Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Hoofdstuk 5 − Bediening; Bedieningsterminologie - Miller PipeWorx 400 Handleiding

380-400 volt
Verberg thumbnails Zie ook voor PipeWorx 400:
Inhoudsopgave

Advertenties

5-1. Bedieningsterminologie

Hier volgt een lijst termen en definities met betrekking tot deze interface-eenheid.
Algemene termen:
98/2 Ox
Ampèrage
Boogregeling
Booglengte
C2
C20
C20−C25
C8−C15
Dig
Dual Schedule
(2 programma's)
EXX10
EXX18
FCAW
(Flux Cored Arc Welding)
Type gas
HF
Hot Start
Inductantieregeling
Jog
Lift Arc
MIG (GMAW)
Nagas
Voorgas
HOOFDSTUK 5 − BEDIENING
Gasmengsel van 98% argon en 2% O
Geeft de gemiddelde stroomsterkte in ampère (A) aan, deze waarde blijft na het lassen 10 seconden
gehandhaafd.
Afstelling van de breedte van de boogkegel en de boogeigenschappen bij RMD- en pulsbooglassen.
Een hogere waarde geeft een bredere boogkegel en beïnvloedt ook de booglengte (uiteinde van elektrode
naar werkstuk). Zie hoofdstuk 5-9, de punten 1 en 4, voor het instellen van de waarde voor de boogregeling.
Afstand van het uiteinde van de draad tot het werkstuk. De term wordt ook gebruikt bij de lengteafstelling
voor RMD- en pulsbooglassen. Een hogere waarde geeft een langere boog, omgekeerd is de boog korter
bij een lagere instelling van deze parameter. Zie hoofdstuk 5-9, de punten 2 en 3, voor het instellen van
de waarde van de booglengte.
Gasmengsel van 98% argon en 2% CO
Gasmengsel van voornamelijk argon en 20% CO
Gasmengsel van voornamelijk argon en 25% CO
Gasmengsel van voornamelijk argon en 8−15% CO
Instelbare waarde voor het beklede elektrode lassen. Een lagere waarde geeft extra stroom als de spanning
relatief laag is (geringe booglengte). Voorkomt het "vastplakken" van de elektrode en het uitdoven van de boog
bij een geringe booglengte.
Een twee standenschakelaar die in of aan de handgreep van de toorts zit. Met de schakelaar kunnen tijdens
de MIG-lasprocessen lasparameters worden veranderd. De toortsschakelaar werkt als een gewone schakelaar.
Dual Schedule is altijd geactiveerd. Zie hoofdstuk 5-2 punt F 8 voor het instellen hiervan.
Type beklede elektrode. Bij deze instelling wordt gewoonlijk EXXX1 of EXXX2 gebruikt (cellulose elektrode).
Type beklede elektrode. Bij deze instelling wordt gewoonlijk EXXX3 t/m EXXX8 of roestvast staal gebruikt,
elektrodes met een laag waterstofgehalte.
Bij het lassen met gevulde draad wordt een draad gebruikt die in de boog wordt gevoerd. Er is beschermgas
nodig uit een externe of interne bron. Het gas kan ook worden gevormd door kernmateriaal van de draad.
Voor de PipeWorx 400 wordt alleen dubbel afgeschermd draad aanbevolen. Het is niet nodig een gasmengsel
of draaddiameter te kiezen. Zie de gegevens van de fabrikant voor het aanbevolen gasmengsel. Draaddikten
van 0,9 tot 1,6 zijn bruikbaar.
Keuze van toe te passen beschermgas: C8−C15 (argon/8−15% CO
C25 (argon/25% CO
), 100% CO
2
Startmethode voor TIG-lassen. Hoogfrequent wordt in het begin geactiveerd, om gemakkelijker de lasboog
te starten bij het inschakelen van de lasstroom. Als er eenmaal een lasboog is, stopt het hoogfrequent.
Als de boog wegvalt wordt het hoogfrequent weer ingeschakeld om opnieuw een lasboog te creëren. HF-start
(hoogfrequent starten) wordt toegepast bij GTAW-lassen wanneer contact met het werkstuk niet is toegestaan
als startmethode.
Instelbare waarde voor beklede elektrodelassen. Hiermee is de lasstroom aan het begin van het beklede
elektrodelassen aan te passen, voor het geval dat dat nodig is om te starten. Zo wordt voorkomen dat de
elektrode gaat vastzitten bij het starten van de boog. Bij een hogere instelwaarde geldt een grote lasstroom.
Met een lagere waarde verkrijgt u een lagere stroom.
Voor het instellen van de inductantie bij MIG en FCAW. Bij kortsluitboog−GMAW−lassen geeft een verhoging
van de inductantie een vermindering van het aantal kortsluitingen per seconden (als er tenminste geen andere
wijzigingen worden gemaakt) en verhoogt het de boog-aan tijd. De verhoogde boog-aan tijd maakt het lasbad
meer vloeibaar. Zie hoofdstuk 5-9, de punten 1 en 4, voor het instellen van de inductantiewaarde.
Een methode om lasdraad toe te voeren zonder dat de contactor of de gasklep wordt ingeschakeld.
Zie hoofdstuk 5-9 punt 9.
Startmethode voor TIG-lassen. Maak met de wolfraam elektrode contact met het werkstuk, bij het begin
van de lasnaad. Schakel de lasstroom en de gastoevoer in met de toortsschakelaar, of desgewenst met
een voetschakelaar of handbediening. Houd de elektrode één tot twee seconden op het werkstuk en til
langzaam de elektrode op om een lasboog te vormen. Lift Arc wordt gebruikt bij het GTAW-lassen als
de HF-startmethode niet toegestaan is.
Ook wel genoemd lassen met massieve draad. Het is een lasproces waarbij metalen worden verbonden door
ze te verhitten met een lasboog. De lasboog is aanwezig tussen het werkstuk en een doorlopend aangevoerde,
wegsmeltende lasdraad, die als elektrode dient. Extern toegevoerd gas of een mengsel van gassen zorgt voor
bescherming tegen oxidatie.
De tijd dat het beschermgas blijft doorstromen terwijl de lasboog er niet meer is.
De tijd dat het beschermgas al stroomt voordat de lasboog ontstaat.
.
2
2.
2.
2.
2.
C2 (argon/2% CO
), 98/2 Ox (Argon/2% O
2,
2
), C20 (argon/20% CO
),
2
2
), CO
(100% CO
).
2
2
2
OM−253 906 Pagina 37

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

Pipeworx 40Pipeworx 400 lassysteem

Inhoudsopgave