld voor 1 min.
Operationele functies 18.5.2 Alarmgrenzen voor oscillatiemodi (invasief en niet-invasief - dubbele tak) 18.5.2.1 HFOV & nHFOV Diagram A en B tonen de drukalarmgrenzen (invasieve en niet-invasieve modus). Diagram B 1. Onverwachte stijging drukverschil (+5 mbar boven drukverschil). Automatisch ingesteld. 2. Onverwachte daling drukverschil (-5 mbar onder drukverschil).
Operationele functies 18.5.2.2 HFOV+CMV (invasief - dubbele tak) 18.5.3 Alarmgrenzen voor conventionele modi Het onderstaande diagram toont de drukalarmgrenzen (niet-invasief - enkele tak) (invasieve modus). Het onderstaande diagram toont de drukalarmgrenzen voor conventionele modi (niet-invasief). A. Nuldruklijn B. Golfpatroon A. Nuldruklijn Alarmgrenzen B.
Operationele functies 18.5.4 Alarmwerking hogedrukgrens. 18.5.5 Alarmwerking lagedrukgrens Als een door de gebruiker ingestelde hoge Opmerking: De gebruiker dient te beseffen PIP-alarmgrens met 5 mbar of 20 mbar wordt dat het alarm lagedrukgrens bij conventionele overschreden voert het beademingsapparaat het beademing slechts tot minimaal 1mbar volgende uit.
(geluiddemper verwijderen). Dit wordt geleverd als complete set het gebruikte max. drukverschil of max. PIP. onder SLE onderdeelnr. N4110/20. De flow van afgeblazen gas is te groot voor één spoelfilter. Dubbele afblaasslangset SLE onderdeelnr: N4110/10 Max.
® Opmerking: De Aerogen USB-controller mag ® 18.6.4.1 Verneveling via Aerogen alleen worden gebruikt aangesloten op een Let op: Gebruik bij de SLE6000 uitsluitend de USB-poort van een medisch elektrisch toestel ® Aerogen USB-controller. dat is goedgekeurd conform IEC/EN 60601-1...
Pagina 126
Operationele functies Deze pagina is opzettelijk leeg gelaten.
Gebruikersinterface - Standby-modus 19. Beschrijving 19.1.2 Informatiepaneel (2) Op het informatiepaneel worden informatie en alle gebruikersinterface bijbehorende beademingsfuncties weergegeven. In dit hoofdstuk worden alle onderdelen van de gebruikersinterface besproken. Het hoofdstuk 19.1.3 Informatiebalk (3) is onderverdeeld in twee paragrafen, namelijk De informatiebalk is een gereserveerd gebied boven Standby-modus en Beademingsmodus.
Gebruikersinterface - Standby-modus 19.1.4.9 Knop Kalibratie en techniek (F) 19.1.6 Knop Alarm Deze knop heeft dezelfde functie als de knop Techniek (C). Door de knop “Alarm” (D) 19.1.4.10 Knop Lay-out (D) aan te raken, activeert Met deze knop wordt het subpaneel Lay-out u de alarmtabbladen.
Gebruikersinterface - Standby-modus 19.1.6.2 Tabblad Historie 19.1.6.3 Tabblad Audiovolume Op het tabblad Historie worden de afgelopen Op het tabblad Audiovolume kan de gebruiker 1000 alarmgebeurtenissen weergegeven. het volume van de alarmsounder instellen. De standaardinstelling is 60%. Op het tabblad wordt voor elke alarmgebeurtenis de De regeling kan alleen in stappen van 20% worden volgende informatie weergegeven.
Gebruikersinterface - Standby-modus 19.1.7.1 Tabblad Sensoren (zonder externe 19.1.7.3 Tabblad Helderheid sensor(en) Op het tabblad Helderheid kan de gebruiker de modus Op het tabblad Sensoren kan de gebruiker de Dag of Nacht selecteren en de helderheid van het flowsensor kalibreren of een eenpunts O2-kalibratie scherm voor deze modi instellen.
Gebruikersinterface - Standby-modus 19.1.7.4 Tabblad Systeem 19.1.7.4.2 Gebruikersvoorkeuren Op het tabblad Systeem kan de gebruiker kiezen uit Met de knop Gebruikersvoorkeuren (P) kan de de volgende functies in verband met het systeem: gebruiker de standaardinstellingen bij het opstarten Datum en tijd instellen (O) van het beademingsapparaat instellen.
Gebruikersinterface - Standby-modus 19.1.7.4.4 Systeeminformatie 19.1.7.4.6 Systeemupdate Met de knop Systeem informatie (R) wordt informatie Met de knop Systeemupdate (T) kan over het beademingssysteem weergegeven. de servicetechnicus de software van het De versienummers van de subsystemen worden beademingsapparaat upgraden. gebruikt om te bepalen welke algemene software- versie wordt weergegeven op dit paneel.
Als u op de knop (U) drukt, wordt de knop "START datapoort achter op het Export" weergegeven. Als er een USB-geheugenstick beademingsapparaat. aanwezig is, is de knop actief. Zie “SLE 6000- viewersoftware voor gebeurtenis- en patiëntlog” op pagina 270 voor nadere informatie. 19.1.7.5.2 Gebeurtenislog Met de knop Gebeurtenislog wordt het gebeurtenislog geëxporteerd.
Verwijder de USB-geheugenstick uit het beademingsapparaat. Druk op de bewerkingsknop om het De SLE6000 maakt een map aan met een geselecteerde lay-outpaneel identificatienummer dat uniek is voor het te openen. beademingsapparaat. Voorbeeld: ID beademingsapparaat 1001453795 In de map vindt de gebruiker geëxporteerde bitmap-...
Gebruikersinterface - Standby-modus 19.1.8.1 Golfvormen 19.1.8.2 Cycli Via het paneel Golfvormen kan de gebruiker het Via het paneel Cycli kan de gebruiker het golfpatroonpaneel in een beademingsmodus golfpatroonpaneel in een beademingsmodus configureren. configureren. Opmerking: Het geconfigureerde golfpatroon- Opmerking: Het voor cycli geconfigureerde paneel is niet zichtbaar in de standby-modus.
Gebruikersinterface - Standby-modus 19.1.9 Registreren, ophalen & wissen van cycli. 19.1.9.2 Trends De trends zijn de enige optie die wordt weergegeven 19.1.9.1 Om cycli te registreren in de standby-modus. In het hoofdgolfvormscherm worden twee cycli De gebruiker kan kiezen om tot acht trends tegelijk weergegeven, de primaire en de secundaire.
Gebruikersinterface - Standby-modus 19.1.9.2.1 Standaardtrends instellen Het paneel Trend heeft één bedieningselement in verband met stijl, Achtergrond. Selecteer in het paneel Trends bewerken de aan te passen displayregel. Achtergrond (5) - als dit is ingeschakeld, wordt er een tijdverdeling weergegeven als achtergrond voor alle trends.
Pagina 139
Gebruikersinterface - Standby-modus 19.1.9.4.1 Zoom 19.1.9.4.3 Meetlijn De zoomfunctie verhoogt of verlaagt Met de meetlijnfunctie kan de gebruiker de vergroting van de tijdschaal van het de meetlijn door het momenteel Zoom Zoom trendvenster. weergegeven trendvenster bewegen. Als de knop Zoom wordt aangeraakt, Als de knop Meetljin wordt aangeraakt, worden de knoppen plus en min worden de knoppen plus en min...
Gebruikersinterface - Beademingsmodus 19.2 Beademingsmodus 19.2.2.2 Toestand van parameters Alle parameters hebben drie mogelijke toestanden: In deze paragraaf wordt de gebruikersinterface beschikbaar preview, beschikbaar actieve modus in algemene bewoordingen omschreven, tenzij anders en geselecteerd. vermeld is. Een geselecteerde knop is wit. Een beschikbare preview-knop is zwart met een wit kader.
Gebruikersinterface - Beademingsmodus 19.2.3 Preview-modus 19.2.4 Selectie beademingscircuit De gebruiker drukt op de knop Modus en het Het paneel voor de invasieve modus Beademingscircuit moduspaneel verschijnt. bevat twee knoppen waarmee 10 mm de gebruiker kan kiezen uit een beademingscircuit met een diameter van 10 mm of 15 mm.
Gebruikersinterface - Beademingsmodus 19.2.6 Tabblad Alarmen - beademingsmodus 19.2.6.2 Automatisch mee bewegen van alarmen / automatische instelling van grenzen Door selectie van het alarmpaneel worden nu alle De volgende alarmen bewegen automatisch mee actieve alarmgrenzen weergegeven. met de beademingsparameters. 19.2.6.2.1 Invasief conventioneel Vte: VTV uit: Hoog = 30 ml...
Gebruikersinterface - Beademingsmodus 19.2.8.2 O -kalibratie 19.2.13 Knop Scherm op slot Selecteer de knop O2. De knop “Scherm op slot” is beschikbaar wanneer er geen alarmen actief zijn. Door op de knop te drukken wordt het scherm vergrendeld. Het hangslotpictogram wordt op de knop weergegeven om aan te geven dat het scherm vergrendeld is.
Gebruikersinterface - Beademingsmodus 19.2.16 Alarmbalk In het informatiegebied wordt tijdens een 19.2.18 Oscillatiepauze alarmtoestand de alarmbalk weergegeven. De knop Oscillatiepauze verschijnt in de invasieve modus HFOV en in de niet-invasieve modus met dubbele tak nHFOV. Als u op de knop Oscillatiepauze drukt, wordt er een Op de alarmbalk wordt het bericht van het alarm met oscillatiepauze geactiveerd met de ingestelde MAP de hoogste prioriteit weergegeven.
Pagina 146
Gebruikersinterface - Beademingsmodus Deze pagina is opzettelijk leeg gelaten.
Technische gegevens Technische gegevens “Technische beschrijving” op pagina 148 “Zuurstofkalibratieprocedures” op pagina 151 “N5402-REV2 en N5302 flowsensor” op pagina 152 “Technische specificaties” op pagina 154 “Sensorspecificaties” op pagina 189 “Alarmen” op pagina 193 “Reinigen en desinfecteren” op pagina 235 “EMC-compliance” op pagina 237 “Schema pneumatische eenheid”...
De SpO2 kan worden bewaakt via Masimo SET voorzien bij een eventuele uitval van de netvoeding. -sensoren. Deze moeten worden aangesloten De accu's worden opgeladen via de voeding van het op de SLE uSpO -kabel. beademingsapparaat. De interne accuvoeding, De etCO kan worden bewaakt via Microstream™-...
Technische gegevens 21. Beschrijving van Voorbeeld: 5% eindgevoeligheid betekent dat de drukondersteuning stopt als de inspiratieflow onder 5% beademingsmodi (invasief) van de piekwaarde zakt. Het niveau van drukonder- steuning kan handmatig worden aangepast door Het beademingsapparaat kan als een drukgestuurd, middel van de PIP-parameterregeling.
Technische gegevens 22. Beschrijving van 21.5.1 SIMV met P-ondersteuning SIMV met P-ondersteuning stelt de gebruiker in staat beademingsmodi de eindgevoeligheid en het niveau van de (niet-invasief) drukondersteuning voor niet-SIMV-ademteugen in te stellen. Als een mechanische ademteug aan de Het beademingsapparaat kan als tijdgestuurd patiënt is toegediend, bereikt de flow naar de zuigeling beademingsapparaat worden gebruikt of als een al snel zijn hoogste waarde en daalt deze vervolgens...
Technische gegevens 23. Zuurstofkalibratieprocedures Als het beademingsapparaat de standaard eenpunts 100%-kalibratie uitvoert, kan de gebruiker geen Het beademingsapparaat heeft twee procedures voor tweepunts kalibratie uitvoeren totdat deze voltooid is. zuurstofkalibratie. De eerste kalibratiemethode is de 100% zuurstofkalibratie (eenpunts). De kalibratie In een beademingsmodus wordt voor de gemeten wordt met de volgende tussenpozen uitgevoerd nadat -waarde in de O...
Opmerking: De kalibratieprocedure voor de sensoren N5402-REV2 en N5302 is hetzelfde. SLE levert twee typen sensoren: de N5402-REV2, een sensor voor hergebruik, en de N5302, een flowsensor voor eenmalig gebruik. N5302...
Technische gegevens 24.2 Reiniging en desinfectie op hoog 24.2.3 Desinfectie op hoog niveau niveau van de N5402-REV2 sensor Verwerk in autoclaaf bij 134 ºC (277 ºF) (toegestane temperatuurafwijking Waarschuwing: Vóór ieder gebruik moet +3 ºC) bij 220 kPa (32 psi) met een minimale duur de sensor op beschadigingen worden van 3 minuten.
..30 mbar Dit hoofdstuk biedt een overzicht van de specificaties van het SLE6000 beademingsapparaat wat betreft Inspiratietijd (Ti): ..0,1 tot 3,0 seconden de verschillende modi, bereiken en limieten die gelden Resolutie: .
Dubbele of enkele tak NCPAP 25.4.2 Gebruikersinterface Eenmaal drukken om te selecteren of annuleren De SLE6000 is uitgerust met een kleurendisplay SIMV-modus selecteren met een schermresolutie van 1024 bij 768 pixels. Dubbele tak NIPPV Het formaat van het scherm is 12,1 inch en het heeft Eenmaal drukken om te selecteren een led-schermverlichting.
Technische gegevens Knop Beschrijving Knop Beschrijving De dagschermmodus selecteren De cycli-lay-out selecteren Eenmaal drukken om te selecteren Eenmaal drukken om te selecteren De nachtschermmodus Nacht selecteren Eenmaal drukken om te selecteren De trendslay-out selecteren De helderheid % selecteren Eenmaal drukken om te selecteren Eenmaal drukken om te selecteren De knoppen voor datum/tijd selecteren...
Technische gegevens Knop Beschrijving Knop Beschrijving Cijfertoetsen 0 t/m 9 Beademing met Eenmaal drukken om te selecteren beademingscircuit van Backspace - invoer 10 mm selecteren annuleren Eenmaal drukken om te selecteren Eenmaal drukken om te selecteren Terugknop - terugkeren naar Beademing met <<...
Technische gegevens Tabbladen Beschrijving Regelingen Beschrijving Tabblad Historie RR Backup Regeling RR-backup Historie Tabblad biedt toegang tot alarmhistorie. (ademfrequentie) Eenmaal drukken om te selecteren Bereik 1-150 BPM Tabblad Audiovolume Eenmaal drukken om te selecteren of annuleren Audiovolume Tabblad biedt toegang tot afstelling alarmvolume.
Technische gegevens 25.5 Meting Regelingen Beschrijving 25.5.1 Flowsensor Regeling I:E (verhouding Type flowsensor: ..10 mm dubbele hete-draad inspiratie/expiratie) anemometer. Bereik 3-20 Hz Eenmaal drukken om te selecteren Met de patiënt in aanraking of annuleren komend onderdeel:. . . type BF ratio Debiet: .
Technische gegevens 25.5.8 Verklaring conform BS EN ISO 80601-2-12 Volumegeregelde ademteugen Meetbereik: ..0 tot 100 % Conform de bovengenoemde norm, bepaling Resolutie: ..1 % 201.12.1.101 Volumegeregeld ademteugtype, Perifere capillaire zuurstofsaturatie.
Technische gegevens 25.5.9 Onzekerheid in metingen 25.7.2 N3587 Hieronder is de meetonzekerheid vermeld voor Filtratierendement: . . . BFE 99,99% VFE 99,99% de volgende bewaakte variabelen: Resistance (weerstand) @ 30 l/min: ..49,5 pa Flow .
