4-18. De lasdraad installeren en doorvoeren
Aanpassen
druk
achterste
rollen
.
De beste draadaanvoer krijgt men als
de liner in de lastoorts is aangepast aan
de gebruikte lasdraad. Bovendien moet
deze liner doorlopen tot de aandrijfrollen,
zonder deze te raken.
Installeer de toorts. Leg de toortskabel
zo recht mogelijk. Knip einde van de draad
af. Duw de draad door de invoer naar
de aandrijfrollen; houd de draad vast. Druk
op de jog-toets om de draad uit de toorts
te voeren.
Installeer draadspoelen. Stel de spanmoeren
zodanig in dat de elektrodedraad strak blijft als
de draadaanvoer stopt.
Druk-
indicatie
Aanpassen
druk
voorste
rollen
Draad slipt niet
NIET-GELEIDEND
OPPERVLAK
Aandrijfrollen
Achterkant
van pistool
Uiteinde van
de draadgeleider
.
Bij zachte draad of dunne roestvrij
staaldraad de druk van de achterste
aandrijfrollen instellen op de helft van
de druk van de voorste aandrijfrollen.
.
U kunt de druk van de aandrijfrollen
afstellen door het toortseind ongeveer
5 cm van een niet-geleidende opper-
vlakte te houden en de toortsschakelaar
in te drukken om de draad tegen het
Installeer de draadgeleiders
en de antislijtagegeleider.
Installeer aandrijfrollen.
Draad slipt
NIET-GELEIDEND
OPPERVLAK
Benodigde gereedschappen:
oppervlak te voeren. Aandraaien, zodat
de draad net niet slipt. Niet te strak
vastdraaien. Wanneer de draad vastzit in
de tip moet de draad kunnen slippen bij
de aandrijfrollen (zie aanpassen van
de druk, hierboven). Knip de draad af.
Sluit de kap.
Ref. 156 929−A / ref. 150 922 / ref. 156 930 / 804 743−A
3/16, 5/64 inch
15/16, 3/8 inch
OM−253 906 Pagina 29