Pagina 1
OM-220 389N/dut 2009−08 Processen MIG/MAG lassen Pulserende MIG (GMAW-P) Lassen met gevulde draad Beschrijving Lasstroombron Axcess 450 HANDLEIDING VOOR DE GEBRUIKER www.MillerWelds.com/ams...
Pagina 2
Wij weten dat u geen tijd heeft om het an- ders dan meteen goed te doen. Om die reden zorgde Niels Miller, toen hij in 1929 voor het eerst met het bouwen van booglasapparatuur begon, er dan ook voor dat zijn producten lang meegingen en van superieure kwaliteit waren.
INHOUDSOPGAVE SECTIE 1 − VEILIGHEIDSMAATREGELEN − LEES DIT VÓÓR GEBRUIK ......1-1. De betekenis van de symbolen .
Pagina 4
DECLARATION OF CONFORMITY for European Community (CE marked) products. MILLER Electric Mfg. Co., 1635 Spencer Street, Appleton, WI 54914 U.S.A. declares that the product(s) identified in this declaration conform to the essential requirements and provisions of the stated Council Directive(s) and Standard(s).
SECTIE 1 − VEILIGHEIDSMAATREGELEN − LEES DIT VÓÓR GEBRUIK dut_som_2009−08 Bescherm uzelf en anderen tegen letsel; lees deze voorzorgsmaatregelen en volg ze op. 1-1. De betekenis van de symbolen GEVAAR! − Duidt op een gevaarlijke situatie die moet Aanduiding voor speciale instructies. worden vermeden omdat hij anders leidt tot ernstig of dodelijk letsel.
Pagina 6
Er staat ook NA het afsluiten van de voedingsspan- LASSEN kan brand of explosies ver- ning nog een AANZIENLIJKE GELIJKSPANNING oorzaken op het voedingsgedeelte van de inverter lasstroom- bronnen. Als er gelast wordt aan gesloten vaten zoals tanks, trommels of pijpen, kunnen deze opgeblazen wor- D Zet de gelijkstroom-wisselstroomomzetter uit, maak de voedings- den Er kunnen vonken van de lasboog afvliegen.
D Bescherm gasflessen tegen hoge temperaturen, mechanische ELEKTRISCHE EN MAGNETISCHE VELDEN schokken, slak, open vuur, vonken en vlambogen. kunnen van invloed zijn op geïmplanteerde D Plaats de gasflessen rechtop in een rek of in de laskar zodat ze niet medische apparatuur. kunnen vallen of omkantelen.
LASDRAAD kan letsel veroorzaken H.F. STRALING kan storingen veroor- zaken D Bedien de toortsschakelaar pas als u de aan- wijzing krijgt om dat te doen. D Hoog-frequente straling kan storing veroorza- D Richt het pistool niet op enig lichaamsdeel, an- ken bij radio-navigatie, veiligheidsdiensten, dere mensen of op enig materiaal als de draad computers en communicatie-apparatuur.
1-5. Belangrijkste Veiligheidsvoorschriften Safety in Welding, Cutting, and Allied Processes, ANSI Standard Z49.1, 25 West 43rd Street, New York, NY 10036 (phone: 212-642-4900, web- from Global Engineering Documents (phone: 1-877-413-5184, website: site: www.ansi.org). www.global.ihs.com). Standard for Fire Prevention During Welding, Cutting, and Other Hot Safe Practices for the Preparation of Containers and Piping for Welding Work, NFPA Standard 51B, from National Fire Protection Association, and Cutting, American Welding Society Standard AWS F4.1, from Glob-...
SECTIE 2 − DEFINITIIES 2-1. Definities voor de waarschuwingslabels Waarschuwing! Pas op! Kans op gevaar gevaarlijk zijn voor uw gezondheid. zorg dat er een toezichthouder is die (zie de symbolen). klaarstaat om dit gebruiken. 2.1 Zorg ervoor dat u niet in de rook staat. 3.3 Niet op vaten of dichte containers e.d.
> 5 min 219 844-A Waarschuwing! Pas op! Kans op condensatoren nooit aan. Rondvliegende stukken van gevaar (zie de symbolen). onderdelen kunnen letsel Wacht altijd 5 minuten na het veroorzaken. Draag altijd Een elektrische schok van de uitschakelen van de stroom voordat een gezichtsscherm als u onderhoud bedrading kan dodelijk zijn.
SECTIE 3 − TECHNISCHE GEGEVENS 3-1. Belangrijke informatie betreffende CE-producten (voor verkoop binnen de EU) Deze apparatuur mag niet worden gebruikt door het algemene publiek aangezien de EMV-grenzen voor het algemene publiek mogelijk kunnen worden overschreden tijdens het lassen. Deze apparatuur is gebouwd conform EN 60974−1 en is louter bedoeld voor beroepsmatig gebruik (waar het algemene publiek geen toegang heeft of waar toegang zodanig is geregeld dat deze gelijk is aan beroepsmatig gebruik) en alleen door een deskundig gebruiker of iemand die hiertoe is opgeleid.
SECTIE 4 − INSTALLATIE .Het apparaat dat wordt getoond in de handleiding kan qua uiterlijk enigszins afwijken. 4-1. Locatie van typeplaatje met serienummer en aansluitgegevens Het serienummer en de aansluitgegevens zijn bij dit product aan de voorzijde te vinden. Op het typeplaatje kunt u de elektrische spanning en het vermogen aflezen dat de apparatuur nodig heeft, en welk vermogen het kan leveren.
4-4. Inschakelduur en oververhitting De inschakelduur is het percentage van 10 minuten dat het apparaat kan lassen op nominale belasting zonder oververhit te raken. Als het apparaat oververhit raakt, gaat (gaan) de thermostaat (ther- mostaten) open, is er geen uit- Driefasen gangsspanning meer en gaat de koelventilator draaien.
4-6. Het plaatsen van de machine Voorkom omvallen bij verrijden of plaatsen Plaats Machines niet stapelen Pas Mogelijk is een speciale installatie nodig, wanneer er benzine of vluchtige op voor omvallen vloeistoffen aanwezig zijn – zie NEC artikel 511 of CEC sectie 20. Hefvorken Gebruik hefvorken om het apparaat te verplaatsen.
4-8. Stekkeraansluitingen op achterpaneel en bijhorende beveiligingen 115 V AC 10 A Aansluiting De stekkerdoos−aansluiting is één− fasig 60 Hz. Het maximum uit- gangsvermogen van RC2 wordt door bijhorende beveiliging CB1 begrensd op 10 A. Aanvullende beschermer CB1 Aanvullende beschermer CB2 CB1 beschermt de 115−volt aan- sluiting RC2 tegen overbelasting.
4-9. Aansluiten van de lasuitgangen .Bij gebruik van een proces met negatieve elektrode (gewone polariteit) moet de spanningsdetectiekabel worden aan- gesloten op het werkstuk. Niets tussen de aansluitklem van de laskabel en de koperen staaf plaatsen. Benodigde gereedschappen: 19 mm Juiste installatie Onjuiste installatie Ref.
4-10. Functies van stuurkabel aansluiting Pen* Pen Informatie Niet gebruikt. Afscherming Spanning sensor Bus laag Bus hoog. Massa (+24 volts DC) + 24 volts DC Motor spanning massa 40 volt) Motor spanning +40 volt Ref. 803 417-A *Pennen die niet vernoemd zijn worden niet gebruikt 4-11.
4-12. Het aansluiten van de netvoeding GND/PE aarding Leid de voedinsdraden naar het filterbord. Kasjf;laksf;lkasdf'l;aksdf;lkasd;flksadflkasd;lk Leid de aarddraad Kasjf;laksf;lkasdf'l;aksdf;lkasd;flksadflkasd;lk Kasjf;laksf;lkasdf'l;aksdf;lkasd;flksadflkasd;lk door de buis en de stroomdetector naar de aardklem. 219 842-A Benodigde gereedschappen: 803 855-A / Ref. 803 766-A / 219 842-A 5/16”...
SECTIE 5 − AANBEVOLEN INSTELPROCEDURES 5-1. Het formaat van de laskabel kiezen* BOOGLASSEN kan elektromagnetische interferentie veroorzaken. Om mogelijke interferentie te verminderen moet u de laskabels zo kort mogelijk houden, dicht bij elkaar en laag, bijvoor- beeld op de vloer. Voer de laswerkzaamheden uit op 100 meter afstand van gevoelige elektronische apparatuur. Zorg er- voor dat dit lasapparaat conform de aanwijzingen in deze handleiding wordt geïnstalleerd en geaard.
