Pagina 1
Gebruikershandleiding Magneetdoseerpomp gamma/ XL, GXLa Doelgroep: minimaal “geïnstrueerd persoon", indien niet anders vereist. Voor het begin van alle werkzaamheden de handleiding lezen. Nooit weggooien. De gebruiker is aansprakelijk bij schade als gevolg van installatie- en bedieningsfouten. De nieuwste versie van een gebruikershandleiding is beschikbaar op onze homepage. Artikelnummer 982268 Originele gebruikershandleiding (2006/42/EG) Versie: BA G 019 04/22 NL...
Pagina 2
Aanvullende aanwijzingen Aanvullende aanwijzingen Aub de volgende aanvullende aanwijzingen doorlezen! Kent u ze, heeft u een groter voordeel bij het gebruik van de gebruikershand‐ leiding. In de tekst zijn de volgende onderdelen geaccentueerd: Opsommingen Afb. 1: Aub lezen! Instructies ð Resultaten van de instructies Ä...
Inhoudsopgave Inhoudsopgave Identcode................6 Over deze pomp..............9 Veiligheidshoofdstuk............10 3.1 Aanduidingen.............. 10 3.2 Beoogd gebruik............11 3.3 Veiligheidsaanwijzingen..........11 3.4 Informatie voor noodgevallen........14 3.5 Kwalificatie van het personeel........14 Opslag, transport en uitpakken........... 16 Overzicht van apparaat en besturingselementen....17 5.1 Overzicht van het apparaat.........
F Aansluiting aan perszijde voor slang 8/4, aan zuigzijde standaard Membraanbreukmelder 0 Zonder membraanbreukmelder 1 Met membraanbreukmelder, optische sensor, elektrisch signaal Uitvoering 0 Behuizing RAL5003 / kap RAL2003 Logo 0 Met ProMinent-logo 2 Zonder ProMinent-logo Elektrische aansluiting U 100 - 230 V ± 10%, 50/60 Hz Kabel en stekker...
Pagina 7
Identcode Serie gamma/ XL A 2 m Europa B 2 m Zwitserland C 2 m Australië D 2 m USA / 115 V 1 2 m open uiteinden ..Relais, vooringesteld op ... 0 Zonder relais 1 1 x wisselcontact 230 VAC Storingsmeldrelais breek –...
Pagina 8
Identcode Serie gamma/ XL Duits Engels Spaans Frans...
Over deze pomp Over deze pomp Over deze pomp De pompen uit de serie gamma/ XL zijn microprocessorgestuurde magneetdoseerpompen met de volgende eigenschappen: Eenvoudige instelling van doseercapaciteit, direct in l/h Geïntegreerde drukmeting en weergave voor meer veiligheid bij inbedrijfstelling en tijdens het proces Koppeling via Bluetooth en WLAN voor een eenvoudige confi‐...
Veiligheidshoofdstuk Wettelijke aanspraken op garantie vervallen Open het apparaat niet! Wij wijzen u erop, dat het apparaat uitsluitend door ProMinent erkend vak‐ personeel mag worden geopend, om beschadiging ervan te voorkomen en een probleemloze en vei‐ lige werking van het apparaat te garanderen. Wan‐...
De algemene beperkingen m.b.t. viscositeitsgrenswaarden, chemicaliënbestendigheid en lekdichtheid moeten worden opgevolgd - zie ook ProMinent bestendigheidslijst in de pro‐ ductcatalogus of op www.prominent.com. Alle andere toepassingen en/of het ombouwen zijn verboden. De pomp is niet bestemd voor het doseren van gasvormige media of vaste stoffen.
Pagina 12
Veiligheidshoofdstuk WAARSCHUWING! Waarschuwing voor persoonlijk letsel en materiële schade De pomp kan beginnen met pompen, zodra deze „Temperatuur” is afgekoeld. na de foutmelding – Hier rekening mee houden bij de pomp en het installeren hiervan. WAARSCHUWING! Gevaar voor een elektrische schok Het inwendige van de pomp kan onder netspan‐...
Pagina 13
Gebruik van niet-goedgekeurde onderdelen van derden, kan persoonlijk letsel en materiële schade tot gevolg hebben. – Uitsluitend onderdelen in doseerpompen inbouwen die door ProMinent zijn getest en aanbevolen. VOORZICHTIG! Gevaar door onjuist bediende of slecht onder‐ houden pomp Een slecht toegankelijke pomp kan gevaarlijk zijn door onjuiste bediening en slecht onderhoud.
De klant mag de doseerkop uitsluitend volgens het hoofdstuk "Reparatie" verwijderen. De behuizing en de kap (bevat de besturingselementen), mogen alleen door de ProMinent-serviceafdeling worden geopend. Geluidsdrukniveau Geluidsdrukniveau LpA < 70 dB conform EN ISO 20361 bij maximale slaglengte, maximale slagfrequentie, maximale tegen‐...
Pagina 15
De geïnstrueerde persoon is bovendien voorgelicht over de noodzakelijke veiligheidsvoorzie‐ ningen en veiligheidsmaatregelen. Serviceafdeling De serviceafdeling bestaat uit servicetechnici die aantoonbaar door ProMinent zijn geschoold en geautoriseerd voor het uitvoeren van werkzaamheden aan de installatie.
Opslag, transport en uitpakken Opslag, transport en uitpakken Veiligheidsaanwijzingen WAARSCHUWING! De doseerpomp voor reparatie alleen in gereinigde toestand en met een schoongespoelde doseereen‐ heid opsturen. Zie "Buiten werking stellen"! De doseerpomp uitsluitend vergezeld van een vol‐ ledig ingevulde decontaminatieverklaring opsturen. De decontaminatieverklaring maakt deel uit van de inspectie- of reparatieopdracht.
Overzicht van apparaat en besturingselementen Overzicht van apparaat en besturingselementen 5.1 Overzicht van het apparaat P_G_0103_SW Afb. 2: Overzicht van apparaat, totaal Bedieningseenheid Aandrijfeenheid Doseereenheid P_G_0104_SW Afb. 3: Doseereenheid met ontluchtingsventiel PV Persventiel Kopschijf doseerkop Ontluchtingsventiel Slangpilaar voor bypass Membraanbreukmelder (optie) Zuigventiel Zelfontluchtende doseereenheden (SER) Zelfontluchtende doseereenheden met ribbels...
Pagina 19
Overzicht van apparaat en besturingselementen Drukweergave, indicatoren en foutin‐ dicaties op het LCD-scherm CONTACT memory open 12.0 12.0 12000 B0778 Afb. 5: Opbouw basisweergave Statusbalk Basisweergave, centrale gedeelte Nevenweergave Voor de verschillende hoofdweergaven en nevenweergaven - zie "Hoofdweergaven en nevenweergaven" in de bijlagen. Op het LCD-scherm wordt het bedienen en instellen van de pomp met verschillende informatie en indicatoren ondersteund: CONTACT...
