Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Skoda KODIAQ 2019 Instructieboekje pagina 158

Inhoudsopgave

Advertenties

156 Infotainment Columbus ›
De Bluetooth®-eenheid van het infotainment kie-
zen.
De naam van de eenheid kan door het aantippen
van
Bluetooth Naam: worden vastgesteld.
De PIN bevestigen, evt. ingeven en bevestigen.
Het mobiele apparaat wordt met het infotainment
verbonden of alleen gekoppeld, en wel afhankelijk
van het aantal reeds verbonden apparaten.
Infotainment met een niet-gekoppeld mobiel appa-
raat verbinden
Het contact inschakelen.
Bluetooth® van het mobiele apparaat inschakelen.
Bluetooth® van het infotainment
Bluetooth inschakelen.
Bluetooth Apparaten zoeken aantippen.
De zichtbaarheid van het aan te sluiten apparaat
garanderen.
Het gewenste apparaat in de lijst met opgezochte
Bluetooth®-apparaten selecteren.
De PIN bevestigen, evt. ingeven en bevestigen.
Indien twee apparaten met het infotainment zijn
verbonden, het te vervangen apparaat selecteren.
Infotainment met een reeds gekoppeld mobiel ap-
paraat verbinden
De verbinding met een reeds gekoppeld mobiel ap-
paraat vindt automatisch plaats na het inschakelen
van het contact, zo nodig kan het apparaat handma-
tig als volgt worden verbonden.
Het contact inschakelen.
Bluetooth® van het mobiele apparaat inschakelen.
Bluetooth® van het infotainment
Bluetooth inschakelen.
Bluetooth Gekoppelde apparaten aantippen.
In de apparatenlijst het gewenste apparaat en het
Bluetooth®-profiel selecteren.
De PIN bevestigen, evt. ingeven en bevestigen.
Indien twee apparaten met het infotainment zijn
verbonden, het te vervangen apparaat selecteren.
Verbinding met een mobiel apparaat verbreken
Bluetooth Gekoppelde apparaten aantippen.
Het symbool van het Bluetooth®-profiel van het
gewenste mobiele apparaat aantippen.
Een gekoppeld mobiel apparaat wissen
Bluetooth Gekoppelde apparaten aantippen.
Voor het wissen van een mobiel apparaat aantip-
pen en de wisprocedure bevestigen.
Voor het wissen van alle mobiele apparaten Alle wis-
sen aantippen en de wisprocedure bevestigen.
Verbinding via de simkaart in de externe module
De simkaart kan voor telefoon- en datadiensten
worden gebruikt.
Beheer mobiele apparaten
Een mini-simkaart gebruiken, standaardformaat
25x15 mm.
Bij het insteken van een simkaart met ongeschikt
Bluetooth
formaat of in de verkeerde richting bestaat gevaar
voor beschadiging van de externe module.
Bij het eerste gebruik van de simkaart een van de
volgende menupunten voor het gebruik van de sim-
kaart kiezen.
Of:
Bluetooth
getoonde lijst, informeer dan bij uw provider of een
van de weergegeven providers kan worden gebruikt.
Door het gebruik van de simkaart voor telefoondien-
sten wordt de verbinding met de verbonden tele-
foons beëindigd.
Simkaart uit de externe module verwijderen
Netwerkparameters instellen
stelling contact opnemen met de provider.
Parameters van dataverbinding instellen
Het contact en het infotainment inschakelen.
Het menupunt in
schakelen.
In de externe module in het opbergvak aan bijrij-
derszijde een simkaart in de bijbehorende opening
steken.
De simkaart met de afgeschuinde hoek links en
de contacten omlaag gericht aanbrengen, tot de-
ze vastklikt.
LET OP
Ook telefonie - Activering van de data- en telefoon-
diensten.
Alleen dataverbindingen - Alleen activering van de data-
diensten.
Als de simkaart met een pincode is beveiligd, de
pincode ingeven.
De ingegeven pincode door aantippen van
vestigen.
aantippen, om de pincode op te slaan en te be-
vestigen.
Eventueel het benodigde netwerk van de datapro-
vider instellen en de internetverbinding bevestigen.
Indien uw dataprovider niet beschikbaar is in de
Op de ingestoken simkaart drukken tot deze in de
verwijderpositie springt. Deze vervolgens verwijde-
ren.
Netwerk aantippen.
De gewenste parameters instellen.
Voor de exacte parameters voor de netwerkin-
Netwerk Dataverbinding: aantippen.
De gewenste parameters instellen.
Telefooninterface "Business" in-
be-

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave