Instellingen
Activeren en deactiveren
De deactivering en activering van de functie vindt
plaats in het infotainment in het volgende menu.
Of:
We adviseren om de functie in de volgende gevallen
te deactiveren.
Montage van een dakdrager.
▶
Aankoppelen van een aanhangwagen of een ander
▶
accessoire aan de trekhaak.
Wassen van de wagen.
▶
Onderhouds- en reparatiewerkzaamheden aan de
▶
achterzijde van de wagen.
Achterklep ontgrendelen
Ontgrendelen
Stoelen, stuurwiel en spiegels ›
›
In de opening in de be-
kleding een schroeven-
draaier steken.
›
De klep door beweging
in pijlrichting ontgren-
delen.
Achterklep ontgrendelen
Stoelen, stuurwiel en spiegels
Voorstoel - handmatig bediend
Bedieningselementen van de stoel
In langsrichting instellen - na het loslaten van de
A
bedieningshendel moet de vergrendeling hoor-
baar vergrendelen
Hoogte instellen
B
Schuine stand van de rugleuning instellen - bij de
C
instelling niet tegen de rugleuning leunen
Bolling van de welving van de lendensteun instel-
D
len
In het verstelmechanisme voor schuine stand van de
rugleuning kan na enige tijd speling ontstaan.
Neerklapbare bijrijdersstoelleuning
Neerklappen
Terugklappen
›
Aan de bedieningshendel trekken.
›
De leuning terugklappen tot deze hoorbaar ver-
grendelt.
35
›
Aan de bedieningshen-
del trekken.
›
De rugleuning neer-
klappen tot deze hoor-
baar vergrendelt.