Pagina 20
Overzicht van apparaat en besturingselementen Tab. 2: Indicatoren en storingsindicatoren: Indicatoren Betekenis De pomp werkt of wacht op een startsignaal. [STOP/START] . De pomp is gestopt - handmatig met de toets De pomp is door de afstandsbediening gestopt (pauze) - via de stekkeraansluiting "Extern".
Overzicht van apparaat en besturingselementen Indicatoren Betekenis „Dosering è Persslag è HV1” is ingesteld. Het doseerprofiel „Dosering è Persslag è HV2” is ingesteld. Het doseerprofiel „Dosering è Persslag è HV3” is ingesteld. Het doseerprofiel Een doseerbewaking "Flow Control" is aangesloten. Een membraanbreukmelder is aangesloten.
Pagina 22
Overzicht van apparaat en besturingselementen Toets Toepassing In de basisweergaven In het menu Indrukken Charge starten (alleen in bedrijfs‐ Naar het volgende menu-item [Clickwheel] „Charge” ), modus (of een basisweergave) Fout bevestigen Invoer bevestigen en opslaan Draaien Wisselen tussen de basisweer‐ Getalwaarde of keuze wijzigen [Clickwheel] gaven...
Functiebeschrijving Functiebeschrijving 6.1 Doseereenheid Het doseren vindt als volgt plaats: het doseermembraan wordt in de doseerkop gedrukt; door de druk in de doseerkop sluit het zuig‐ ventiel en het doseermedium stroomt door het persventiel uit de doseerkop. Nu wordt het doseermembraan uit de doseerkop gehaald;...
Pagina 24
Functiebeschrijving P_G_0074_SW Afb. 7: Persslag-doseerprofielen met slag L en tijd t (zuigslag onderbroken lijn) Bij al deze doseerprofielen is het ook mogelijk de Zuigslag naar wens te vertragen - zie . Bij hoogviscose doseermedia kan zo de hoofdoorzaak van onnauwkeurig doseren worden verhinderd, namelijk een onvolledige vulling van de doseereenheid.
Functiebeschrijving Schommelingen in de tegendruk van doseerleiding, die tot onge‐ wenste variaties in het gedoseerde volume kunnen leiden, worden door de aandrijving automatisch gecompenseerd. Zo wordt een doseernauwkeurigheid bereikt die anders alleen met uitgebreide regelcircuits zou kunnen worden bereikt. 6.3 Doseercapaciteit De ingestelde doseercapaciteit regelt de pomp zelf in modus „Automatisch”...
Functiebeschrijving Bedrijfsmodus "Analoog" De doseercapaciteit, resp. slagfrequentie wordt door een analoog stroomsignaal via de stekkeraansluiting "Externe aansturing" aan‐ gestuurd. De verwerking van het stroomsignaal kan via de bedie‐ ningseenheid worden voorgeselecteerd. 6.6 Functies Voor de rangorde van de verschillende bedrijfsmodi, functies en storingstoestanden - zie hoofdstuk "Hiërarchie van bedrijfsmodi, functies en storingstoestanden".
Functiebeschrijving Functie "Aanzuigen" [Aanzuigen] Aanzuigen kan door het drukken op de toets worden geactiveerd. 6.7 Relais (optioneel) De pomp heeft aansluitmogelijkheden voor meerdere opties: Optie "Storingsmeldrelais" Via dit relais kan bij foutmeldingen of waarschuwingsmeldingen „Niveauwaarschuwing” ) een stroomcircuit worden gesloten (bijv.
Functiebeschrijving 6.8 Led-indicatoren Storingsindicator (rood) Led-indicator Kleur Brandt Dimt kort Knippert Storingsindicator Rood Er is een storingsmel‐ Ongedefinieerde ding bedrijfstoestand Waarschuwingsindi‐ Geel Er is een waarschu‐ cator wingsmelding Bedrijfstoestandsindi‐ Groen De pomp is bedrijfs‐ Bij elke slag Slagfrequentie cator gereed onder 30 slagen / 6.9 Hiërarchie van bedrijfsmodi, functies en storingstoestanden De verschillende bedrijfsmodi, functies en storingstoestanden,...
Monteren Monteren Raadpleeg de juiste maatschetsen uit de online‐ versie van de gebruikershandleiding van onze homepage www.prominent.com voor meer infor‐ matie. De maten op de maatschets en van de pomp ver‐ gelijken. VOORZICHTIG! Gevaar door onjuist bediende of slecht onder‐...
– Houd bij het kiezen van het doseermedium rekening met de bestendigheid van de mate‐ rialen die met het medium in aanraking komen en de ProMinent-bestendigheidslijst - zie Pro‐ Minent productcatalogus of op onze home‐ page. VOORZICHTIG! Waarschuwing voor rondspuitend doseermedium Een pomp die nog niet volledig hydraulisch is geïn‐...
Gevaar voor persoonlijk letsel en materiële schade Gebruik van niet-goedgekeurde onderdelen van derden, kan persoonlijk letsel en materiële schade tot gevolg hebben. – Uitsluitend onderdelen in doseerpompen inbouwen die door ProMinent zijn getest en aanbevolen. 8.1 Slangen installeren 8.1.1 Installeren bij doseerpompen zonder ontluchting Veiligheidsaanwijzingen VOORZICHTIG!
Pagina 32
Installeren, hydraulisch VOORZICHTIG! Er kunnen gevaarlijke doseermedia ontsnappen Tijdens het verwijderen van de doseerpomp uit de installatie kunnen doseermedia naar buiten treden. – Installeer een afsluitventiel aan de pers- en zuigzijde van de doseerpomp. VOORZICHTIG! Ongecontroleerd stromend doseermedium Bij tegendruk kan doseermedium door de gestopte doseerpomp worden geperst.
Installeren, hydraulisch Slang Wartelmoer Klemring Slangpilaar O-ring, resp. pakking Ventiel P_MAZ_0021_SW Afb. 9: Uitvoeringen NPT, PVT Roestvaststalen buis installeren - Uit‐ voeringen SST Schuif de wartelmoer (2) en de klemringen (3, 4) ca. 10 mm uitstekend over de pijp (1) - zie Afb. 10. Steek de pijp (1) tot de aanslag in het ventiel (5) en daarna 1 ...
Installeren, hydraulisch Schuif de slang op de slangpilaar voor de retourleiding of bevestig de slang op het ontluchtingsventiel van de dosee‐ reenheid. Een PVC-slang, zacht, 6 x 4 mm wordt aanbe‐ volen. Het vrije uiteinde van de retourleiding terugleiden naar de voorraadtank.