25.10 Levensduur noemde grenswaarden voor temperatuur, vochtigheid en omgevingsluchtdruk. De SLE6000 heeft een bruikbare levensduur van 10 jaar vanaf de inbedrijfstellingsdatum. 25.12.1 Aansluitstukken 25.11 Vermogen, afmetingen, Uitstroompoort: ..15 mm (V) / 22 mm (M)
Data op de basisgegevensuitgang van de SLE6000 worden geïmplementeerd in een met komma's 26.1 RS232-poort gescheiden ASCII-stringindeling. Alle geldige data De gegevensuitgang van de SLE6000 komt in twee worden voorgesteld door alfanumerieke tekens. uitvoeringen: Er worden tekens gebruikt om data voor te stellen die buiten bereik vallen of om een andere reden de hieronder vermelde basisgegevensuitgang (V2.0)
Technische gegevens 26.2.4 Data-indeling De geldigheid van elke parameter wordt gecontroleerd vóór verzending door het SLE6000 beademingsapparaat. De data bevatten 63 parameters die in een vaste volgorde worden uitgevoerd. Elke parameter heeft Opmerking: Als de parameter Drukeenheden een gedefinieerde limiet en schaling. Elke parameter onbekend is, worden alle drukgerelateerde wordt in de vorm van een geheel getal.
Pagina 171
Technische gegevens Naam Beschrijving Eenheden Uitgangsbereik (fysiek bereik) De tijd waarin de gebruikte Stijgtijd drukcurve 99% van de doeldruk 10 ms 0 – 300 (0,00 – 3,00 s) bereikt Flow expiratiepoort in de O2- 50 – 300 (5,0 – 30,0 l/min) Ingestelde flow (O2-modus) 0,1 l/min ondersteuningsmodus.
Pagina 172
Technische gegevens Naam Beschrijving Eenheden Uitgangsbereik (fysiek bereik) Gemeten zuurstofconcentratie 18 – 100 Zuurstofconcentratie als % van de luchtsamenstelling '-' tijdens O2-kalibratie Het verschil tussen de maximale Gemeten drukverschil HFO en minimale druk in de HFO- Drukeenheid 0 – 255 modus.
Technische gegevens 26.3 Verbeterde gegevensuitgang 26.3.2.2 Data-indeling Data op de basisgegevensuitgang van de SLE6000 SLE6000 (V3.0) worden geïmplementeerd in een met komma's De verbeterde gegevensuitgang van de SLE6000 is gescheiden ASCII-stringindeling. Alle geldige data het aangevraagde protocol gebruikt voor het uitvoeren worden voorgesteld door alfanumerieke tekens.
Technische gegevens 26.3.4 Data-indeling De geldigheid van elke parameter wordt gecontroleerd vóór verzending door het SLE6000 De data bevatten 70 parameters die in een vaste beademingsapparaat. volgorde worden uitgevoerd. Elke parameter heeft een gedefinieerde limiet en schaling. Elke parameter Opmerking: Als de parameter Drukeenheden wordt in de vorm van een geheel getal.
Pagina 177
Technische gegevens Naam Beschrijving Eenheden Uitgangsbereik (fysiek bereik) Beademingsmodus n.v.t. n.v.t. Maakt gebruik van de nummeringslijst voor beademingsmodi: CPAP = 0 CMV = 1 PTV = 2 PSV = 7 SIMV = 3 Alleen HFO = 4 HFO + CMV = 5 nCPAP D = 9 NIPPV (dubbele tak)= 10 NIPPV Tr = 11...
Pagina 178
Technische gegevens Naam Beschrijving Eenheden Uitgangsbereik (fysiek bereik) Alarm hoge PIP Waarde voor triggeren van een 0,1 * drukeenheid 50 – 800 (5 – 80 mbar of cmH20) in CPAP, alarm voor hoge druk CMV, SIMV, PTV, PSV, nCPAP D, NIPPV Alarm hoge PAW in HFOV, D, NIPPV Tr.
Pagina 179
Gemeten % Spont Gemeten waarde % spontaan 0 – 100% Alarmstatus Het actuele actieve alarm. n.v.t. Zie alarmtabel SLE-protocol (tabel 13) Zie (tabel 6) Gemeten flow verse gas Gemeten waarde van vers gas l/min 0 – 500 (0,0 – 50,0l/min)
Pagina 180
Technische gegevens Naam Beschrijving Eenheden Uitgangsbereik (fysiek bereik) Ingesteld doelbereik Ingesteld doelbereik Er zijn 4 beschikbare bereiken: auto-O2 automatische zuurstof 90-94% - RS232-uitgang is 1 91-95% - RS232-uitgang is 2 92-96% - RS232-uitgang is 3 94-98% - RS232-uitgang is 4 Referentiewaarde O2 Referentiewaarde van zuurstof 21 –...
Pagina 181
Technische gegevens Alarmtabel Alarm- Beschrijving alarm code Alarm- Beschrijving alarm Geen O2-toevoer code O2 sensor niet aangesloten. Opnieuw aansluiten a.u.b. Geen luchttoevoer Zuurstofcel moet worden gekalibreerd. Geen gas. O2 sensor vervangen aub. Bedieningssysteem reset: controleer de instellingen. O2-kalibratie fout Controller systeemfout: herstart de machine Hoog zuurstofniveau.
Pagina 182
Technische gegevens Alarm- Alarm- Beschrijving alarm Beschrijving alarm code code Modulefout etCO2 - 2 Lage SpO2 Modulefout etCO2 - 3 Hoge hartfrequentie etCO2-kalibratie vereist Lage hartfrequentie NB: Statusbericht etCO2-onderhoud vereist Geen puls gedetecteerd (SpO2) NB: Statusbericht SpO2-kabel niet aangesloten (Doorgaan zonder Geen etCO2-filterlijn aangesloten SpO2-meting) Monitor communicatie fout: herstart de machine...
SLE of uw Philips-leverancier. om aan te kunnen sluiten op de 9-pens RS232- De transmissiesnelheid is 19200 bps, het dataformaat aansluiting op het achterzijde van het SLE6000- is 8 bits, 1 stopbit en geen pariteit. Alle gegevens beademingsapparaat. die naar de IntelliVue-monitor worden doorgegeven worden overgedragen in pakketten of telegrammen.
AWP (luchtwegdruk) AWF (luchtwegflow) AWV (luchtwegvolume) CO_2 (kooldioxidegolf - luchtweg) PLETH (PLETH-golf toegediend door de SpO_2- parameter) 26.4.6 Taakvensterlay-out VueLink Het VueLink-taakvenster voor de SLE6000 toont de parameters zoals hieronder afgebeeld. |-------------------|-------------------|-------------------| | AWRR | TVex | sHFVRR | PIP...
Technische gegevens 26.5 Verpleegoproep 26.9 Externe monitor Met behulp van de externe monitoruitgang kan het Waarschuwing: Gebruik van de verpleegoproep- beademingsapparaat worden aangesloten op elke functie neemt niet weg dat zowel de patiënt monitor van medische kwaliteit die XGA-outputs kan als het beademingsapparaat regelmatig moet weergeven met een resolutie van 1024 x 768 pixels worden gecontroleerd.
Technische gegevens 27. Invoerpoorten (elektrisch) 28. Sensorspecificaties Opmerking: Meer informatie over 27.1 SPO en etCO sensornauwkeurigheid kan worden gevonden in de gebruiksaanwijzing die bij de sensor Zowel SpO als etCO -hulpmiddelen zijn met de geleverd wordt. patiënt in aanraking komende onderdelen van type BF. 27.2 Flowsensor ®...
Technische gegevens 28.1.3 Perfusie-index (%) Er is 1% toegevoegd aan de resultaten om rekening te houden met het effect van foetale hemoglobineaan- Specificatie criteria wezigheid in neonaten. Displaybereik ..0,02% -20,0% 5. De Masimo SET-technologie met Masimo-sensoren Kalibratiebereik .
