Het bovenste lampje
1. Draai het afdekglas van de lamp en
verwijder het.
13. PROBLEEMOPLOSSING
WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken
Veiligheid.
13.1 Wat moet u doen als...
Probleem
U kunt de oven niet inscha-
kelen of bedienen.
De oven wordt niet warm.
De oven wordt niet warm.
De oven wordt niet warm.
De oven wordt niet warm.
De oven wordt niet warm.
De oven wordt niet warm.
Het lampje brandt niet.
De vleesthermometer werkt
niet.
2. Verwijder de metalen ring en reinig
de glasafdekking.
3. Vervang de lamp door een geschikte
300°C hittebestendige lamp.
4. Monteer de metalen ring op de
glasafdekking.
5. Plaats het afdekglas terug.
Mogelijke oorzaak
De oven is niet aangesloten
op een stopcontact of is niet
goed geïnstalleerd.
De oven staat uit.
De klok is niet ingesteld.
De benodigde kookstanden
zijn niet ingesteld.
Automatische uitschakeling
is actief.
Het kinderslot is geacti-
veerd.
De zekering is doorgesla-
gen.
Het lampje is stuk.
De stekker van de vleesther-
mometer is niet goed in de
aansluiting gestoken.
NEDERLANDS
Oplossing
Controleer of de oven goed
is aangesloten op het stop-
contact (zie het aansluitdia-
gram indien beschikbaar).
Oven inschakelen.
Stel de klok in.
Zorg ervoor dat de instellin-
gen correct zijn.
Raadpleeg 'Automatisch uit-
schakelen'.
Raadpleeg "Het kinderslot
gebruiken".
Ga na of de zekering de oor-
zaak van de storing is. Als de
zekeringen keer op keer
doorslaan, neemt u contact
op met een erkende installa-
teur.
Vervang het lampje.
Steek de stekker van de
vleesthermometer zo ver
mogelijk in het stopcontact.
51