Opmerking: Raadpleeg in geval van problemen Hoofdstuk 6,
"Probleemoplossing" op pagina 109.
Als u geen instellingen in het Configuratieprogramma hebt veranderd,
gebeurt er het volgende:
2
1. Het video-BIOS wordt geïnstalleerd.
2. Het logo van IBM verschijnt op het scherm.
3. De hoeveelheid systeemgeheugen en extended geheugen verschijnt in
de linker bovenhoek van het scherm.
4. De volgende berichten verschijnen:
Druk op F1 voor het Configuratieprogramma
Druk op F12 om op te starten vanaf het netwerk
5. De zelftest bij opstarten (POST) wordt uitgevoerd. Als er bij de zelftest
een fout wordt ontdekt, hoort u een aantal geluidssignalen (of geen
geluidssignaal) en verschijnt er een foutbericht op het scherm. Noteer
de nummers en beschrijvingen van eventuele foutcodes. Meer
informatie over foutberichten vindt u in Hoofdstuk 6,
"Probleemoplossing" op pagina 109.
6. U kunt naar het Configuratieprogramma gaan door op F1 te drukken.
7. Als er in de computer een SCSI-adapter is geïnstalleerd, wordt het SCSI
BIOS geïnstalleerd.
8. Als u een systeemwachtwoord hebt ingesteld, verschijnt er een
wachtwoordaanwijzing op het scherm. Als u zowel een systeem- als
een configuratiewachtwoord hebt ingesteld, kunt u na de aanwijzing
een van beide wachtwoorden typen. Als u uw wachtwoord typt bij de
aanwijzing en op Enter drukt, verschijnt het eerste scherm van het
besturingssysteem of toepassingsprogramma.
9. Als de configuratie van de systeemhardware is gewijzigd of als er een
fout wordt ontdekt, wordt het menu van het Configuratieprogramma
afgebeeld als u op Enter drukt.
Meer informatie hierover kunt u vinden in "Zelftest bij opstarten
(POST)" op pagina 110.
10. Er wordt een DHCP-opdracht (Dynamic Host Configuration Protocol)
naar het netwerk verzonden en een van de volgende dingen vindt
plaats:
Als u wel instellingen voor voorzieningen hebt veranderd in het
2
Configuratieprogramma, (zoals wachtwoorden of de opstartvolgorde), raadpleeg dan
"Instellingen die de opstartprocedure beïnvloeden" op pagina 52 voor belangrijke
informatie.
Hoofdstuk 3. Bediening en behandeling van de computer
21