Technische gegevens Golfvormstijgtijd 28.2.3 Berekeningsmethodes voor capnografie 10% tot 90%..1,72 seconden Capnografie is een niet-invasieve methode voor Golfvormbemonstering . .20 monsters/s de bewaking van het niveau van kooldioxide Initialisatietijd ..40 s (normaal, omvat in uitgeademde adem (etCO2) voor het bepalen inschakel- en Initialisatietijd) van ademhalingssstatus van een patiënt.
Technische gegevens 29. Alarmen 29.1.3 Alarmlog Het beademingsapparaat bewaart de laatste De SLE6000 is voorzien van een intelligent 1000 alarmberichten in het alarmlog. Wanneer een alarmsysteem dat de prioriteit van alarmberichten nieuw alarm wordt gegenereerd, wordt het oudste bepaalt, stilzetten van sommige alarmen verwerkt alarmbericht gewist.
Technische gegevens 29.3 Alarmtabel Alarmbericht: Alarm systeem fout: Machine buiten gebruik stellen. Alarmtoestand: fout van alarmgenerator Alarmtype: Technisch Actief in alle modi Alarmclassificatie: 0 Alarmtype: Visueel en akoestisch Prioriteit alarm: hoog Vergrendelend: ja Alarm stil te zetten: nee Definitie: dit alarm wordt gegenereerd wanneer het bewakingssubsysteem niet kan communiceren met de alarmcontroller.
Pagina 197
Technische gegevens Alarmbericht: UI communicatie fout: herstart de machine. Alarmtoestand: fout van gebruikersinterface (communicatie) Alarmtype: Technisch Actief in alle modi Alarmclassificatie: 0 Alarmtype: Visueel en akoestisch Prioriteit alarm: hoog Vergrendelend: ja Alarm stil te zetten: nee Definitie: dit alarm wordt gegenereerd wanneer de gebruikersinterface niet meer kan communiceren met het bewakingssubsysteem of het controllersubsysteem.
Pagina 198
Technische gegevens Alarmbericht: Voeding defect. Start het beademingsapparaat opnieuw op. Alarmtoestand: fout 1 communicatie met voeding Alarmtype: Technisch Actief in alle modi Alarmclassificatie: 2 Alarmtype: Visueel en akoestisch Prioriteit alarm: hoog Vergrendelend: ja Alarm stil te zetten: nee Definitie: dit alarm wordt gegenereerd wanneer het alarm “Voeding defect” ten minste 5 keer wordt bevestigd Reactie beademingsapparaat: Het beademingsapparaat geeft dit alarmbericht weer.
Technische gegevens Alarmbericht: Negatieve Druk 2 Alarmtoestand: onder omgevingsdruk, fase 2 Alarmtype: patiënt Actief in alle modi Alarmclassificatie: 4 Alarmtype: Visueel en akoestisch Prioriteit alarm: hoog Vergrendelend: nee Alarm stil te zetten: nee Definitie: wanneer de proximale druk gedurende meer dan 50 ms daalt tot onder -2 mbar wordt het alarm “Onder omgevingsdruk”...
Technische gegevens Alarmbericht: Monitoring fout: Machine buiten gebruik stellen. Alarmtoestand: VREF-specificatie ADC Alarmtype: Technisch Actief in alle modi Alarmclassificatie: 7 Alarmtype: Visueel en akoestisch Prioriteit alarm: hoog Vergrendelend: nee Alarm stil te zetten: nee Definitie: 2V5 REF ADC wijkt ten minste 20% af van de specificatie Op het tabblad voor alarmhistorie (veld Limiet) worden ook andere ADC-fouten vermeld.
Technische gegevens Alarmbericht: Controller systeemfout: herstart de machine. Alarmtoestand: besturings-UI reageert niet Alarmtype: Technisch Actief in alle modi Alarmclassificatie: 9 Alarmtype: Visueel en akoestisch Prioriteit alarm: hoog Vergrendelend: nee Alarm stil te zetten: nee Definitie: het controllersubsysteem zendt op gezette tijden een ‘levensteken’ aan het bewakingssubsysteem. Als deze langer dan een bepaalde voorgeschreven tijd uitblijven, wordt aangenomen dat het controllersubsysteem niet naar behoren werkt en wordt het alarm “Controller systeemfout: herstart de machine.”...
Technische gegevens Alarmbericht: Hoge drukgrens overschreden. Alarmtoestand: hoge druk Alarmtype: patiënt Actief in alle modi behalve O2-therapie Alarmclassificatie: 12 Alarmtype: Visueel en akoestisch Prioriteit alarm: hoog Vergrendelend: ja Alarm stil te zetten: ja Definitie: Als in conventionele modi de maximale druk stijgt tot meer dan 5 mbar boven de door de bovengrens voor PIP-druk, activeert de bewaking een alarm en krijgt de controller opdracht om de beademing stop te zetten.
Technische gegevens Alarmbericht: Lage PIP Alarmtoestand: lage PIP Alarmtype: patiënt Actief in alle modi behalve HFO, NHFOV en O2-therapie Alarmclassificatie: 16 Alarmtype: Visueel en akoestisch Prioriteit alarm: hoog Vergrendelend: ja Alarm stil te zetten: ja Definitie: Voor CPAP. CMV, PSV, PTV en SIMV 1.
Technische gegevens Alarmbericht: Geen beademing. Alarmtoestand: beademing gaat niet aan/uit Alarmtype: patiënt Actief in alle volumemodi Alarmclassificatie: 19 Alarmtype: Visueel en akoestisch Prioriteit alarm: hoog Vergrendelend: nee Alarm stil te zetten: ja Definitie: als er een doelvolume actief is, wordt dit alarm gegenereerd als 2 opeenvolgende ademteugen een PEEP en PIP van <...
Technische gegevens Alarmbericht: MAP onverwacht gedaalt. Alarmtoestand: gemiddelde druk te laag Alarmtype: patiënt Alleen actief in HFO en NHFO Alarmclassificatie: 23 Alarmtype: Visueel en akoestisch Prioriteit alarm: hoog Vergrendelend: nee Alarm stil te zetten: ja Definitie: als de gemiddelde proximale druk meer dan 5 mbar lager is dan de ingestelde gemiddelde druk, wordt dit alarm gegenereerd.
Pagina 206
Technische gegevens Alarmbericht: Geen luchttoevoer. Alarmtoestand: lucht niet aangesloten Alarmtype: Technisch Actief in alle modi Alarmclassificatie: 28 Alarmtype: Visueel en akoestisch Prioriteit alarm: hoog Vergrendelend: nee Alarm stil te zetten: nee Definitie: dit alarm wordt door het controllersubsysteem gegenereerd om aan te geven dat de luchttoevoer is gedaald tot onder 2 bar.
Pagina 207
Technische gegevens Alarmbericht: Batterij bijna leeg. Alarmtoestand: er is minder dan 10 minuten voeding over tot Alarmtype: Technisch volledige ontlading Actief in alle modi Alarmclassificatie: 31 Alarmtype: Visueel en akoestisch Prioriteit alarm: hoog Vergrendelend: nee Alarm stil te zetten: nee Definitie: dit alarm wordt gegenereerd als er minder dan 10 minuten over is voordat de batterijen helemaal leeg zijn.
Pagina 208
Technische gegevens Alarmbericht: Monitor ISO communicatie fout: herstart de machine. Alarmtoestand: fout in seriële communicatie Alarmtype: Technisch Actief in alle modi als er een flowsensor is aangesloten Alarmclassificatie: 35 Alarmtype: Visueel en akoestisch Prioriteit alarm: hoog Vergrendelend: nee Alarm stil te zetten: nee Definitie: er is een interne communicatiefout opgetreden in het bewakingssubsysteem.
Technische gegevens Alarmbericht: Flow-ADC kan niet worden gekalibreerd Alarmtoestand: flow-ADC kan niet worden gekalibreerd Alarmtype: Technisch Actief in alle modi als er een flowsensor is aangesloten Alarmclassificatie: 37 Alarmtype: Visueel en akoestisch Prioriteit alarm: hoog Vergrendelend: nee Alarm stil te zetten: nee Definitie: als tijdens de flowkalibratie van het bewakingssubsysteem de signaalniveaus buiten de specificaties vallen, wordt dit alarm gegenereerd.
Technische gegevens Alarmbericht: Kalibratie flowsensor is niet mogelijk Alarmtoestand: de flowsensor kan niet gekalibreerd worden Alarmtype: Technisch Actief in alle modi als er een flowsensor is aangesloten Alarmclassificatie: 41 Alarmtype: Visueel en akoestisch Alarmprioriteit: middelhoog Vergrendelend: nee Alarm stil te zetten: ja Definitie: als de flowkalibratie om wat voor reden dan ook mislukt, wordt dit alarm gegenereerd.
Technische gegevens Alarmbericht: Bedieningssysteem reset: controleer de instellingen. Alarmtoestand: de gebruikersinterface is gereset Alarmtype: Technisch Actief in alle modi Alarmclassificatie: 45 Alarmtype: Visueel en akoestisch Prioriteit alarm: hoog Vergrendelend: nee Alarm stil te zetten: nee Definitie: als het gebruikersinterfacesubsysteem wordt gereset, wordt dit alarm gegenereerd. Reactie beademingsapparaat: Het beademingsapparaat geeft dit alarmbericht weer.
Technische gegevens Alarmbericht: Hoog Tidal Volume Alarmtoestand: hoog tidal volume Alarmtype: patiënt Actief in alle modi met een flowsensor aangesloten behalve Alarmclassificatie: 49 niet-invasieve modi en O2-therapie Alarmtype: Visueel en akoestisch Prioriteit alarm: hoog Vergrendelend: nee Alarm stil te zetten: ja Definitie: als het tidal volume hoger is dan de door de gebruiker geselecteerde grenswaarde, wordt dit alarm gegenereerd.
Technische gegevens Alarmbericht: Apneu Alarmtoestand: apneudruk Alarmtype: patiënt Actief in alle modi als er geen flowsensor is aangesloten Alarmclassificatie: 53 Alarmtype: Visueel en akoestisch Prioriteit alarm: hoog Vergrendelend: nee Alarm stil te zetten: ja Definitie: als er geen druktrigger wordt waargenomen binnen de door de gebruiker ingestelde apneutijd, wordt dit alarm gegenereerd.
Technische gegevens Alarmbericht: Zuurstofcel moet worden gekalibreerd. Alarmtoestand: de zuurstofcel moet gekalibreerd worden Alarmtype: Technisch Actief in alle modi Alarmclassificatie: 57 Alarmtype: Visueel en akoestisch Alarmprioriteit: middelhoog Vergrendelend: ja Alarm stil te zetten: ja Definitie: als op welk tijdstip dan ook de gemeten zuurstof meer dan 100% bedraagt, wordt dit alarm gegenereerd. Reactie beademingsapparaat: Het beademingsapparaat geeft dit alarmbericht weer.
Pagina 215
Technische gegevens Alarmbericht: Laag zuurstofniveau Alarmtoestand: zuurstof te laag Alarmtype: Technisch Actief in alle modi Alarmclassificatie: 61 Alarmtype: Visueel en akoestisch Prioriteit alarm: hoog Vergrendelend: nee Alarm stil te zetten: ja Definitie: als het toegediende zuurstof meer dan 5% lager is dan het door de gebruiker ingestelde zuurstofniveau, wordt dit alarm gegenereerd.
Technische gegevens Alarmbericht: Controleer data output. Alarmtoestand: fout van MO-hardware Alarmtype: Technisch Actief in alle modi Alarmclassificatie: 65 Alarmtype: Visueel en akoestisch Alarmprioriteit: middelhoog Vergrendelend: nee Alarm stil te zetten: nee Definitie: ESMO reageert niet. Het ESMO-subsysteem moet met regelmatige intervallen levenstekens naar de monitor zenden.
Pagina 217
Technische gegevens Alarmbericht: Alarm systeem fout: Machine buiten gebruik stellen. Alarmtoestand: Fout backup-sounder Alarmtype: Technisch Actief in alle modi Alarmclassificatie: 69 Alarmtype: Visueel en akoestisch Prioriteit alarm: hoog Vergrendelend: ja Alarm stil te zetten: nee Definitie: Dit alarm wordt gegenereerd als de UI uitval detecteert van de backup-luidspreker. Het alarm kan alleen worden uitgeschakeld door het beademingsapparaat UIT te schakelen.
Technische gegevens 30. Sensoralarmen 30.1 Alarmprioriteiten Standaardprioriteiten voor de externe sensoren als beide etCO en SpO -sensoren zijn aangesloten. Als de gebruiker een alarm krijgt (volgens hun betreffende prioriteiten) van elk van de externe sensoren. De prioriteiten zijn als volgt: Prioriteit 1.
Technische gegevens 30.2 SpO -bewaking (systeemalarmen) Alarmbericht: Hardwarefout SpO2/etCO2 Alarmtoestand: Communicatiefout Alarmtype: Technisch Actief in alle modi: Ja indien sensor aangesloten Alarmclassificatie: 1 Alarmtype: Visueel en akoestisch Alarmprioriteit: middelhoog Vergrendelend: nee Alarm stil te zetten: ja Beademingsapparaatactie: Het beademingsapparaat toont dit alarmbericht en toont streepjes in het bewaakte parameter-display.
Technische gegevens Alarmbericht: Hardwarefout SpO2 - 3 Alarmtoestand: reset SpO2-module Alarmtype: Technisch Actief in alle modi: Ja indien sensor aangesloten Alarmclassificatie: 5 Alarmtype: Visueel en akoestisch Alarmprioriteit: middelhoog Vergrendelend: nee Alarm stil te zetten: ja Beademingsapparaatactie: Het beademingsapparaat toont dit alarmbericht en toont streepjes in het bewaakte parameter-display.
Technische gegevens Alarmbericht: Defecte SpO2-sensor - 1 Alarmtoestand: defecte sensor Alarmtype: Technisch Actief in alle modi: Ja indien sensor aangesloten Alarmclassificatie: 9 Alarmtype: Visueel en akoestisch Alarmprioriteit: middelhoog Vergrendelend: nee Alarm stil te zetten: ja Beademingsapparaatactie: Het beademingsapparaat toont dit alarmbericht en toont streepjes in het bewaakte parameter-display.
Technische gegevens 30.3 SpO -bewaking (patiëntalarmen) Alarmbericht: Hoge SpO2 Alarmtoestand: SpO2 hoog Alarmtype: patiënt Actief in alle modi: Ja indien sensor aangesloten Alarmclassificatie: 1 Alarmtype: Visueel en akoestisch Alarmprioriteit: middelhoog Vergrendelend: nee Alarm stil te zetten: ja Het beademingsapparaat toont dit alarmbericht en knippert de SpO2-waarde in het bewaakte parameter-display. Actie van de gebruiker: Controleer de patiënt/controleer de beademingsparameters Alarmbericht: Lage SpO2 Alarmtoestand: SpO2 laag...
Technische gegevens 30.4 EtCO -bewaking (systeemalarmen) Alarmbericht: Hardwarefout SpO2/etCO2 Alarmtoestand: Communicatiefout Alarmtype: Technisch Actief in alle modi: Ja indien sensor aangesloten Alarmclassificatie: 1 Alarmtype: Visueel en akoestisch Alarmprioriteit: middelhoog Vergrendelend: nee Alarm stil te zetten: ja Beademingsapparaatactie: Het beademingsapparaat toont dit alarmbericht en toont streepjes in het bewaakte parameter-display.
