Inhoudsopgave
Advertenties
1 0 1 1 0 0 0 0
0
0
0
0
0
user_data
Codering user_data
1 Diensten
Index
0x01
0x02
0x03
0x04
0x05
0x06
0x07
De byte status_type als volgt coderen:
Status-type: 48 (fabrikantspecifiek)
Kenmerk 'status': 1 constant
De byte slot_ number als volgt coderen:
0
0
0
Slot-nummer: 0 (omdat alleen slot 0 wordt gebruikt)
De byte specifier als volgt coderen:
0 0
Status-specificatie: 00 constant
gereserveerd
Daarna blijven nog 59 vrij beschikbare bytes over (user_data):
Via de user_data-velden worden fouten gesignaleerd.
De user_data-velden zijn in blokken van elk 3 bytes samengevat
en moeten als volgt worden geïnterpreteerd:
1 - Diensten
2 - Type fout
3 - Type gegevenstoegang (lezen/schrijven)
Zo kunnen maximaal 19 foutmeldingen worden gesignaleerd.
Naam
Status
StartStop
FlowControl
StartCharge
ChargenMemory
Reset
ClearCount
Aanvullende gebruikershandleiding PROFIBUS
Verklaring
- zie tabel "Status"
1 = in-, 0 = uitschakelen van de
pompfunctie
1 = in-, 0 = uitschakelen van de
doseerbewaking (optie)
In de bedrijfsmodus "Charge",
wordt bij de wissel 0 naar 1 een
charge gestart
Geheugenfunctie bij chargedose‐
ring en externe dosering
Fouten wissen en basisinstel‐
lingen bij wissel van 0 naar 1
Wist bij ≠ 0 de interne slag- en
volumeteller
®
61
Advertenties
Inhoudsopgave