Pagina 35
Installeren, hydraulisch P_MAZ_0001_SW Afb. 11: Standaardinstallatie Hoofdleiding Voorraadtank Legenda voor hydraulische schema Symbool Verklaring Symbool Verklaring Doseerpomp Voetventiel met zeef Doseerventiel Niveauschakelaar Meerfunctieventiel Manometer...
Installeren, elektrisch Installeren, elektrisch WAARSCHUWING! Gevaar van elektrische schok Op het binnenste van het apparaat kan spanning staan. – Haal vóór werkzaamheden aan het apparaat de voedingskabel uit het stopcontact. WAARSCHUWING! Gevaar van elektrische schok De pomp moet bij een ongeluk veroorzaakt door elektriciteit snel van het stroomnet kunnen worden losgekoppeld.
Installeren, elektrisch VOORZICHTIG! Materiële schade door spanningspieken mogelijk Is de pomp parallel aan inductieve verbruikers in het stroomnet aangesloten (bijv. magneetventiel, motor), kunnen inductiespanningspieken de regel‐ eenheid tijdens het uitschakelen beschadigen. – Zorg dat de pomp eigen contacten (fase) heeft en wordt gevoed via een hulpcontact of relais.
Installeren, elektrisch 9.2 Bedieningsconsole HMI Wordt de pomp gebruikt met HMI, moet deze zijn aangesloten op de CAN-stekkeraansluiting boven de LED's van de pompvoet. Wordt de pomp zonder HMI gebruikt, moet de meegeleverde afsluitkap op de CAN-stekkeraansluiting boven de LED's van de pompvoet worden geplaatst.
Pagina 39
Installeren, elektrisch B1080 Afb. 13: Stekker naar stekkeraanslui‐ ting "Config-I/O", pintoewijzing Geconfigureerd als ingang Parameter Waarde Spanning bij open contacten Ingangsweerstand 10 kΩ Pulsfrequentie, max. 50 pulsen/s Pulsduur, min. 10 ms Tab. 4: Aansturing via: Schakelelement Specificatie Potentiaalvrij contact Belasting: 0,5 mA bij 5 V Halfgeleiderschakelaar Restspanning <...
Installeren, elektrisch 9.3.2 Stekkeraansluiting "Externe aansturing" De stekkeraansluiting "Externe aansturing" is een 5-polige inbouw‐ stekkeraansluiting. Deze is compatibel met de 2- en 4-polige kabels. De functie "Externe-doseercapaciteit / hulpfrequentie" kan alleen met een 5-polige kabel worden gebruikt. De functie "mA-ingang" kan alleen met een 4-polige of 5-polige kabel worden gebruikt.
Installeren, elektrisch Functie "Pauze" De pomp werkt, als: pin 1 en pin 4 met elkaar zijn verbonden en de kabel is aange‐ sloten. er geen kabel is aangesloten. De pomp werkt niet, als: pin 1 en pin 4 open zijn en de kabel is aangesloten. Fouten bevestigen via „Pauze”...
Installeren, elektrisch Werking 3-aderige kabel Massa GND Zwart Minimum voorwaarschuwing Blauw Minimum einduitschakeling Bruin P_BE_0017_SW Afb. 17: Toewijzing bij kabel 9.3.3.2 Zuiglans met continue niveaumeting Elektrische interface Aanduiding Werking 5 V voeding Elektrische voeding van de sensor met 5 V (4,85 V … 5,25 VDC) en TX naar sensor TX-communicatie-interface (gezien vanuit de pomp).
Installeren, elektrisch Werking 4-aderige kabel Voeding (5 V) Bruin Codering Terugkoppeling Blauw Massa GND Zwart P_DE_0010_SW Afb. 21: Toewijzing bij kabel 9.3.5 Stekkeraansluiting "Membraanbreukmelder" Er is een aansluitmogelijkheid voor een membraanbreukmelder. Elektrische interface Informatie Waarde Voedingsspanning, ca.: +5 V, belastbaar met 20 mA (stroombegrenzing 150 mA) Stroomopname: Min.
Pagina 44
Installeren, elektrisch Identcode Aanduiding Soort Spanning, max. Stroom, max. Levensduur Schakelcycli min. Stroomuitgang 4-20 mA Storingsmeldre‐ Verbreekcon‐ 24 VDC 100 mA onbegrensd lais, breek tact Automatische Wisselcontact 230 VAC 50.000 ontluchting Automatische Maakcontact 24 VDC 50.000 ontluchting Storingsmeldre‐ Verbreekcon‐ 24 VDC 100 mA onbegrensd lais, breek...
Pagina 45
Installeren, elektrisch 9.3.6.2 Uitgang "Storingsmeldrelais" (identcode 1) Een storingsmeldrelais is optioneel bestelbaar - zie bestelinfor‐ matie in de bijlage. Dit wordt voor het geven van een signaal bij een storing in de pomp en bij de waarschuwingsmeldingen "Vloei‐ stofpeil laag 1e niveau" en "Vloeistofpeil laag 2e niveau" gebruikt. Het storingsmeldrelais kan naderhand worden ingebouwd en werkt na het plaatsen van de relaiskaart - zie de aanvullende handleiding "Relaisuitbreiding".
Installeren, elektrisch Identcode 4 Naar pin VDE-kabel Contact Relais Geel NO (normally open) Relais 1 Groen C (common) Relais 1 NO (normally open) Relais 2 P_G_0073_SW Bruin C (common) Relais 2 Afb. 27: Toewijzing bij de pomp 9.3.6.4 Uitgang "Stroomuitgang plus relais" (identcode C) Optioneel kan een relais gecombineerd met een stroomuitgang worden besteld.
Uitgangspunten bij het instellen Uitgangspunten bij het instellen Aanvullend de overzichten "Bedienings-/instel‐ – overzicht" en "Bedieningsmenu gamma/ XL, totaal" in de bijlagen en hoofdstuk "Overzicht van het apparaat en de besturingselementen" - "Besturingselementen" raadplegen. De pomp verlaat het menu en keert terug naar –...
Pagina 48
Uitgangspunten bij het instellen Voor het opslaan: het [Clickwheel] indrukken. ð De software toont een melding als bevestiging. Na 2 s volgt terugkeer naar het bovenliggende „Menu” . [Menu] Voor het afsluiten van het instellen: de toets indrukken. „Menu” via de toets Alternatief: 60 s wachten of het [Menu] of via de toets „Einde”...