Technische gegevens Alarmbericht: Modulefout etCO2 - 3 Alarmtoestand: Module-reset Alarmtype: Technisch Actief in alle modi: Ja indien sensor aangesloten Alarmclassificatie: 5 Alarmtype: Visueel en akoestisch Alarmprioriteit: middelhoog Vergrendelend: nee Alarm stil te zetten: ja Beademingsapparaatactie: Het beademingsapparaat toont dit alarmbericht en toont streepjes in het bewaakte parameter-display.
Technische gegevens Alarmbericht: Modulefout etCO2 - 5 Alarmtoestand: Controleer de flow Alarmtype: Technisch Actief in alle modi: Ja indien sensor aangesloten Alarmclassificatie: 9 Alarmtype: Visueel en akoestisch Alarmprioriteit: middelhoog Vergrendelend: nee Alarm stil te zetten: ja Beademingsapparaatactie: Het beademingsapparaat toont dit alarmbericht en toont streepjes in het bewaakte parameter-display.
Technische gegevens 30.5 EtCO -bewaking (patiëntalarmen) Alarmbericht: Geen etCO2-beademing Alarmtoestand: Geen ademhaling Alarmtype: patiënt Actief in alle modi: Ja indien sensor aangesloten Alarmclassificatie: 1 Alarmtype: Visueel en akoestisch Prioriteit alarm: hoog Vergrendelend: nee Alarm stil te zetten: ja Beademingsapparaatactie: Het beademingsapparaat toont dit alarmbericht en toont streepjes in het bewaakte parameter-display.
Technische gegevens Alarmbericht: Lage CO2 Alarmtoestand: CO2-alarm lage druk Alarmtype: patiënt Actief in alle modi: Ja indien sensor aangesloten Alarmclassificatie: 5 Alarmtype: Visueel en akoestisch Alarmprioriteit: middelhoog Vergrendelend: nee Alarm stil te zetten: ja Beademingsapparaatactie: Het beademingsapparaat toont dit alarmbericht en knippert de CO2-waarde in het bewaakte parameter-display.
Technische gegevens 31.2 EtCO -statusberichten Statusbericht: etCO2 opwarmen... even geduld Conditie: Opstarten Berichttype: Technisch Actief in alle modi: Ja indien sensor aangesloten Melding classificatie: 1 Berichttype: visueel Melding prioriteit: laag Vergrendelend: nee Bericht stil te zetten: N.v.t. Beademingsapparaatactie: Het beademingsapparaat toont dit bericht en toont streepjes in het bewaakte parameter-display.
Technische gegevens Statusbericht: etCO2-onderhoud vereist Conditie: Onderhoud is vereist Berichttype: Technisch Actief in alle modi: Ja indien sensor aangesloten Melding classificatie: 6 Berichttype: visueel Melding prioriteit: laag Vergrendelend: nee Bericht stil te zetten: N.v.t. Beademingsapparaatactie: Het beademingsapparaat toont dit bericht en toont streepjes in het bewaakte parameter-display.
Pagina 234
Technische gegevens Deze pagina is opzettelijk leeg gelaten.
6 Ontgrendel het uitstroomblok door De reinigings- en desinfectie-instructies zijn voor de klem 90 graden de externe oppervlakken van de SLE6000 en voor te draaien, naar een de loskoppelbare componenten van de SLE6000 horizontale positie. die na het gebruik bij elke patiënt moeten worden gereinigd en gedesinfecteerd.
Technische gegevens 32.3 Desinfectie-instructies 32.7 Desinfectie gasstraalpoorten buitenoppervlak 1 Neem twee schone, absorberende, niet-pluizende wegwerpdoeken. 1 Neem twee schone, absorberende, niet-pluizende wegwerpdoeken. 2 Giet alcohol (70% isopropanol) in een bak. 2 Giet alcohol (70% isopropanol) in een bak. 3 Bevochtig een van de doeken met de alcohol 3 Bevochtig een van de doeken met de alcohol (70% isopropanol).
80 - 2700 MHz in alle vlakken Nabijheidsvelden vanuit draadloze RF-apparatuur De SLE6000 is getest conform IEC 60601-1-2:2015 TETRA 400 (380-390 MHz) en voldoet aan de volgende eisen met betrekking tot elektromagnetische storingen, zonder afwijkingen.
(met inbegrip van randapparatuur zoals antennekabels en externe antennes) mogen niet dichter dan 30 cm (12 inch) bij welk onderdeel van de SLE6000 dan ook worden gebruikt, inclusief door de fabrikant gespecificeerde kabels. Anders kunnen de prestaties van deze apparatuur worden aangetast.
Technische gegevens 34. Schema pneumatische eenheid afbeelding van de pneumatische eenheid van het beademingsapparaat. Hieronder ziet u een schematische...
Technische gegevens 35. Identificatie softwareversie Aan de hand van de onderstaande tabel kan de gebruiker de op het beademingsapparaat geïnstalleerde softwareversie identificeren. Systeemversie V2.0.90 V2.0.92 Subsystemen GUI software 2.0.31 2.0.32 Gebruikersvoorkeuren 2.0.10 2.0.13 UI bios V3.23#4 V3.23#4 MMS-software 2.0.4 2.0.4 MMS-hardware 2 of C5 2 of C5...
Pagina 242
Technische gegevens Deze pagina is opzettelijk leeg gelaten.
Problemen oplossen 36. Probleemoplossingstabel 36.1 Problemen in verband met beademing Waarschuwing: Controleer in alle alarmsituaties eerst de patiënt. Symptoom Mogelijke oorzaak Oplossing Alarmbericht: Vers gas Gastoevoerslang geblokkeerd of Controleer de menggastoevoerlijn en het geblokkeerd. Controleer geknikt. overige beademingscircuit. beademingscircuit. 10 mm circuit aangebracht maar invasieve modus beademingsapparaat ingesteld op 15 mm beademingscircuit.
Pagina 245
Problemen oplossen Symptoom Mogelijke oorzaak Oplossing Alarmbericht: Delta P De maximumdruk is meer dan 5 mbar Controleer beademingsdrukwaarden. HFO Onverwachte daling. gedaald. Controleer het beademingscircuit en de vochtafvanger. Druk op Auto set om nieuwe alarmgrenswaarden in te stellen. Alarmbericht: Flowsensor Er heeft zich sputum op de flowsensor Verwijder sensor uit beademingscircuit.
Problemen oplossen 36.2 Problemen met het beademingsapparaat Waarschuwing: Controleer in alle alarmsituaties eerst de patiënt. Symptoom Mogelijke oorzaak Oplossing Scherm beademings- Defect scherm. Laat beademingsapparaat controleren apparaat blijft leeg door gekwalificeerde technici. na inschakelen. Halo om aan/uit-knop is groen. Scherm beademings- Defect scherm.
Pagina 247
Problemen oplossen Symptoom Mogelijke oorzaak Oplossing Lage-drukalarm met Fout in lucht- en zuurstoftoevoer. Als dit alarm verschijnt terwijl CPAP/PEEP/gemiddelde er een patiënt is aangesloten, op nul en PIP/drukverschil patiënt overbrengen naar andere op nul. beademingsmethode. Alarmmelding: Lage druk. Controleer toevoer/aansluitingen lucht en zuurstof.
Pagina 248
Problemen oplossen Symptoom Mogelijke oorzaak Oplossing Alarmbericht: Defect Breuk in een hittedraad van Verwijder de sensor uit het in flowsensor. de flowsensor. beademingscircuit. Gooi de flowsensor weg. Plaats een nieuwe flowsensor en voer opnieuw kalibratie uit. Plaats sensor opnieuw in beademings- circuit.
Problemen oplossen Symptoom Mogelijke oorzaak Oplossing Alarm zuurstofcelkali- De zuurstofsensor heeft een zuurstof- Kalibreer O2-sensor opnieuw. bratie. concentratie van > 100% gemeld. Alarmbericht: Zuurstofcel Bij een fout in sensor verschijnt een moet worden nieuw zuurstofcelalarm. Breng patiënt gekalibreerd. na verschijnen van deze meldingen over naar een andere beademingsmethode en stel het beademingsapparaat buiten gebruik.
Pagina 250
Problemen oplossen Deze pagina is opzettelijk leeg gelaten.
De urenteller houdt alleen de tijd bij dat het beademingsapparaat in bedrijf is, d.w.z. ingeschakeld. 37.2 GPO-sets De SLE6000 heeft twee GPO-sets, A en B. 37.2.1 Set A De set bevat het volgende: Zuurstofsensorcel Aant. 1 Verwijder de netvoedingskabel (C).
Uitsluitend een getrainde technicus kan dit onderhoud uitvoeren. Door middel van de alarmtestprocedure Overleg met SLE of uw leverancier voor meer informatie. kan de gebruiker de essentiële werking van de volgende alarmen testen: Het beademingsapparaat toont onder de etCO...
PPM & functietest Het bericht voor hoge zuurstof (bericht 38.1.5 Alarm overschreden volume - Hoog/laag “Hoge zuurstofniveau”) wordt geactiveerd. Tidal Volume Stel de O2-regeling in op 25%. Schakel over naar de HFO-modus. Koppel de zuurstoftoevoer los. (Het beademings- Δ P in op 80 mbar. Stel de apparaat schakelt nu over naar 100% lucht).
PPM & functietest Controleer of het wisselstroomsymbool aanwezig is; dit symbool bevindt zich naast het accupictogram. Waarschuwing: Als een van de bovenstaande tests mislukt, mag het beademingsapparaat Ga na of het beademingsapparaat normaal blijft niet worden gebruikt. Stel het buiten gebruik werken.
PPM & functietest 39. Functietest externe sensor Reset de lage grens tot onder de gemeten waarde. Verlaag de SpO -alarmgrens hoge druk tot boven 39.1 Masimo SET ® de gemeten SpO -waarde. Gebruik de standaardconfiguratie van Wacht tot het SpO -alarm hoge druk wordt het beademingsapparaat zoals ingeschakeld.
PPM & functietest 39.2 MicroPod™ Reset de lage grens tot onder de gemeten waarde. Gebruik de standaardconfiguratie van Reset alle alarmberichten. het beademingsapparaat zoals De etCO -alarmtest is nu voltooid. beschreven in “Installatie beademings- apparaat” op pagina 42. Sluit een volledig beademingscircuit en een testlong aan.
Pagina 258
PPM & functietest Deze pagina is opzettelijk leeg gelaten.
Pagina 259
Installatie-instructies Installatie-instructies “Uitpakken” op pagina 260 “In elkaar zetten van de Medicart” op pagina 261 “Beademingsapparaat uitpakken” op pagina 262 “Beademingsapparaat monteren op Medicart” op pagina 263 “Bevestiging netvoedingskabel” op pagina 264 “Functietest voorafgaand aan het gebruik” op pagina 264 “Configuratie beademingsapparaat”...
Installatie-instructies 40. Installatie-instructies 40.1 Uitpakken Aan de hand van de volgende installatie-instructies 1 Plaats de verzenddoos op een vlakke ondergrond kan de gebruiker het beademingsapparaat in elkaar met toegang aan alle kanten. zetten en de werking testen. Waarschuwingen: Het beademingsapparaat mag uitsluitend door gekwalificeerd servicepersoneel in bedrijf worden gesteld.
Installatie-instructies 40.2 In elkaar zetten van de Medicart 3 Verwijder de doos met het beademingsapparaat met gebruik van de handgrepen. 40.2.1 Inhoud Medicart-set Topplaatconstructie ..... Aant. 1 Staander ........Aant. 1 Voetplaat met zwenkwielen ..Aant. 1 Slanghaak........Aant. 1 Bevochtigersteun ......
Installatie-instructies 40.3 Beademingsapparaat uitpakken 2. Keer het voetstuk en de staander om en vergrendel de voorste wielen. Bevestig de topplaat (C) op de 1. Plaats de doos met het beademingsapparaat centrale staander met 6 stuks M6 verzinkschroeven (D). op een vlak, stabiel oppervlak. 2.
Installatie-instructies 40.5 Beademingsapparaat monteren 5. Til het beademingsapparaat met behulp van het achterste tilpunt (E) en het voorste tilpunt (F) uit het op Medicart onderste schuimstuk. Het voorste tilpunt (F) is de Plaats het beademingsapparaat op de Medicart. greep op de voorzijde van het beademingsapparaat dat gedeeltelijk bedekt is door het steunschuim.
Installatie-instructies 40.6 Bevestiging netvoedingskabel 40.7 Functietest voorafgaand aan het gebruik De netvoedingskabel moet worden vastgezet met de aangebrachte klem. Voer de “Installatie beademingsapparaat” op pagina 42 en de “Functietests (invasieve dubbele tak)” op pagina 45 uit. 40.8 Configuratie beademingsapparaat Het beademingsapparaat wordt geleverd met de in de technische specificaties vermelde fabrieksinstellingen.
Pagina 265
Gebruikersvoorkeuren Gebruikersvoorkeuren “Gebruikersvoorkeuren openen” op pagina 266 “Tabblad Parameters” op pagina 266 “Tabblad Beademing” op pagina 267 “Tabblad Alarmen” op pagina 267 “Tabblad Interface” op pagina 268 “Tabblad Regio” op pagina 268 “Tabblad Opslaan & afsluiten” op pagina 268...
Gebruikersvoorkeuren 41. Gebruikersvoorkeuren 41.1.1.1 Parameters Op dit paneel kan het volgende worden ingesteld. In dit hoofdstuk worden alle onderdelen van de interface voor gebruikersvoorkeuren beschreven. Opmerking: Gebruikersvoorkeuren kan alleen worden geselecteerd vanuit de “standby- modus”. 41.1 Gebruikersvoorkeuren openen Om de gebruikersvoorkeuren te openen selecteert u “Techniek”...
Gebruikersvoorkeuren 41.1.2 Tabblad Beademing 41.1.3 Tabblad Alarmen Op het tabblad Beademing worden voorkeuren Op het tabblad Alarmen worden de voorkeuren ingesteld voor functies die beschikbaar zijn in een ingesteld voor standaardlimieten voor de weergegeven beademingsmodus. alarmen die beschikbaar zijn in een beademingsmodus.
Gebruikersvoorkeuren 41.1.4 Tabblad Interface Op het tabblad Interface worden de gebruikersinterfa- Opmerking: Alleen voor de Chinese taal komt cevoorkeuren ingesteld voor functies die beschikbaar er bij selectie een nieuwe functie ter beschikking. zijn in een beademingsmodus. De nieuwe functie dient voor het deactiveren van de knop “Doorgaan zonder flowsensor”...
Pagina 269
Software voor gebeurtenis- en patiëntlog Software voor gebeurtenis- en patiëntlog...
Software voor gebeurtenis- en patiëntlog 42. SLE 6000-viewersoftware voor 42.2 Installatie van software gebeurtenis- en patiëntlog Steek de bij het beademingsapparaat geleverde SLE USB-geheugenstick in de hostcomputer. Let op: De SLE 6000-software voor gebeurtenis- Wanneer het venster AutoPlay verschijnt, selecteert en patiëntlog is uitsluitend bestemd voor...
Software voor gebeurtenis- en patiëntlog 42.4 Indeling exportbestanden Activeer het tabblad Techniek (1) en selecteer het tabblad Data (2). De SLE6000 maakt een map aan met een identificatienummer dat uniek is voor het beademingsapparaat. Voorbeeld: ID beademingsapparaat 1001453795 In de map vindt de gebruiker een aantal bestanden.
