Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

De Green Wijzigen; De Vlag Verplaatsen; Gemeten Slagen Weergeven; Layup- En Dogleg-Afstanden Weergeven - Garmin FENIX 6 PRO Series Gebruikershandleiding

Inhoudsopgave

Advertenties

1
Druk tijdens het golfen op
2
Selecteer Hole wijzigen.
3
Selecteer een hole.

De green wijzigen

Als u een hole speelt met meerdere greens, kunt u de green
wijzigen.
1
Druk tijdens het golfen op
2
Selecteer Wijzig green.
3
Selecteer een green.

De vlag verplaatsen

U kunt de green in meer detail bekijken en de pinlocatie
verplaatsen.
1
Druk in het hole-weergavescherm op
2
Selecteer Verplaats vlag.
3
Druk op UP of DOWN om de pinlocatie te verplaatsen.
4
Druk op
.
De afstanden op het hole-weergavescherm worden
bijgewerkt met de nieuwe pinlocatie. De pinlocatie wordt
alleen opgeslagen voor de huidige ronde.

Gemeten slagen weergeven

Voordat het toestel automatisch slagen kan detecteren en
meten, moet u het bijhouden van de score inschakelen.
Uw toestel beschikt over een functie voor het automatische
detecteren en vastleggen van slagen. Telkens wanneer u tegen
de bal slaat op de fairway, legt het toestel uw slagafstand vast,
zodat u deze later kunt bekijken.
TIP: Automatische detectie werkt het beste wanneer u het
toestel op uw belangrijke pols draagt en goed contact maakt met
de bal. Putts worden niet gedetecteerd.
1
Druk tijdens het golfen op
2
Selecteer Shot meten.
Uw laatste slagafstand wordt weergegeven.
OPMERKING: De afstand wordt automatisch hersteld
wanneer u de bal opnieuw raakt, putt op de green, of naar de
volgende hole gaat.
3
Druk op DOWN.
4
Selecteer Vorige slagen om alle vastgelegde shot-afstanden
weer te geven.

Layup- en dogleg-afstanden weergeven

U kunt een lijst met layup- en dogleg-afstanden weergeven voor
par 4- en 5-holes. Opgeslagen doelen worden ook in deze lijst
weergegeven.
1
Druk in het hole-weergavescherm op
2
Selecteer Layups.
Elke layup en de afstand tot elke layup worden op het
scherm weergegeven.
OPMERKING: Afstanden worden uit de lijst verwijderd
wanneer u deze passeert.

Aangepaste doelen opslaan

Tijdens het spelen van een ronde kunt u maximaal vijf doelen
voor elke hole opslaan. Een doel opslaan is handig om
voorwerpen of obstakels te registreren die niet op de kaart
worden weergegeven. U kunt de afstanden tot deze doelen
bekijken op het layup- en dogleg-scherm
afstanden weergeven, pagina
1
Ga naar het doel dat u wilt opslaan.
OPMERKING: U kunt geen doel opslaan dat ver bij de
momenteel geselecteerde hole vandaan ligt.
2
Druk in het hole-weergavescherm op
3
Selecteer Aangepaste doelen.
8
.
.
.
.
.
(Layup- en dogleg-
8).
.
4
Selecteer een doeltype.

Clubstatistieken weergeven

Voordat u uw clubstatistieken, zoals informatie over afstand en
nauwkeurigheid, kunt bekijken, moet u het toestel koppelen met
Approach
CT10 golfclubsensoren
®
of de Clubmelding.
1
Druk tijdens het golfen op
2
Selecteer Clubgegevens.
3
Selecteer een club.

Score bijhouden

1
Druk in het hole-weergavescherm op
2
Selecteer Scorekaart.
De scorekaart wordt weergegeven wanneer u op de green
staat.
3
Druk op UP of DOWN om door de holes te bladeren.
4
Druk op
om een locatie op te selecteren.
5
Druk op UP of DOWN om de score in te stellen.
Uw totale score wordt bijgewerkt.

Een score bijwerken

1
Druk in het hole-weergavescherm op
2
Selecteer Scorekaart.
3
Druk op UP of DOWN om door de holes te bladeren.
4
Druk op
om een locatie op te selecteren.
5
Druk op UP of DOWN om de score voor die hole te wijzigen.
Uw totale score wordt bijgewerkt.

De scoringsmethode instellen

U kunt de methode wijzigen die het toestel gebruikt om de score
bij te houden.
1
Houd MENU ingedrukt op het hole-weergavescherm.
2
Selecteer de activiteitinstellingen.
3
Selecteer Scoremethode.
4
Selecteer een scoringsmethode.
Stableford-scoring
Wanneer u de Stableford-scoringsmethode selecteert
scoringsmethode instellen, pagina
op basis van het aantal slagen ten opzichte van par. Aan het
einde van een ronde wint de hoogste score. Het toestel kent
punten toe zoals gespecificeerd door de United States Golf
Association.
De scorekaart voor een game met Stableford-score toont punten
in plaats van slagen.
Punten
Gespeelde slagen ten opzichte van par
0
2 of meer boven
1
1 boven
2
Par
3
1 onder
4
2 onder
5
3 onder

Uw handicap instellen

1
Houd MENU ingedrukt op het hole-weergavescherm.
2
Selecteer de activiteitinstellingen.
3
Selecteer Handicapscore.
4
Selecteer een scoringsoptie voor handicaps:
• Selecteer Exact Handicap als u het aantal slagen wilt
invoeren dat wordt afgetrokken van uw totale score.
• Selecteer Index/Slope als u de handicapindex van de
speler en de slope rating van de baan wilt invoeren om uw
baanhandicap te berekenen.
(Clubsensoren, pagina
.
.
.
(De
8), worden punten toegekend
Activiteiten en apps
47),

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave