Systeem inschakelen
›
De achteruitversnelling inschakelen.
›
Het rempedaal intrappen.
›
Het stuurwiel loslaten en de toets
Manoeuvreren
›
Beginnen met achteruitrijden.
Tijdens het achteruitrijden kan de instelling worden
gecorrigeerd.
›
Stoppen, zodra de doelpositie van de aanhangwa-
gen is bereikt.
VOORZICHTIG
Gevaar voor verwondingen!
Tijdens het inparkeren niet tussen de stuurwielspa-
▶
ken grijpen.
Alleen de pedalen en de versnellings-/keuzehendel
▶
bedienen.
Combinatie recht zetten
›
De draaiknop naar achteren kantelen.
›
Vooruit- en achteruitrijden tot de gewenste positie
van de combinatie is bereikt.
Systeem uitschakelen
›
De toets
indrukken.
Automatische systeemuitschakeling
Als de volgende situaties zich voordoen tijdens het
manoeuvreren, vindt een automatische systeemuit-
schakeling en een remingreep plaats.
De toets
wordt ingedrukt.
▶
Het bestuurdersportier wordt geopend.
▶
Het stuurwiel wordt vastgepakt.
▶
De rijsnelheid is te hoog.
▶
De aanhangwagen zwenkt te ver uit.
▶
indrukken.
›
De draaiknop voor de
buitenspiegel naar
rechts of links kante-
len.
Op het display van het
instrumentenpaneel
wordt het instelmenu
weergegeven.
Actuele positie van
A
de aanhangwagen
Doelpositie van de
B
aanhangwagen
Manoeuvreerhoek
C
›
De draaiknop naar
rechts of links kantelen
om doelpositie van de
aanhangwagen in te
stellen.
Motor, uitlaatsysteem en brandstof ›
Motor, uitlaatsysteem en brandstof
Motorkap
Motorkap openen
Voor het openen
›
Controleren of de ruitenwisserarmen op de voor-
ruit liggen.
›
Alle personen weghouden bij de motorruimte.
Openen
Sluiten
›
De motorkap naar beneden trekken.
›
De motorkap vanaf een hoogte van circa 20 cm
met een vlotte beweging sluiten.
›
Controleren of de kap goed gesloten is.
LET OP
Een niet gesloten kap niet nadrukken.
▶
Motorolie
Vloeistofpeil controleren en bijvullen
Controlevoorwaarden
✓ De wagen staat op een horizontale ondergrond.
✓ De afgezette motor is op bedrijfstemperatuur.
Vloeistofpeil controleren
›
Een paar minuten wachten tot de motorolie in de
carterpan is teruggestroomd.
›
De oliepeilstok eruit trekken en met een schone
doek afvegen.
›
De oliepeilstok tot de aanslag erin schuiven en op-
nieuw eruit trekken.
Motorkap
201
›
Aan de ontgrendelings-
hendel onder het dash-
board trekken .
›
De vergrendeling los-
maken.
›
De motorkap optillen,
waarna de gasdrukve-
ren deze geopend hou-
den.