5-2. Lascircuit .Wanneer u de lus van het lascircuit zo klein mogelijk houdt, kan dit voorkomen dat een extreme spanningsval zorgt voor slechte laskarakte- ristieken. Lasstroombron Elektrodekabel Stuurstroomkabel van draadaanvoersysteem Standaard laskabelcircuit Werkstukkabel Spanningsdetectiekabel Draadtoevoer Lasobject Bij pulserende lastoepassingen waarbij een inverterstroombron wordt gebruikt, kabelweerstand resulteren...
5-3. Maatregelen betreft laskabels om inductantie in het lascircuit te verminderen Lasstroombron Elektrodekabel Stuurstroomkabel van draadaanvoersysteem Slecht Werkstukkabel Spanningsdetectiekabel Draadtoevoer Lasobject De maatregelen betreft de posities van de kabels heeft een behoorlijk groot ef- fect laseigenschappen. Accupulse− en RMD−lasprocessen bij- voorbeeld kunnen een hoge inductantie in het lascircuit produceren afhankelijk kabellengte...
.Wanneer u aan één werstuk last met behulp van meerdere lasstroombronnen kan dat invloed hebben op de boog. 5-4. Meerdere lasstroombronnen gebruiken Lasstroombron Elektrodekabel Stuurstroomkabel van draadaanvoersysteem Werkstukkabel Spanningsdetectiekabel Draadtoevoer Lasobject Elke lasstroombron moet een afzonder- lijke werstukkabel hebben naar het werkstuk.
5-5. Aansluitingen van spanningsdetectiekabel en werkstukkabel bij meerdere lasbogen A. Slechte opstelling Stroomrichting Ref. 804 460-A Lasstroombron Lasobject stuk wordt zo niet correct gemeten en geeft een verkeerd terugkoppelingssignaal. De te- Elektrodekabel Deze aansluitingswijze is een slechte opstel- ruggekoppelde spanning naar de las- Stuurstroomkabel van ling omdat de detectiekabels zich in de stroombronnen zal voor beide detectiekabels...
Pagina 27
B. Betere opstelling Stroomrichting Ref. 804 461-A Lasstroombron Draadtoevoer stroombronnen. De kans bestaat dat niet de meest nauwkeurige spanningsdetectie Elektrodekabel Lasobject wordt bereikt als gevolg van spanningsval Stuurstroomkabel van in het werkstuk. Mogelijk moeten de laspa- draadaanvoersysteem Deze aansluitingswijze is een betere op- rameters ter compensatie worden aang Werkstukkabel stelling voor de ondersteuning van afzon-...
Pagina 28
C. Beste opstelling Stroomrichting Ref. 804 462-A Lasstroombron Spanningsdetectiekabel Deze aansluitingswijze is de beste opstel- ling voor goede spanningsdetectie bij het Elektrodekabel Draadtoevoer werkstuk. De terugkoppeling van de spanning naar de lasstroombronnen zal Stuurstroomkabel van Lasobject nauwkeuriger zijn hetgeen resulteert in be- draadaanvoersysteem trouwbaar starten van de boog en een be- Werkstukkabel...
SECTIE 7 − ONDERHOUD 7-1. Routineonderhoud Ontkoppel de voeding voordat u met het onderhoud begint. .Geef vaker een onderhoudsbeurt als het apparaat zwaar belast wordt. n = Controleer Z = Vervangen ~ = Reinigen l = Vervang * uit laten voeren door een door de fabriek erkende onderhoudsmonteur. elke 3 l Onleesbare labels ~ Lasklemmen...
SECTIE 8 − VEILIGHEIDS VOORZORGSMAATREGELEN VOOR ONDERHOUDSWERK Bescherm uzelf en anderen tegen letsel — lees deze voorzorgsmaatregelen en volg ze op. 8-1. De betekenis van de symbolen OM−220 389M − 2009−01, veiligheid_stm 2007−04 GEVAAR! − Duidt op een gevaarlijke situatie die moet Aanduiding voor speciale instructies.
EEN VALLEND APPARAAT kan let- TE LANGDURIG GEBRUIK kan sel veroorzaken. leiden tot OVERVERHITTING. D Gebruik het alleen het hijsoog om het D Laat het apparaat goed afkoelen; houd u aan apparaat op te tillen, en NIET de laskar, de nominale inschakelduur. gasflessen of andere accessoires.
