Inhoudsopgave
Advertenties
9. KALIBRATIE
Druk op CALIBRATION en op SELECT in het hoofdmenu.
Alle kalibratiegegevens worden opgeslagen in het geheugen van de sonde/elektrodehouder, zodat
deze sondes met verschillende meters kunnen gebruikt worden zonder herkalibratie.
Er zijn twee soorten kalibraties beschikbaar: de snelkalibratie, die wordt gebruikt voor éénpunts-
kalibratie van pH, geleidbaarheid en/of opgelost zuurstof (handig voor snelle veldwerkcontrole),
maar het advies is om regelmatig een enkelvoudige parameter-kalibratie uit te voeren, waarbi elke
parameter afzonderlijk kan worden gekalibreerd. U kunt ook elke parameter naar zijn fabrieksinstel-
ling terugzetten.
Als de wachtwoordbeveiliging is ingeschakeld, moet u het wachtwoord invoeren voordat er
è
parameters kunnen worden aangepast.
Algemene richtlijnen
• Stel (zo nodig) in overleg met uw adviseur een service-schema samen, waarbij routinematig
wordt gereinigd en gekalibreerd, afhankelijk van gebruiksfrequentie en type monster.
• Raak sensors niet aan.
• Vermijd ruwe behandeling die de reactieve oppervlakken van de sensoren kan krassen zodat
schade aan het reactieve sensor-oppervlak voorkomen wordt.
• Vermijd langdurige blootstelling van de sensoren aan fel zonlicht. Indien mogelijk, kalibreer bij
stabiele (kamer)temperatuur.
• Giet de gebruikte standaarden niet terug in de fles.
• Laat bij grote temperatuurverschillen (tussen elektrode en standaarden/monster) de probehou-
der met elektrodes en de standaarden een thermisch evenwicht bereiken, vóórdat er met de
kalibraties wordt gestart.
• Tijdens de kalibratie moet de temperatuursonde zich ook in de kalibratieoplossing bevinden.
28
Advertenties
Inhoudsopgave
