18.5.4 Alarmwerking hogedrukgrens.
Als een door de gebruiker ingestelde hoge
PIP-alarmgrens met 5 mbar of 20 mbar wordt
overschreden voert het beademingsapparaat het
volgende uit.
Overschrijding hoge PIP -grens met 5 mbar
Bij een overschrijding van de hoge PIP-alarmgrens
met meer dan 5 mbar wordt de vers gas-toevoer
3 seconden stopgezet. De gemiddelde druk wordt
gehandhaafd en de beademing wordt gestopt, in
alle beademingsmodi. Na 3 seconden herstart het
beademingsapparaat de vers gas-toevoer en na
nog eens 5 seconden na de herstart van de vers
gas-toevoer wordt de beademing opnieuw gestart.
Het alarm "Hogedrukgrens overschreden" blijft actief
totdat deze toestand is opgeheven. Als het
beademingsapparaat na opnieuw starten van
de beademing dezelfde toestand aantreft, wordt
de cyclus herhaald.
Overschrijding van de ingestelde beademingsap-
paraatgrenswaarde van 20 mbar
Bij een overschrijding van de hoge PIP-alarmgrens
met meer dan 20 mbar stopt het beademingsapparaat
alle gastoevoer gedurende 6 seconden. Het handhaaft
de gemiddelde druk niet en de beademing wordt
gestopt, in alle beademingsmodi. Na 6 seconden start
het beademingsapparaat de vers gas-toevoer opnieuw
en herstart de beademing na nog eens 2 seconden
na het opnieuw starten van de vers gas-toevoer.
Het alarm "Hogedrukgrens overschreden" blijft actief
totdat deze toestand is opgeheven. Als het
beademingsapparaat na opnieuw starten van
de beademing dezelfde toestand aantreft, wordt
de cyclus herhaald.
Operationele functies
18.5.5 Alarmwerking lagedrukgrens
Opmerking: De gebruiker dient te beseffen
dat het alarm lagedrukgrens bij conventionele
beademing slechts tot minimaal 1mbar
automatisch het niveau kan volgen. Als de
gebruiker het alarm lager dan 1 mbar wil
instellen, moet dit handmatig gebeuren. Als de
alarmgrens handmatig lager dan 1 mbar wordt
ingesteld en er een drukgerelateerde parameter
wordt aangepast, dan zal de alarmgrens lage
druk weer op 1 mbar worden ingesteld of op
de grens zoals aangegeven door de CPAP-druk.
De gebruiker moet de alarmgrens dan weer
handmatig op het gewenste niveau instellen.
Waarschuwing: Indien de gebruiker het alarm
lagedrukgrens lager instelt dan 1mbar, kan het
beademingsapparaat niet meer waarnemen of
er in het beademingscircuit het volgende is
losgekoppeld: de inspiratietak is losgekoppeld
van het T-stuk van de ET-tube, samen met de
gekleurde restrictor. (In dat geval zal het alarm
niet worden geactiveerd aangezien het is
ingesteld op 0 mbar of lager; het lekkagealarm
zal evenmin actief worden, doordat de restrictor
nog op het inspiratietak is bevestigd.
Het beademingsapparaat zal niet onmiddellijk
waarnemen dat de ET-tube is losgekoppeld
van de flowsensor als de ondergrens van het
alarm is ingesteld op 0 mbar of minder.
Na 20 seconden zal het beademingsapparaat het
alarm "Breath Not Detected" (Geen ademteug
ontdekt) genereren.
123