6-9. Probleemoplossing lasstroombron
Probleem
Geen lasuitgangsspanning;
het apparaat werkt totaal niet.
Geen lasuitgangsspanning;
de meter staat op ON.
Onregelmatige of onjuiste
lasuitgangsspanning.
Geen 115 V wisselspanning
op enkelvoudige stekkerdoos.
Geen 24 V wisselspanning
op de 14-pens stekkerdoos
voor de afstandsbediening.
Als de afstandsbediening is aangesloten
geeft
het
lasapparaat
spanning.
Aantekeningen
OM−253 906 Pagina 70
Zet de werkschakelaar aan (zie hoofdstuk 4-9).
Controleer de netzekering(en) en vervang ze indien noodzakelijk; of reset de automatische zekering
(zie hoofdstuk 4-9).
Controleer of de voeding goed is aangesloten (zie hoofdstuk 4-9).
Kijk de afstandsbediening na, repareer hem of vervang hem.
Het apparaat is oververhit. Laat het apparaat afkoelen met de ventilator aan (zie hoofdstuk 3-4).
Bekijk hulpschermen van voltmeter/ampèremeter.
Gebruik een laskabel van het juiste formaat en type (zie hoofdstuk 2-3).
Reinig alle laskoppelingen en draai ze vast.
Controleer de kabel voor de spanningsdetectie. Opgerolde kabels uitleggen.
Reset beveiliging CB1 voor hulpapparatuur (zie hoofdstuk 4-6).
Reset beveiliging CB2 voor hulpapparatuur (zie hoofdstuk 4-5).
Controleer de schakelaar en de potentiometer van de afstandsbediening.
continue
Oplossing