Instellingen
Een mobiel apparaat verbinden met de infotain-
ment-hotspot
›
Het contact inschakelen.
›
De wifi-hotspot van het infotainment in het menu-
punt
WLAN Mobiele hotspot Mobiele hotspot in-
schakelen.
›
Op het mobiele apparaat wifi inschakelen.
›
In de lijst met beschikbare wifi-apparaten het info-
tainment-wifi opzoeken.
De naam van de infotainment-hotspot is te vinden
onder het menupunt
Instellingen hotspot (WLAN) SSID:.
›
De infotainment-hotspot kiezen en het vereiste
wachtwoord ingeven.
Het wachtwoord voor de verbinding met de info-
tainment-hotspot is te vinden onder het menupunt
WLAN Mobiele hotspot Instellingen hotspot (WLAN)
Netwerksleutel:.
›
De verbindingsopbouw bevestigen.
Infotainment met de hotspot van het mobiele ap-
paraat verbinden
›
Het contact inschakelen.
›
De wifi-eenheid van het infotainment in het menu-
punt
WLAN WLAN WLAN inschakelen.
›
De gewenste hotspot in de lijst met beschikbare
hotspots kiezen.
›
Het wachtwoord voor de verbindingsopbouw met
het mobiele apparaat ingeven.
Het infotainment slaat de wachtwoorden op voor
eerder verbonden hotspots.
Beveiligingsniveau van de infotainment-hotspot
Het beveiligingsniveau is af fabriek op WPA2 ingesteld
en kan niet worden veranderd.
Naam van de infotainment-hotspot wijzigen
›
WLAN Mobiele hotspot Instellingen hotspot (WLAN)
SSID: aantippen.
›
De naam ingeven en bevestigen.
›
Opslaan aantippen.
Wachtwoord voor de verbinding met de infotain-
ment-hotspot wijzigen
Het wachtwoord moet minimaal 8 en mag maximaal
63 tekens bevatten.
›
WLAN Mobiele hotspot Instellingen hotspot (WLAN)
Netwerksleutel: aantippen.
›
Het wachtwoord ingeven en bevestigen.
›
Opslaan aantippen.
Snelverbinding van een mobiel apparaat met de in-
fotainment-hotspot
›
Het contact inschakelen.
›
De wifi-hotspot van het infotainment in het menu-
punt
schakelen.
›
WPS snelverbinden (WPS-knop) aantippen.
›
Op het mobiele apparaat de optie voor de verbin-
ding via WPS inschakelen.
›
De verbindingsopbouw afwachten, zo nodig de be-
treffende meldingen bevestigen.
Snelverbinding van het infotainment met de hot-
spot van het mobiele apparaat
›
Het contact inschakelen.
›
Op het mobiele apparaat de hotspot, de zichtbaar-
WLAN Mobiele hotspot
heid en de optie voor de WPS-verbinding inscha-
kelen.
›
De wifi-eenheid van het infotainment in het menu-
punt
›
WPS snelverbinden (WPS-knop) aantippen.
›
De verbindingsopbouw afwachten, zo nodig de be-
treffende meldingen bevestigen.
Handmatige verbinding van het infotainment met
de hotspot van het mobiele apparaat
›
De hotspot-beveiliging van het mobiele apparaat
op WPA2 instellen.
›
Het contact inschakelen.
›
De wifi-eenheid van het infotainment in het menu-
punt
›
Handmatige instellingen aantippen.
›
De naam van de te verbinden hotspot en het toe-
gangswachtwoord ingeven.
›
Verbinden aantippen.
›
De verbindingsopbouw afwachten, zo nodig de be-
treffende meldingen bevestigen.
Tips voor een goede verbinding
Alleen de te verbinden hotspot ingeschakeld laten,
▶
de andere hotspots uitschakelen.
Niet-gebruikte hotspots wissen. Hierdoor wordt
▶
de voor de verbindingsopbouw benodigde tijd ver-
kort.
Bij enkele hotspots duurt de verbindingsopbouw
▶
langer, het einde van de verbindingsopbouw af-
wachten.
Bij onderbreking van de verbindingsopbouw op-
▶
nieuw naar beschikbare hotspots zoeken en de
verbindingsopbouw herhalen.
Dataverbinding
Instellingen
Mobiele gegevens
Aan mobiele gegevens voor de dataverbinding
kunnen conform de betalingsvoorwaarden van de
provider van het mobiele netwerk kosten verbon-
den zijn.
Infotainment Amundsen ›
WLAN Mobiele hotspot Mobiele hotspot in-
WLAN WLAN WLAN inschakelen.
WLAN WLAN WLAN inschakelen.
Dataverbinding
125