Voorwaarden voor MirrorLink
✓ Het te verbinden apparaat moet de MirrorLink-
verbinding ondersteunen.
Een lijst van apparaten en applicaties die de Mir-
rorLink-verbinding ondersteunen, is te vinden op
de internetpagina's van Car Connectivity Consor-
tium®.
✓ Op het mobiele apparaat is de MirrorLink applica-
tie geïnstalleerd.
✓ Sommige applicaties vereisen dat de dataverbin-
ding op het aangesloten mobiele apparaat is inge-
schakeld.
Bediening
Bediening van de actieve MirrorLink-applicatie
Verschuiven van de functietoetsen op de linker
beeldschermrand
Verschuiven van de functietoetsen op de rechter
beeldschermrand
Verschuiven van de functietoetsen op de boven-
ste beeldschermrand
Verschuiven van de functietoetsen op de onder-
ste beeldschermrand
Terugkeren naar het hoofdmenu MirrorLink
Beperking
Beperking van de SmartLink-applicaties tijdens het
rijden
Om veiligheidsredenen is de bediening van enkele
SmartLink-applicaties tijdens het rijden niet of
slechts beperkt mogelijk.
Functiebeperking van het infotainment bij de An-
droid Auto-verbinding
Tijdens de duur van de verbinding kan het externe
▶
apparaat niet als audiobron in het menu Media
worden gebruikt.
Door de verbinding van het apparaat worden alle
▶
op dat moment verbonden Bluetooth®-apparaten
losgekoppeld en wordt het apparaat automatisch
verbonden als basistelefoon.
Tijdens de duur van de verbinding kunnen geen an-
▶
deren Bluetooth®-apparaten worden verbonden.
Functiebeperking van het infotainment bij de Ap-
ple CarPlay-verbinding
Tijdens de duur van de verbinding kan het externe
▶
apparaat niet als audiobron in het menu Media
worden gebruikt.
Door de verbinding van het apparaat worden alle
▶
momenteel verbonden Bluetooth®-apparaten los-
gekoppeld.
Tijdens de duur van de verbinding kunnen geen
▶
Bluetooth®-apparaten met het infotainment wor-
den verbonden.
Infotainment Swing ›
Functiebeperking van het infotainment bij de Mir-
rorLink-verbinding
Tijdens de duur van de verbinding kan het externe
▶
apparaat niet als audiobron in het menu Media
worden gebruikt.
Door de verbinding van het apparaat worden alle
▶
op dat moment verbonden Bluetooth®-apparaten
losgekoppeld en wordt het apparaat automatisch
verbonden als basistelefoon.
Afhankelijk van het aan te sluiten apparaat kan een
verbindingsbevestiging vereist zijn.
Instellingen
Apple CarPlay - Verbinding via USB
›
Het infotainment inschakelen.
›
Het mobiele apparaat inschakelen.
›
Het mobiele apparaat via een kabel aansluiten op
de voorste USB-ingang.
›
De verbinding via Apple CarPlay selecteren.
Apple CarPlay - Verbindingsverbreking
›
In het hoofdmenu Apple CarPlay de functietoets
"ŠKODA" aantippen.
›
aantippen.
Android Auto - Verbinding via USB
›
Het infotainment inschakelen.
›
Het mobiele apparaat inschakelen.
›
Het mobiele apparaat via een kabel aansluiten op
de voorste USB-ingang.
›
De verbinding via Android Auto selecteren.
Android Auto - Verbindingsverbreking
›
In het hoofdmenu Android Auto
SKODA" aantippen.
›
aantippen.
MirrorLink - Verbinding via USB
›
Het infotainment inschakelen.
›
Het mobiele apparaat inschakelen.
›
Het mobiele apparaat via een kabel aansluiten op
de voorste USB-ingang.
›
De verbinding via MirrorLink selecteren.
MirrorLink - Verbindingsverbreking
›
In het hoofdmenu MirrorLink
›
aantippen.
Wisselen naar een ander apparaat / verbindingsty-
pe
Met het infotainment kan worden gewisseld tussen
de momenteel verbonden apparaten of het verbin-
dingstype.
›
aantippen.
›
Het gewenste apparaat of het verbindingstype kie-
zen.
SmartLink
83
"Return to
aantippen.