SECTIE 9 − STORINGZOEKEN 9-1. Verwijder de beplating en meet de condensatorspanning Zet de lasstroombron uit en haal 900 Volt dc kan aanwezig zijn op de condensatorbus stekker uit stopcontact . en voldoende DC spanning blijft op de condensato- Verwijder beplating ren na uitschakelen.
9-2. Proces controle module PC4 LED indicatie Proces controle module PC4 Diagnose LED,s zijn zichtbaar op de bovenzijde van de print Informatie over deze LED,s zie sectie 9-3. Monteer de kap nadat de diagnose LED s zijn gecontroleerd. LED1 LED2 LED3 LED4 216 956-A / Ref.
9-4. Status van Netwerk en Module LED’s A. Status van Netwerk LED’s Het volgende is een netwerk status LED: LED4 op de PCM printplaat Status Diagnose De printplaat heeft geen verbinding met het netwerk of er is geen voeding aanwezig. Groen De printplaat werkt normaal en heeft verbinding met het netwerk Knippert Groen...
9-5. Storingzoeken Storing Oplossing Geen lasvermogen, compleet dood Zet netvoedingsschakelaar aan (zie Sectie 4-12). Controleer netzekeringen, en vervang deze indien nodig, of reset de automaat (zie Sectie 4-12). Controleer de netaansluitingen in machine (zie Sectie 4-12). Geen lasvermogen, Display geeft geen Controleer of de toortsschakelaar in komt.
SECTIE 10 − ELECTRISCH SCHEMA Figuur 10-1. Schema van lasstroombron OM-220 389 Pagina 34...
Pagina 39
Waarschuwing Raak onderdelen die onder stroom staan niet aan. Zet de hoofdstroom uit of stop de motor voordat u deze installatie installeert of nakijkt. Niet doen werken met het plaatwerk verwijderd. Enkel bevoegde personen de installatie, het gebruik Gevaar voor en het onderhoud laten doen.
SECTIE 11 − ONDERDELENLIJST De bevestigingsmaterialen zijn algemeen gangbaar en alleen te bestellen als ze op de lijst staan. 4 − Fig 11-3 5 − Fig 11-2 8 − Fig 11-4 16 − Fig 11-5 Ref. 803 856-B Figuur 11-1. Hoofdsamenstelling OM-220 389 Pagina 36...
Pagina 41
Item Dia. Part Mkgs. Description Quantity Figuur 11-1. Hoofdsamenstelling ....210492 . . . Cover, Top ........... .
Pagina 42
Item Dia. Part Mkgs. Description Quantity Figuur 11-2. Windtunnel Assembly LH And RH (Fig 11-1 Item 6) ....214597 . . . Windtunnel, LH w/Components (including).
Pagina 43
De bevestigingsmaterialen zijn algemeen gangbaar en alleen te bestellen als ze op de lijst staan. 803 422-B Figuur 11-3. Top Tray Assembly Item Dia. Part Mkgs. Description Quantity Figuur 11-3. Top Tray Assembly (Fig 11-1 Item 4) ..
Pagina 44
De bevestigingsmaterialen zijn algemeen gangbaar en alleen te bestellen als ze op de lijst staan. 803 423-C Figuur 11-4. Rear Panel Assembly Item Dia. Part Mkgs. Description Quantity Figuur 11-4. Rear Panel Assembly (Fig 11-1 Item 8) ..
Pagina 45
De bevestigingsmaterialen zijn algemeen gangbaar en alleen te bestellen als ze op de lijst staan. Ref. 803 424-B Figuur 11-5. Front Panel Assembly Item Dia. Part Mkgs. Description Quantity Figuur 11-5. Front Panel Assembly (Fig 11-1 Item 14) ..
Pagina 46
Item Dia. Part Mkgs. Description Quantity Figuur 11-5. Front Panel Assembly (Continued) ....207896 . . . Box, Louver ...........
Pagina 47
Geldig vanaf 1 januari 2009 (Installaties waarvan het serienummer begint met “LK” of nieuwer) Deze beperkte garantie vervangt alle vorige Miller garanties en is exclusief zonder andere expliciete of impliciete waarborgen of garanties. Vervangende onderdelen (niet het werkloon) BEPERKTE GARANTIE − Afhankelijk van de onderstaande bepalingen en voorwaarden garandeert Miller Electric Mfg.