Nr.
Naam
13
Beademingsmodus
14
VTV-status
15
Eind- Gevoeligheid
16
Grens ademtrigger
17
Stijgtijd
18
Ingestelde flow (O2-modus)
19
Vernevelaar ingeschakeld
20
Alarm patiëntlekkage
21
Apneualarm
22
Alarm lage druk
Alarm lage PAW in HFOV,
HFOV+ CMV en nHFOV
23
Alarm hoge PEEP
Alarm hoge CPAP in CPAP,
nCPAP D en nCPAP S
24
Cyclusfout-alarm
Technische gegevens
Beschrijving
n.v.t.
n.v.t.
Ingesteld % van maximale flow
ademteug waardoor beëindiging
van de ademteug wordt
geactiveerd.
Doelgrens trigger
De tijd waarin de gebruikte
drukcurve 99% van de doeldruk
bereikt
Flow expiratiepoort in
de O2-ondersteuningsmodus.
Vernevelaar is aangesloten
en ingeschakeld.
Lekalarmwaarde
Tijd die het duurt voordat het
apneualarm wordt geactiveerd
Waarde voor het activeren
van een alarm voor lage druk
Alarmgrens hoge PEEP.
Cyclusfout-alarmgrens.
Eenheden
Uitgangsbereik (fysiek bereik)
n.v.t.
Maakt gebruik van de nummeringslijst voor
beademingsmodi:
CPAP = 0
CMV = 1
PTV = 2
PSV = 7
SIMV = 3
Alleen HFO = 4
HFO + CMV = 5
nCPAP D = 9
NIPPV (dubbele tak)= 10
NIPPV Tr = 11
NHFOV (dubbele tak)= 12
NCPAP (enkele tak) = 13
DuoPAP = 14
O2-therapie = 16
Standby = 17
n.v.t.
0 = UIT
255 = AAN
%
5 – 50
0,1 Lpm voor lage triggering.
2 – 200
Bij druktriggering 0,5%
(0,2 – 20,0 l/min voor flowtriggering;
1-100% voor druktriggering)
10 ms
0 – 300 (0,00 – 3,00 s)
'-' indien niet beschikbaar.
0,1 l/min
20 – 300 (2,0 – 30,0 l/min)
AAN/UIT
255 = INGESCHAKELD
0 = UITGESCHAKELD
%
5 – 50 = AAN
'-' = UIT
Seconden
5 – 60
'-' als apneualarm is uitgeschakeld
0,1 * drukeenheid
-100 tot +340 (-10 tot +34 mbar of cmH20)
in conventionele en NIV-modi
-650 tot +340 (-65 tot +34 mbar of cmH2O)
in HFOV, nHFOV
-750 tot +340 (-75 tot +34 mbar of cmH2O)
in HFO+CMV
0,1 * drukeenheid
10 – 450 (1 – 45 mbar of cmH2O)
10 – 250 (1 – 25 mbar of cmH20) in nCPAP
S en DuoPAP
0,1 * drukeenheid
0 – 640 (0 – 64 mbar of cmH2O)
0 – 240 (0 – 24 mbar of cmH2O) in nCPAP
S en DuoPAP
177
'-' als P-ondersteuning UIT is