Om de ingebouwde of externe microfoon aan of uit te schakelen of
om de microfoongevoeligheid aan te passen, markeert u Microfoon
en drukt u op 2. Om het opnemen van geluid uit te schakelen,
markeert u Microfoon uit en drukt u op J. Selecteer Automatische
gevoeligheid (A) om de opname te beginnen en de gevoeligheid
van de microfoon automatisch aan te passen. Door een willekeurige
andere optie te selecteren, wordt de geluidsopname ingeschakeld en
de microfoon ingesteld op de geselecteerde gevoeligheid.
A
Een externe microfoon gebruiken
In plaats van de ingebouwde microfoon kan een in de handel verkrijgbare
externe microfoon worden gebruikt om te vermijden dat geluiden van het
objectief tijdens het scherpstellen of de vibratiereductie worden
opgenomen. Stereo-opname is mogelijk met iedere microfoon die een
stereo ministekker heeft (3,5 mm diameter).
Om een bestemming te kiezen wanneer twee
geheugenkaarten worden gebruikt, markeert
u Bestemming en drukt u op 2. Selecteer
een sleuf en druk op J. Het menu toont de
beschikbare tijd op elke kaart. De opname
stopt automatisch als er geen tijd meer over
is.
A
Een TV als monitor gebruiken
Als de camera is verbonden met een TV die gebruik maakt van een A/V- of
HDMI-kabel, dan kan de televisie als een monitor voor livebeeld en
filmopname worden gebruikt. Als er een A/V-kabel is verbonden wanneer
de a knop wordt ingedrukt, wordt het beeld door de cameralens zowel op
de TV als in de cameramonitor weergegeven, maar schakelt de
cameramonitor uit tijdens filmopname. Als er een HDMI-kabel is
verbonden, blijft de cameramonitor uit tijdens livebeeld en filmopname.
y
71