Functies van de handset
10.2.1 Functievergrendeling
De functievergrendeling wordt gebruikt om sommige of alle functies op de handset te vergrendelen.
Afb.
Handset en functievergrendeling
10.2.2
Statussen van de vergrendeling en automatische vergrendeling van de handset
De vergrendelingsstatus wordt aangegeven door het LED-vergrendelingslampje (6):
Type handset
8 knoppen met
vergrendeling
10 knoppen met
vergrendeling
36
1.
Slot
2.
Sleutel
Om functies te vergrendelen:
❖
Plaats sleutel 2 in het slot 1.
❖
Draai de sleutel naar de gewenste vergendelingspositie.
De gewenste vergrendeling wordt ingesteld.
Om functies te ontgrendelen:
❖
Plaats sleutel 2 in het slot 1.
❖
Draai de sleutel naar de stand "ontgrendeld".
❖
De handset is ontgrendeld.
De handset wordt ontgrendeld, het LED-lampje voor het slot op de voorzijde
van de handset gaat groen of oranje branden (afhankelijk van de variant van
de handset).
LED-
vergrendelingslampje
Brandt niet
Oranje lampje brandt
Brandt niet
Groene lampje brandt
Oranje lampje brandt
Betekenis
Handset is vergrendeld.
Handset is ontgrendeld
Handset is vergrendeld.
Handset is ontgrendeld (behalve trendelenburgfunctie).
Handset is ontgrendeld (inclusief trendelenburgfunctie).
D9U001GTL-0107_10