Uitgangspunten bij het instellen Om de waarde van een getal cijfer voor cijfer in te stellen, de [Aanzuigen] indrukken. toets ð Het eerste cijfer krijgt een donkere achtergrond - zie bovenstaande afb., punt a) Voor het instellen van de waarde van de cijfers, het [Clickwheel] draaien.
Pagina 50
Uitgangspunten bij het instellen Is bij „Toegangsbeveiliging” „Alleen menu ” of „Alles ” ingesteld slotsymbool rechtsboven), moet na het indrukken van het [Clickwheel] eerst het „Wachtwoord” worden ingevoerd.
„Menu” Instellen / „Menu” Instellen / Aanvullend de overzichten "Bedienings-/instel‐ – overzicht" en "Bedieningsmenu gamma/ XL, totaal" in de bijlage en hoofdstuk "Overzicht van het apparaat" - "Besturingselementen" opvolgen. De pomp verlaat het menu en keert terug naar – een basisweergave, als op de toets [Menu] wordt gedrukt of als 60 s geen toets wordt ingedrukt.
„Menu” Instellen / In het menu „Instellingen” zijn doorgaans de volgende instelme‐ nu's beschikbaar: „Bedrijfsmodus” „Automatisch” „Slaglengte” „Dosering” „Concentratie” „Kalibreren” „Systeem” „In-/uitgangen” „Config-I/O” „Ontluchting” 10 - „Aanzuigtijd” 11 - „Tijd instellen” 12 - „Datum” 13 - „Bedrijfsmodus” 11.2.1 „Menu / Informatie è Instellingen è Bedrijfsmodus è ...” „Handmatig”...
Pagina 53
„Menu” Instellen / In de bedrijfsmodus „Contact” is de maximale slagfrequentie instelbaar. Deze moet doorgaans op 12.000 slagen/h worden ingesteld. Contact - adaptief Wanneer de afstanden tussen de pulsen (bijv. van een contactwa‐ termeter) langzaam veranderen, kunt u de pomp instellen op „Adaptief è...
Pagina 55
„Menu” Instellen / Contactwatermeter Met "Pulse Control" kan het apparaat, bijv. in combinatie met con‐ tactwatermeters, optimaal aan het betreffende proces worden aan‐ gepast. „Charge” 11.2.1.3 „Menu / Informatie è Instellingen è Bedrijfsmodus Charge è ...” è „Charge” maakt het voorselecteren van grote De bedrijfsmodus doseerhoeveelheden mogelijk.
„Menu” Instellen / Tijdens bedrijf kan het chargevolume eenvoudig via de basisweergave "Chargegrootte" worden ingesteld. „Analoog” (optie) 11.2.1.4 „Menu / Informatie è Instellingen è Bedrijfsmodus Analoog è ...” è In de nevenweergave "Signaalstroom" wordt de ingaande stroom weergegeven. Bij de verwerking van het stroomsignaal kiezen uit 5 typen: „0 - 20 mA”...
Pagina 57
„Menu” Instellen / I [mA] B0088 Afb. 33: Frequentie-stroom-diagram voor "Lineaire curve" Teken een grafiek zoals de bovenstaande – met waarden voor (I1, F1) en (I2, F2) – om de pomp naar wens te kunnen instellen! Het kleinste verwerkbare verschil tussen I1 en I2 is 4 mA (ll I1-I2 ll ≥4 mA).
„Menu” Instellen / Met dit verwerkingstype kan een doseerpomp via het stroomsig‐ naal worden aangestuurd, zoals in de bovenstaande grafiek is aan‐ gegeven. „Onderste zijband” . Alles werkt volgens het verwerkingstype „Automatisch” 11.2.2 „Menu / Informatie è Instellingen è Automatisch è ...” „Automatisch”...
„Menu” Instellen / Tijdens bedrijf de slaglengte eenvoudiger via de basisweergave "Slaglengte" instellen: Het [Clickwheel] draaien, om naar de basis‐ – weergave "Slaglengte" te gaan. Drukken op het [Clickwheel] en daarna draaien – voor het instellen van de slaglengte. Op het [Clickwheel] drukken, om de slaglengte –...
Pagina 60
„Menu” Instellen / P_G_0125_SW Afb. 35: Persslag-doseerprofielen met slag L en tijd t (zuigslag onderbroken lijn) „Zuigslag” 11.2.4.2 „Menu / Informatie è Instellingen è Dosering è Zuigslag ...” è Bij al deze doseerprofielen is het ook mogelijk de Zuigslag naar wens te vertragen - zie .
Pagina 61
„Menu” Instellen / P_G_0075_SW normal Afb. 36: Persslag-doseerprofielen met slag L en tijd t Normaal normale zuigslag zuigslag voor viskeuze doseermedia zuigslag voor middelmatig viskeuze doseermedia zuigslag voor zeer viskeuze doseermedia – Het vertragen van de zuigslag leidt tot een lagere slagfrequentie en zo ook tot een lagere doseercapaciteit.
„Menu” Instellen / Druktrap / Grootte dosee‐ reenheid 0730 0450 Uitschakeldruk Uitschakeldruk: Druk waarbij bij overdruk op middellange termijn wordt uitgeschakeld = druktrap plus 10 ... 20%. „Bewaken” 11.2.4.4 „Menu / Informatie è Instellingen è Dosering è Bewaken ...” è „Luchtinsluiting”...
„Menu” Instellen / 11.2.4.4.4 Melding bij geen druk „Melding bij geen druk” kunt u bij Met de programmeerbare functie afwezigheid van druk in de pomp een melding laten uitgeven. 11.2.4.4.5 Cavitatie „Cavitatie” kunt u de pomp een Met de programmeerbare functie melding laten uitgeven als deze cavitatie detecteert.
„Menu” Instellen / De basisweergave "Concentratie" wordt alleen – weergegeven als: de pomp is gekalibreerd. – het menu „Concentratie” in de gebruikte – bedrijfsmodus is doorlopen. en daarbij „Concentratie” op „Actief” is – ingesteld - in de gebruikte bedrijfsmodus. De basisweergave "Concentratie" schakelt bij –...
„Menu” Instellen / Procedure VOORZICHTIG! De nauwkeurigheid van de concentratie is sterk afhankelijk van: – de nauwkeurigheid van de kalibratie van de doseerpomp. – de nauwkeurigheid van de ingevoerde specifi‐ caties. Kalibreer de doseerpomp als deze nog niet is gekalibreerd - „Instellen”...
Pagina 66
„Menu” Instellen / VOORZICHTIG! Gevaar voor te hoge concentraties Bij weggevallen of stilstaand debiet kan de doseer‐ pomp doorgaan met doseren. – Installatietechnisch moeten voorzieningen worden getroffen, waarmee wordt voorkomen dat de doseerpomp in een dergelijk geval door‐ gaat met doseren. Voorwaarden zijn dat: het stromende medium de massadichtheid van water heeft (1 kg/l ≜...
