10.2.3
Positieknoppen
Risico op letsels door bewegende delen!
❖
Zorg ervoor dat er geen lichaamsdelen gekneld raken tussen bewegende delen van het
bed en het matrasplatform.
❖
Zorg ervoor dat er zich geen personen of lichaamsdelen dicht bij het bed of de accessoires
Voorzichtig
(bijv. infuusstandaard, bedpapegaai) bevinden wanneer het matrasplatform beweegt.
aarschuwin
Materiële schade door bewegende delen!
❖
Zorg ervoor dat er geen objecten (bv. kabels) gekneld raken tussen de bewegende delen
van het bed en het matrasplatform.
❖
Zorg ervoor dat er zich geen voorwerpen dicht bij het bed of de accessoires (bv.
Voorzichtig
infuusstandaard, bedpapegaai) bevinden wanneer het matrasplatform beweegt.
Om de rugsteunpositie in te stellen:
❖
Controleer of de handset is ontgrendeld (vergrendelingslampje brandt – als de handset met vergrendeling is
uitgerust).
❖
Hou de knop van de betreffende functie ingedrukt tot de vereiste positie bereikt is.
Om de dijsteunpositie in te stellen:
❖
Controleer of de handset is ontgrendeld (vergrendelingslampje brandt – als de handset met vergrendeling is
uitgerust).
❖
Hou de knop van de betreffende functie ingedrukt tot de vereiste positie bereikt is.
Om de hoogte van het matrasplatform in te stellen:
❖
Controleer of de handset is ontgrendeld (vergrendelingslampje brandt – als de handset met vergrendeling is
uitgerust).
❖
Hou de knop van de betreffende functie ingedrukt tot de vereiste positie bereikt is.
Om de auto-contourpositie in te stellen:
❖
Controleer of de handset is ontgrendeld (vergrendelingslampje brandt – als de handset met vergrendeling is
uitgerust).
❖
Hou de knop van de betreffende functie ingedrukt tot de vereiste positie bereikt is.
Trendelenburg/anti-trendelenburg positie:
Na het indrukken van de knop voor de trendelenburgpositie kantelt het matras met het hoofdeinde naar beneden.
Na het indrukken van de knop voor de anti-trendelenburgpositie kantelt het matras met het voeteinde naar beneden.
Om de trendelenburg en anti-trendelenburgpositie in te stellen:
❖
Controleer of de handset is ontgrendeld (vergrendelingslampje brandt – als de handset met vergrendeling is
uitgerust).
Hou de knop van de betreffende functie ingedrukt tot de vereiste positie bereikt is.
Indien de toestand van de patiënt dat vereist, kunt u de patiënt beletten het bed te regelen door:
❖
de functies uit te schakelen.
❖
Ontkoppelen van de handset.
OPMERKING: Het verplegend personeel beslist of de patiënt in staat is het bed te regelen.
38
D9U001GTL-0107_10