Software voor gebeurtenis- en patiëntlog 42.5 Kenmerken Log Viewer 42.5.1 Load Files Vinkjes voor datum/tijd worden voor alarmen, gebeurtenissen en trends massief blauw gemarkeerd Deze knop dient voor het laden van het gebeurtenislog 42.5.2 Exporteren naar XML (“SystemLog.evt”), het alarmlog Door deze functies worden de (“AlarmsLog.txt”) en het trendlog alarmen en gebeurtenissen...
Software voor gebeurtenis- en patiëntlog 42.5.4 Zoekfilter Golfvormen kunnen naar de gewenste datum/tijd worden geschoven door de schuifbalk “Position” Deze functie dient voor te verzetten. het opzoeken van items Het golfvormscherm kan worden verborgen door op de in het venster Alarm knop “Hide Trend”...
Software voor gebeurtenis- en patiëntlog De snelheid van de trendgolfvorm kan worden afgesteld door de schuifbalk “Playback Speed” in het menu te verschuiven. 42.5.9 De optie “UTAS” Dit is een met een wachtwoord beveiligde functie die niet voor algemeen gebruik is. 42.5.10 Tijdlijn Onder in de toepassing staat een balk waarop de starttijd en eindtijd van de geëxporteerde gegevens...
Pagina 276
Software voor gebeurtenis- en patiëntlog Deze pagina is opzettelijk leeg gelaten.
Training eindgebruiker In deze cursussen komen reparatie en onderhoud van SLE of haar distributeur biedt klinische ondersteuning de hardware en software van het SLE6000 aan alle gebruikers van SLE beademingsapparaten. beademingsapparaat voor zuigelingen aan bod. Dit wordt altijd gecoördineerd door de plaatselijke ver- koopspecialist of distributeur om een effectieve benut- Neem contact op met SLE Ltd.
Pagina 278
Training Deze pagina is opzettelijk leeg gelaten.
Pagina 279
Accessoires Verbruiksproducten en accessoires...
Accessoires 45. Verbruiksproducten en accessoires Verbruiksproducten Afbeelding Onderdeelnr. 10 mm beademingscircuit (eenmalig gebruik) BC6188/15 Doos van 15 10 mm beademingscircuit (eenmalig gebruik) Dual heated wire BC6188/DHW/07 (dubbele hittedraad) met kamer. Doos van 7 10 mm beademingscircuit (eenmalig gebruik) Dual heated wire BC6288/DHW/15 (dubbele hittedraad) zonder kamer.
Pagina 281
Softwaremodule SLE6000 NIPPV Tr. Z6000/NIP ® Softwaremodule SLE6000 OxyGenie gesloten lus Z6000/CLP Flowsensoraansluitkabel met antimicrobiële coating. N6656 1,5 m SLE uSpO2-kabel (Masimo SET) (kabel 1,8 m) en LNCS L6000/SP2/KIT sensormonsterset MicroPod™ Microstream™-etCO2-module LETC2/RS03000 MicroPod™-montagekit (Vesa) LETC2/9279 MicroPod™-montagekit (Clip) LETC2/9283 MicroPod™-kalibratiesoftwarekit...
Pagina 282
Accessoires Onderdeelnr. Accessoires Afbeelding Extra uitstroomblok N6622 Geluiddemper (geschikt voor autoclaaf) N2186/01 Zuurstofwaterafvangconstructie L6000/XWT -slang, 3 meter lang - 90º NIST-moer naar BS-sonde. N2035/RAC/001 Kleur van slang wit. Luchtslang, 3 meter lang - 90° NIST-moer naar BS-sonde. N2199/RAC/001 Buis kleur zwart. -slang, 3 meter lang - 90°...
Pagina 283
Accessoires Onderdeelnr. Accessoires Afbeelding -slang, 4,3 meter lang - 90º DISS mannelijk naar DISS vrouwelijk. N2035/RAD/GRN Buiskleur groen Luchtslang, 4,3 meter lang - 90° DISS vrouwelijk naar DISS vrouwelijk. N2199/RAD/YEL Buiskleur geel MR850 Verwarmingseenheid bevochtiger. (230V) Alleen voor VK. N3850/00 MR850 Verwarmingseenheid bevochtiger.
Pagina 284
Gebruiksaanwijzing voor SLE6000. (Nederlands) UM165/NL Gebruiksaanwijzing voor SLE6000. (Russisch) UM165/RU Gebruiksaanwijzing voor SLE6000. (Oekraïens) UM165/UA Gebruiksaanwijzing voor SLE6000. (Grieks) UM165/GR Gebruiksaanwijzing voor SLE6000. (Zweeds) UM165/SE Gebruiksaanwijzing voor SLE6000. (Chinees) UM165/CN Gebruiksaanwijzing voor SLE6000. (Japans) UM165/JP Servicehandboek voor SLE6000 (alleen Engels) SM38...
Begrippenlijst 46. Begrippenlijst Global Medical Device Nomenclature GMDN (wereldwijde naamgeving medische hulpmiddelen) (American Standard Code for Information Interchange) is het meest Gepland preventief onderhoud gebruikte formaat voor computer- ASCII tekstbestanden. Niet geschikt voor High flow nasal cannulae (neuscanule HFNC afwijkende symbolen maar wel voor met hoge flow) numerieke weergave.
Pagina 286
Begrippenlijst Power on self test (zelftest POST bij inschakeling) Hartfrequentie Pounds per Square Inch (lb per vierkante inch) Power Supply Unit (voedingseenheid) Patient Triggered Ventilation (door patiënt getriggerde beademing) Resist. Resistance (weerstand) of R Radiofrequentie Respiratory Rate (ademfrequentie) RS232 is een beproefde standaard voor seriële datacommunicatie RS232C met lage snelheid.
Markering en symbolen 47. Markering en symbolen SLE6000 47.1 Beschrijving van markeringen USB-poort op beademingsapparaat Algemeen waarschuwingssymbool Symbool voor potentiaalvereffening Symbool Let op Symbool voor gelijkstroom Waarschuwing, elektriciteit Gewicht apparaat Raadpleeg instructiehandleiding/- boekje Aan/uit Symbool met de patiënt CE-markering en nummer...
Markering en symbolen 47.2 Beschrijving van optiemarkeringen 47.3 Beschrijving van markeringen in interface .Aangebracht op de zijkant van het Kernsoftwarespecificatie Waarschuwingssymbool en softwareoptie versienummer. Netvoedingspictogram Softwareoptie HFO-beademing HFOV, HFOV+CMV & nHFOV Symbool voor gelijkstroom Softwareoptie Volume Targeted Ventilation (beademing met richtvolume) .
Pagina 289
Markering en symbolen Opgeslagen beelden Naar links scrollen (Scrollen) Backspace Naar rechts scrollen (Scrollen) Sluiten HFO alleen in expiratiefase Omhoog scrollen HFO in inspiratie- en expiratiefase Omlaag scrollen Scherm vergrendeld Inzoomen (Zoom) Afspelen Uitzoomen (Zoom) Pauze Naar links scrollen (Cursor) Bevestigen Naar rechts scrollen (Cursor)
Markering en symbolen 47.4 Beschrijving MicroPod™- markeringen Let op Defibrillatorbestendige bescherming type BF Gasinlaat Gasuitlaat Alleen voor gebruik op recept CE-markering AEEA-symbool...
Pagina 291
SLE behoudt zich het recht voor om zonder voorafgaand bericht wijzigingen aan te brengen in apparatuur, publicaties en prijzen, indien dat noodzakelijk of wenselijk wordt geacht. Revisiegeschiedenis Rev. Datum Ref. wijziging 03/09/18 Oorspronkelijke uitgave. 2/12/18 CN 104 11/06/19 CN 2141...
Pagina 292
SLE Limited +44 (0)20 8681 1414 Twin Bridges Business Park +44 (0)20 8649 8570 232 Selsdon Road South Croydon sales@sle.co.uk Surrey www.sle.co.uk CR2 6PL Wanneer alles draait om de aller...