Pagina 67
„Menu” Instellen / Door het draaien van het [Clickwheel] naar de basisweer‐ gave "Concentratie" gaan (ppm of %). [Clickwheel] kan de gewenste massaconcentratie Met het worden ingevoerd. Tab. 14: Mogelijke waarden van de instelbare parameters Instelbare parameter Onderste waarde Bovenste waarde Stapgrootte Contactafstand in l/ 000,10...
„Menu” Instellen / In het menu-item „Concentratieregeling” de keuze „Actief” [Clickwheel] . instellen en drukken op het „Volume hoofdmedium” van het medium in de tank [Clickwheel] . instellen en drukken op het „Concentratie doseermedium” instellen en De (massa-) [Clickwheel] . drukken op het „Dichtheid doseermedium”...
Pagina 69
„Menu” Instellen / Procedure VOORZICHTIG! De nauwkeurigheid van de concentratie is sterk afhankelijk van: – de nauwkeurigheid van de kalibratie van de doseerpomp. – de nauwkeurigheid van de ingevoerde specifi‐ caties. Kalibreer de doseerpomp als deze nog niet is gekalibreerd - „Instellen”...
„Menu” Instellen / Met het [Clickwheel] kan de gewenste massaconcentratie worden ingevoerd. VOORZICHTIG! – Let daarbij op het decimaalteken. – De waarde van de massaconcentratie wordt door zowel het wijzigen van de slagfrequentie als van de slaglengte beïnvloed. – De instelbare waarde van de massacon‐ centratie wordt naar boven door de pomp begrensd, omdat anders de stappen bij het instellen onaanvaardbaar groot...
Pagina 71
„Menu” Instellen / Kalibratie heeft een invloed op het menu Bij doseermodus „Auto” - „off” : Enkele menu's verschijnen alleen als de pomp is gekalibreerd. Kalibratie via de kalibratie-factor Weet u al bij welke kalibratiefactor de pomp de gewenste nauw‐ „Kalibratie”...
„Menu” Instellen / Kalibratieprocedure Noteer de vulhoogte in de kalibratiebuis. „Menu / Informatie è Instellingen è Kalibreren Het menu Kalibreren” kiezen en op het [Clickwheel] drukken. è „Kalibreren starten” (PUSH) verschijnt. ð Het menupunt [Clickwheel] indrukken om het kalibreren te starten. „Kalibreren ...”...
„Menu” Instellen / 11.2.7.2 Volume-eenheid „Menu / Informatie è Instellingen è Systeem Volume-eenheid è ...” è „Volume-eenheid” kan een andere eenheid voor In het submenu volume worden gekozen. 11.2.7.3 Druk-eenheid „Menu / Informatie è Instellingen è Systeem Druk-eenheid è ...” è...
„Menu” Instellen / 11.2.7.5 Startgedrag „Menu / Informatie è Instellingen è Systeem Startgedrag è ...” è „Startgedrag” kunt u het startgedrag van de pomp In het submenu na het inschakelen van de voedingsspanning voorinstellen. Startgedrag Beschrijving „altijd STOP” De pomp ontwaakt altijd in de toestand "Handmatig met de toets [STOP/START] ".
Pagina 75
„Menu” Instellen / „Relais1 (optie)” 11.2.8.2 „Menu / Informatie è Instellingen è In-/uitgangen Relais1 è ...” è De instelmogelijkheden voor de functie „Relais” zijn alleen beschikbaar als een relais is gemon‐ teerd. gamma/ XL, GXLa Tab. 17: Relais, fysiek en vooringesteld op ... Identcode-kenmerk Relais, fysiek Vooringesteld op ...
Pagina 76
„Menu” Instellen / Relais-polariteit Hier kan worden ingesteld hoe een relais moet schakelen. Instelling in menu Resultaat Verbreekcontact Het relais is bij normaal bedrijf gesloten en opent bij de activerende gebeurtenis. (NC) Maakcontact Het relais is bij normaal bedrijf geopend en sluit bij de activerende gebeurtenis.
Pagina 77
„Menu” Instellen / Selecteer in de weergave „mA-uitgang” het stroombereik. „Analoog signaal selecteren” , Selecteer in de weergave welke capaciteits-parameters van de pomp door de mA-uit‐ gang moeten worden gesignaleerd. „liter/uur bij 20 mA” : Selecteer in de weergave Uitsluitend bij „Capaciteit bij 20 mA”...
Pagina 78
11.2.8.8.2 continu Kalibreren De zuiglans met continue niveaumeting van ProMinent kan het vul‐ niveau in een jerrycan van 30 l meten met een nauwkeurigheid van 5%. Het vulniveau wordt aangegeven door de betreffende neven‐ weergave van de gamma/ XL, resp. het vulniveau kan via bus aan de controlekamer worden gemeld.
„Menu” Instellen / Controleer of de niveaumeting werkt zoals verwacht. „Proc. vulniveau” de niveaumeting opnieuw Proc. vulniveau In dit submenu kan via worden gekalibreerd, als met een ander maximaal vulniveau moet worden gewerkt. „Kalibreren” het gewenste „Proc. vulniveau” selecteren. „Kalib. "vulniveau"” verschijnt. ð...
Pagina 80
Er zijn 2 manieren om de perszijde automatisch te ontluchten via de hardware: via de ontluchtingsmodule van ProMinent in de doseereenheid. via een door de klant uitgevoerde ontluchtingsmogelijkheid in de persleiding. Gedurende de aanzuigperiode wijzigt de schakel‐...
„Menu” Instellen / Verloop van de ontluchtingsprocedure De pompbesturing stopt het lopende reguliere doseerbedrijf - (automatisch): op het LCD-scherm verschijnt het symbool "Stop pauze". Alleen met ontluchtingsrelais: Na 1 s opent de pompbestu‐ ring de ontluchting van de doseereenheid (via het ontluch‐ tingsrelais en het magneetventiel).
„Menu” Instellen / Gebruik de draaiknop om een cijfer te wijzigen. [Aanzuigen] gebruiken om naar het volgende De toets cijfer te gaan. „Auto. zomertijd” kan worden gekozen of de omschakeling Onder „Zomertijd” gewenst is. naar Verder kunt u aangeven wanneer de pomp moet omschakelen „Zomertijd”...
„Menu” Instellen / Om de timer te activeren, de „Activering” naar „Actief” scha‐ kelen. „Timer staat” geeft ð De eerste regel van het timermenu „Actief” aan. De timer begint te werken - de aanduiding Timer zichtbaar in de basisweergave. De timersoftware representeert bij het instellen van de „Activering”...
