Inhoudsopgave
Advertenties
132 Infotainment Amundsen ›
Opties voor de kaartweergave
Automatische kaartweergave in dag-/nachtfunc-
A
tie, afhankelijk van de actueel ingeschakelde wa-
genverlichting
Kaartweergave in dagfunctie
B
Kaartweergave in nachtfunctie
C
In-/uitschakelen van de weergave van het extra
D
venster
Wanneer de kaart in het digitaal instrumenten-
paneel wordt weergegeven, kan geen extra ven-
ster worden weergegeven.
In-/uitschakelen van de weergave van de geko-
E
zen bijzondere reisdoelencategorie
Kaartweergave in digitaal instrumentenpaneel
De kaart kan in het digitale instrumentenpaneel of in
het infotainmentbeeldscherm worden weergegeven.
›
Om van Weergave te wisselen in het hoofdmenu
Navigatie
aantippen.
Kaartschaal
Er bestaat de mogelijkheid om de kaartschaal hand-
matig te wijzigen of de automatische schaalwijziging
in te schakelen.
›
Voor de Weergave van de bedieningsvlakken
voor het wijzigen van de kaartschaal
Manieren om de kaartschaal handmatig te wijzigen
›
Het beeldscherm met twee vingers aanraken en
deze naar elkaar resp. uit elkaar trekken.
Of:
›
De draaiknop
draaien.
In-/uitschakelen van automatische schaalwijziging
Wanneer de automatische schaal actief is, wijzigt de
kaartschaal automatisch, afhankelijk van de gereden
route alsmede van de uit te voeren manoeuvre.
Navigatie
De automatische schaal is alleen actief wanneer de
kaart op de wagenpositie gecentreerd is.
›
›
Het uitschakelen gebeurt tevens als de kaart wordt
verschoven of de schaal handmatig wordt gewijzigd.
Kaartweergave op verkleinde schaal
De kaartschaal wordt gedurende enkele seconden
verkleind en vervolgens weer hersteld.
›
Perspectief
›
Het perspectief van de kaart kan als volgt worden
weergegeven.
Naar noorden gerichte kaart
Het symbool
en het Poolster-symbool
In rijrichting gerichte kaart
De kaart en het Poolster-symbool
symbool
kaart automatisch in de richting noorden gericht.
Kaartcentrering
De verschoven kaart kan op de wagen-, reisdoel- of
routepositie worden gecentreerd.
›
aantippen.
A
Een nieuw reisdoel zoeken
›
Voor het inschakelen in het hoofdmenu Navigatie
aantippen.
Het bedieningsvlak
wordt groen weergegeven.
Voor het uitschakelen in het hoofdmenu Navigatie
aantippen.
Het bedieningsvlak
wordt wit weergegeven.
Voor weergave aantippen.
Om het perspectief te wijzigen
van de wagenpositie draait, de kaart
draaien niet.
van de wagenpositie draait niet.
Bij een grotere kaartschaal dan 10 km wordt de
Voor de kaartcentrering
aantippen.
aantippen.
A
draaien, het
aantippen.
Advertenties
Inhoudsopgave
Probleemoplossen
