Aanvullende gebruikershandleiding PROFIBUS
3.5.4 Data-objecten gamma/ L, GALa
56
®
Volgnummer
Naam
91
Fehler
92
Waarschuwingen
101
Reser slagteller
102
Reset doseerhoe‐
veelheidteller
103
Wisbare slagteller
104
Wisbare doseerhoe‐
veelheidteller
105
Liter per slag
111
Identcode
112
Serienummer
113
Pompnaam
114
Opstellocatie
Om de pomp te kunnen opnemen in cyclisch dataver‐
keer, moeten de initiële parameters van de master
worden overgedragen. Hiervoor is alleen de stan‐
daard-parametrering nodig, er zijn geen toepassings‐
specifieke parameters.
Aub rekening houden met het volgende: De gegevens
worden opgeslagen volgens het "Big-Endian"-principe!
D.w.z. dat de byte met de bits met de hoogste
waarden als eerste wordt opgeslagen - deze wordt dus
opgeslagen op het kleinste geheugenadres:
Voorbeeld op basis van "Aantal slagen" - zie "Pompge‐
gevens"
Het aantal slagen van de pomp is als integer32-type opgeslagen
bij de offset-adressen +17 tot en met +20. Het opslaan van gege‐
vens van de bytes gebeurt in deze volgorde:
Verklaring
- zie tabel "Gege‐
vensopbjecten
GMXa"
- zie tabel "Gege‐
vensopbjecten
GMXa"
Reset van de sla‐
genteller bij wissel
van "1" naar "0"
Reset van de
doseerhoeveelheid‐
teller bij wissel van
"1" naar "0"
Aantal slagen sinds
de laatste reset
Opgetelde doseer‐
volume sinds de
laatste reset
Liter per slag
Identcode van de
pomp
Serienummer van
de pomp
Pompnaam, vrij vast
te leggen
Opstellocatie, vrij
vast te leggen