Pagina 84
„Menu” Instellen / VOORZICHTIG! Een programma dat in de doseerwijze „Automatisch” - „Aan” is aangemaakt, werkt niet „Automatisch” - „Uit” - en bij de doseerwijze omgekeerd. VOORZICHTIG! Moet de automatische zomertijdomschakeling „Instellingen” - „Tijd” ), daarna worden gebruikt ( altijd activeringsgebeurtenissen tussen 02:00 en 03:00 uur vermijden.
Pagina 85
„Menu” Instellen / De afgeronde programmaregel/instructie ziet er als volgt uit: Instructie 03/05 op werkdagen 1 (ma-vr) 12:00 Manual (handmatig) 20,00 l/h B1106 Voorbeeld Tijdgebeurtenis (trigger) Actie op werkdagen 1 (ma- Tijd van de dag 12:00 Handmatig 20,00 l/h Dit voorbeeld betekent: Wanneer het op een werkdag 12:00 uur wordt, dan moet de „Manual”...
Pagina 86
„Menu” Instellen / Actie Beschrijving Waarde „doseerfrequentie” ) Slagen/h *2 ( „Slaglengte” „Stop” Pomp stoppen „Relais 1 **” Relais laten schakelen naar toe‐ open stand ... gesloten „Relais 2 **” Relais laten schakelen naar toe‐ open stand ... gesloten „Contact” Omschakelen naar deze bedrijfs‐...
„Menu” Instellen / „Init” 11.3.2.1.2 Startcondities „Init” kunnen voor aanvang van Via de activerende gebeurtenis het programma startvoorwaarden worden gegeven. Voorbeeld activerende gebeurtenis (trigger) Actie Init Relais 2 gesloten Init Contact Dit voorbeeld betekent: „Timer è Activering Zodra het programma wordt gestart (via actief”...
Pagina 88
„Menu” Instellen / VOORZICHTIG! Wanneer de automatische zomertijdomschakeling „Instellingen” - „Tijd” ), moet worden gebruikt ( moeten altijd tijdgebeurtenissen tussen 02:00 en 03:00 uur worden vermeden. Met een tijdgebeurtenis kunt u een actie tot op de minuut precies activeren. Wanneer de actie op de seconde precies moet worden geactiveerd, moet u uw programmering opbouwen op een vertrager.
Pagina 89
„Menu” Instellen / Met de tijdgebeurtenis „Vertrager” X kunt u – een actie tot op de seconde precies activeren. De klok van de gamma/ XL heeft een nauw‐ – keurigheid van ±1 s/24 h. 11.3.2.1.5 Ingangen Een 0/1-contactsignaal bijv. aan pin 1 van de stekkeraansluiting „Config-I/O”...
Pagina 90
„Menu” Instellen / Voorbeeld Tijdgebeurtenis (trigger) Actie op werkdagen 1 (ma-vr) Tijd van de Stop dag 12:00 op werkdagen 1 (ma-vr) Tijd van de Charge (ingang) 50 slagen dag 12:00 op werkdagen 1 (ma-vr) Tijd van de Relais 1 -gesloten dag 12:00 Voor de sorteervolgorde van de programmare‐...
„Menu” Instellen / Sorteervolgorde De timersoftware sorteert elke nieuw geprogrammeerde program‐ [Clickwheel] maregel/instructie automatisch na het afsluiten ervan ( indrukken) onder de overige programmaregels. Het 1e Sorteercriterium is het type Tijdgebeurtenis (trigger) (volg‐ Ä Meer informatie op pagina 85 en Ä Meer informatie orde zie op pagina 87 ).
„Menu” Instellen / 11.3.4 Voorbeelden Voorwaarden: U heeft al met dit pomptype gewerkt „Instellingen de kloktijd is ingesteld (evt. onder de kloktijd instellen è Tijd” instellen. Alleen mogelijk bij è „Timer staat” - „Inactief” ). Taak: Voorbeeld "Uitdosering op werk‐ dagen"...
Pagina 93
„Menu” Instellen / Om de timer te activeren, de „Activering” naar „Actief” schakelen. „Timer staat” geeft ð De eerste regel van het timermenu „Actief” aan. De timer begint te werken - de aanduiding Timer zichtbaar in de basisweergave. De programmaregels testen! De nevenweergave "Timer"...
Pagina 94
„Menu” Instellen / Voorbeeld - ter voorkoming van Dit voorbeeld is bedoeld om de programmeur een aantal pro‐ fouten grammeerproblemen te verklaren, die niet altijd meteen duidelijk zijn: Instruct Tijdgebeurtenis Hulpparameter Actie Hulpparameter Commentaar Config-I/O 1 Ingang, reageert Start vertrager 1 Door het sluiten bij sluiten van een contact...
„Menu” Instellen / Instruct Tijdgebeurtenis Hulpparameter Actie Hulpparameter Commentaar Vertrager 3 na 180 s Stop De pomp stopt na 180 s Vertrager 3 na 180 s Config-I/O 2 Pinnen 2 en 4 openen van de stekke‐ raansluiting “Config-I/O” fun‐ geren als een verbreekcontact - daarmee kan een apparaat...
„Menu” Instellen / Toestand, zodra de geprogram‐ De timersoftware representeert de toestand van de pomp, die deze meerde pomp weer wordt aange‐ op dit tijdstip zou hebben, wanneer deze niet van de netspanning sloten op de netspanning: zou zijn gescheiden. Dit heeft betrekking op gekoppelde of niet-vertraagde acties.
„Menu” Instellen / 1 - Tijdgebeurtenissen (daadwerkelijk tijdsafhankelijk) worden op de minuut nauwkeurig afgewerkt. „Init” ) wordt uitgevoerd bij het starten van het 2 - De initialisatie ( „Timer è Activering è actief” of netspanning programma ( aan), om zo een gedefinieerde uitgangssituatie tot stand te brengen.
„Menu” Instellen / Keuze Punt ① Punt ② „Geen” „ Menu blokkeren” „Alles blokkeren” Basis- weergave Pomp stoppen / starten STOP STOP START START Aanzuigen Charge starten (alleen in bedrijfsmodus "Charge") Fout bevestigen Instelbare waarden controleren Direct instelbare waarden wijzigen Instel- modus B0598...
„Menu” Instellen / De waarden worden opgeteld vanaf de inbedrijfstelling van de pomp, de laatste keer kalibreren of de laatste keer wissen. „Fout-logboek” 11.4.4 „Menu / Informatie è Service è Fout-logboek è ...” „Logboekrecords” worden bekeken. Hier kan de lijst „Filter”...
„Menu” Instellen / „Fabrieksinstelling” 11.4.7 „Menu / Informatie è Service è Fabrieksinstelling è ...” „Ja” worden gereset naar de fabrieksinstel‐ Hier kan de pomp met lingen. Het wachtwoord bestaat uit de laatste 4 cijfers van het serie‐ nummer. 11.4.8 Onderdeelnummer membraan: XXXXXXX „Menu / informatie è...
Bedienen Bedienen Dit hoofdstuk beschrijft alle bedieningsmogelijkheden bij een basis‐ weergave (boven op de zwarte balk bevinden zich meerdere sym‐ bolen en de drukweergave) voor geïnstrueerd personeel bij de pomp. Zie de overzichten "Bedienings-/instelover‐ – zicht" en "Basis- en nevenweergaven" achterin de gebruikershandleiding en het hoofdstuk "Overzicht van het apparaat en besturingsele‐...
Pagina 102
Bedienen Doseercapaciteit Slagfrequentie Slaglengte Factor Contacthoeveelheid Charge doseertijd Concentratie Insteloverzicht gamma/ XL Basis- weergave Pomp stoppen / starten STOP STOP START START Aanzuigen Charge starten (alleen in bedrijfsmodus "Charge") Fout bevestigen Instelbare waarden controleren Direct instelbare waarden wijzigen Instel- modus B0598 Afb.
Onderhoud Onderhoud WAARSCHUWING! Lees voor het verzenden van de pomp altijd de veiligheidsaanwijzingen en gegevens in het hoofd‐ stuk "Opslag, transport en uitpakken" en houdt u zich daaraan! VOORZICHTIG! Waarschuwing voor rondspuitend doseermedium Door de druk in de doseereenheid en de aangren‐ zende installatiedelen kan er uit de hydraulische onderdelen doseermedium spuiten wanneer deze worden gemanipuleerd of geopend.
Pagina 104
Onderhoud P_G_0054_SW Afb. 39: De lekkageboring Interval Onderhoudstaak Personeel Jaarlijks* Het doseermembraan op beschadiging controleren - zie Repa‐ Deskundig personeel ratie. * bij normale belasting (ca. 30% van continubedrijf). Bij zware belasting (bijv. continubedrijf): kortere intervallen. Bij doseermedia die het doseermembraan bijzonder belasten, zoals bijv.
Repareren Repareren Veiligheidsaanwijzingen Kwalificatie gebruiker, mechanische reparatie: gekwalificeerd vakman. Kwalificatie gebruiker, elektrische reparatie: Elektromonteur. WAARSCHUWING! Gevaar door een gevaarlijke stof! Mogelijk gevolg: overlijden of zeer ernstig letsel. Houdt u bij de omgang met gevaarlijke stoffen de actuele veiligheidsinformatiebladen van de fabri‐ kant van de gevaarlijke stof bij de hand.
Repareren 14.1 Doseermembraan vervangen De bestelnummers (onderdeelnummers) van het geschikte doseer‐ membraan of de reserveonderdelensets vindt u aan het einde van „Service” . het menu Indien nodig, beschermingsmaatregelen nemen. Het veiligheidsinformatieblad van het doseermedium opvolgen. Weglekken van doseermedium verhinderen. De installatie drukloos maken. De doseereenheid leegmaken (plaats de doseereenheid ondersteboven en laat het doseermedium eruit lopen.
Repareren Het nieuwe membraan (3) ter controle tot de aanslag op de aandrijfas schroeven. Dit moet lukken, omdat de pomp anders later niet exact doseert. Het membraan (3) weer losschroeven. Plaats de kopschijf (4) op de pompbehuizing (6). De lekkageboring moet in de definitieve montagepositie van de pomp naar beneden zijn gericht, zie hoofdstuk "Onderhoud".
Repareren Persventiel Aansluitset Afdichting Pomptype 2.0 membraan compleet 2.0 reserveonderdelenset 2.0 reserveonderdelenset 1612 1117433 1119828 1119829 1020 1117354 1121492 1121491 0730 1117352 1118459 1118464 0450 1117353 1120526 14.2 Membraanbreukmelder reinigen Na activering van de membraanbreukmelder kunnen resten van het doseermedium de membraanbreukmelder verstoren. Nadat de membraanbreukmelder is geactiveerd, moet u deze controleren en reinigen.
Storingen verhelpen Storingen verhelpen Veiligheidsaanwijzingen WAARSCHUWING! Waarschuwing voor gevaarlijk doseermedium Is een gevaarlijk doseermedium gebruikt: het medium kan tijdens werkzaamheden aan de pomp of materiaalbreuk of een verkeerde behandeling van de pomp weglekken bij de hydraulische onder‐ delen. – Neem vóór werkzaamheden aan de pomp pas‐ sende veiligheidsmaatregelen (bijv.
Storingen verhelpen 15.2 Storing met storingsmelding 15.2.1 Storingsmeldingen op het LCD-scherm Bij een storing: brandt de rode LED-indicatie. verschijnt op het LCD-scherm een indicator en een symbool. stopt de pomp. Foutbeschrijving Oorzaak Verhelpen Perso‐ neel Systeem- of EPRom-fout Stuur de pomp naar ProMi‐ Nr.
Pagina 111
Storingen verhelpen Foutbeschrijving Oorzaak Verhelpen Perso‐ neel Er is een verkeerde De parameter corrigeren. Des‐ Nr. 10: De indicator en de mel‐ „Parameter verkeerd!” ver‐ parameter ingevoerd. kundig ding schijnen. perso‐ neel De pomp heeft een te Verhelp de oorzaak en Des‐...
Storingen verhelpen Foutbeschrijving Oorzaak Verhelpen Perso‐ neel De communicatie tussen Stuur de pomp naar ProMi‐ Nr. 20: De indicator en de mel‐ „Module ontbreekt” ver‐ de optiemodule en de nent. ding schijnen. pompelektronica komt niet tot stand. Het buscontact tussen De oorzaak verhelpen Des‐...
„Cavitatie” verschijnen. heid. ters aanpassen. personeel 15.2.3 Alle andere fouten Aub contact opnemen met uw ProMinent-vestiging of -vertegen‐ woordiging! 15.3 Logboek 15.3.1 Storingsmeldingen in het logboek Meer informatie over de meldingen „ERROR” - zie hoofdstuk "Storingsmeldingen op het LCD- scherm".
De vermogensmodule heeft gedurende een bepaalde tijdspanne de bijbehorende heartbeat-melding niet meer ontvangen (voe‐ dingsunit niet meer bereikbaar?). Foutversies * * Neem bij deze fout contact op met uw Prominent vestiging. 15.3.2 Waarschuwingsmeldingen in het logboek Meer informatie over de meldingen „WARNING” - zie hoofdstuk "Waarschuwingsmeldingen op het...
Storingen verhelpen Logboeknr. Beschrijving „In-/uitgangen” is ingesteld. Doseerbewaking meldt meer misslagen, dan in het menu De doseerhoeveelheid kan niet worden gedoseerd. Een ingestelde parameter is ongeldig. De ventilator is defect of niet aangesloten. Er is een interne systeemwaarschuwing of een onjuiste toewijzing van de magneet gedetecteerd.
Storingen verhelpen Logboeknr. Beschrijving Er is een overbelasting vastgesteld. Logboek: [00 PP zz ii] PP – Vermogen magneet [W] zz – Uzk [V] ii – Stroom magneet [ * 100 mA] „Contact” , bijv. De doseerhoeveelheid kan niet worden gedoseerd. Bij bedrijfsmodus door snel opeenvolgende contacten.
Buiten werking stellen en recycling Buiten werking stellen en recycling Buiten werking stellen WAARSCHUWING! Gevaar door chemicaliënresten Na bedrijf bevinden zich doorgaans nog chemica‐ liënresten in de doseereenheid en op de behui‐ zing. Deze chemicaliënresten kunnen gevaarlijk zijn voor personen. –...
Pagina 118
Buiten werking stellen en recycling Recyclen WAARSCHUWING! Oogletsel door drukveer In de aandrijfmagneet binnenin de pomp bevindt zich een drukveer, die bij het openen oogletsel kan veroorzaken. – De pomp niet in onderdelen recyclen. VOORZICHTIG! Gevaar voor het milieu door batterij In de pomp bevindt zich een batterij die giftig kan zijn voor het milieu.
Technische gegevens 17.1.1 Capaciteitsgegevens met vPTFE-membraan Tab. 29: bij 200 slagen/minuut en 100% slaglengte Type Pompcapaciteit Aansluitdia‐ Zuig‐ Aanzuig‐ Max. voor‐ meter hoogte* hoogte** druk zuig‐ bij maximale tegendruk zijde Uitw.Æ x inw.Æ ml/slag m WK m WK 1612 12,0 1,00 8 x 5 1020...
Technische gegevens 17.3 Viscositeit Tab. 30: De doseereenheden zijn geschikt voor de volgende viscositeitsbereiken: uitvoering Viscositeit in mPas Standaard 0 ... 200 Met ventielveren 201 ... 500 Met HV-kop 501 ... 3000* Zelfontluchtend (SEK) 0 ... 50 * Bij correct aangepaste installatie ook duidelijk daar boven. Vraag informatie bij de afdeling technisch advies in Heidelberg.
Technische gegevens 17.5 Elektrische gegevens Uitvoering: 100 - 230 V ±10%, 50/60 Informatie Waarde Nominaal vermogen, ca. 78 W Inschakelstroom (afnemend binnen ca. 50 ms) 8 ... 4 A Zekering T 3,15 A * * 250 V (1,5 kA), bestelnr. 732414 Zekeringen moeten de VDE-, UL- en CSA-goedkeuringen hebben.
Technische gegevens 17.8 Opstelhoogte Informatie Waarde Eenheid Opstelhoogte, max.: 2000 m boven 17.9 Beschermingsgraad en veiligheidseisen Beschermingsgraad Contact- en vochtigheidsbescherming: IP 66 volgens EN 60529 Veiligheidseisen Beschermingsgraad: 1 - netaansluiting met aardleiding 17.10 Compatibiliteit Enkele hydraulische onderdelen van de delta ®...
Explosietekeningen gamma/ XL Explosietekeningen gamma/ XL Het standaardmembraan kunt u 1 op 1 uitwisselen tegen het vPTFE-membraan. U heeft hiervoor alleen een nieuw vPTFE- membraan nodig. Doseereenheid 1608 / 2508 NP_2 P_G_0108_SW 40350932 Afb. 41: Doseereenheid gamma/ XL 1608 / 2508 NP_2 Tab.
Maatschetsen Maatschetsen De maten van de maatschets en pomp verge‐ – lijken. De maatgegevens zijn in mm. – Maatschets gamma/ XL, materiaaluit‐ voeringen NP P_G_0098_SW 40353314 Afb. 55 2508 1608 1612 1020 0730 ØA C (met ontluchtingsventiel) C (zonder ontluchtingsven‐ tiel)
Pagina 140
Maatschetsen Maatschets gamma/ XL, materiaaluit‐ voering PV 26.5 P_G_0099_SW 40353347 Afb. 56 1608 1612 1020 0730 ØA C (met ontluchtingsventiel) C (SER)
MENT EN DE RAAD, bijlage I, ESSENTIËLE VEILIGHEIDS- EN GEZONDHEIDSEISEN BETREFFENDE HET ONTWERP EN DE BOUW VAN MACHINES, hoofdstuk 1.7.4.2. C. Hiermee verklaren wij, ProMinent GmbH Im Schuhmachergewann 5 - 11 D - 69123 Heidelberg, dat het hieronder genoemde product op basis van het ontwerp en de constructie en in de door ons op de markt gebrachte uitvoering voldoet aan de relevante fundamentele veiligheids- en gezond‐...
Pagina 153
Bedieningsmenu gamma/ XL, totaal 1. niveau Zomertijd eindigt Augustus September Oktober November zondag de 1e, 2e, 3e, 4e, 5e Plaats Noordel. halfrond Zuidel. halfrond Datum dd.mm.yyyy Timer Timerstatus Activering Actief Inactief Timer instellen Nieuw Instructie 01 Per uur Meldingen Instructie2 Dagelijks (ma-zo) Wijzigen …...
Pagina 154
Bedieningsmenu gamma/ XL, totaal 1. niveau Filter Geen alleen waarsch.+ fouten alleen fouten alleen waarschu‐ wingen alleen gebeurte‐ nissen Membraanwissel Terug Naar wisselpo‐ sitie Display Helderheid Contrast Fabrieksinstelling Wachtwoord? Onderdeel‐ nummer mem‐ braan: ------- Onderdeel‐ nummer reser‐ veonderdelenset: ------- Language (taal) Engels Duits Français...
Montagehandleiding: Uitbreiding met relais Montagehandleiding: Uitbreiding met relais Tab. 46: Deze montagehandleiding geldt voor: Aanduiding Bestelnr. Storingsmeldrelais 1050643 Storingsmeld- en taktgeefrelais 1050654 Storingsmeldrelais + 4-20 mA-uitgang 1050655 Materialen Torx-sleutel T 25. Een zaklamp kan helpen bij het eenvoudiger aansluiten van het 4x2-contact in de sleuf voor het relais.