❚❚ Kies beeldgebied
Kies het beeldgebied voor wanneer een ander objectief dan een DX-
objectief is bevestigd of een DX-objectief met Automatische DX-
uitsnede op Uit (0 81).
Optie
FX (36×24) 1.0×
c
(FX-formaat)
1.2× (30×20)
Z
1.2×
DX (24×16)
a
1.5×
(DX-formaat)
b
5 : 4 (30×24)
FX-formaat
DX-formaat
Foto's worden gemaakt in FX-formaat met het volledige
gebied van de beeldsensor (36,0 × 23,9 mm), met als
resultaat een beeldhoek die het equivalent is van een
NIKKOR-objectief op een 35 mm-formaat camera. De
randen van foto's gemaakt met DX-formaat objectieven
zijn zwart.
Een oppervlakte van 30,0 × 20,0 mm in het midden van de
beeldsensor wordt gebruikt om foto's te maken.
Vermenigvuldig met 1,2 om de brandpuntsafstand van het
objectief in 35 mm-formaat bij benadering te berekenen.
De randen van foto's gemaakt met DX-formaat objectieven
zijn zwart.
Een oppervlakte van 23,5 × 15,6 mm in het midden van de
beeldsensor wordt gebruikt om foto's in DX-formaat te
maken. Vermenigvuldig met 1,5 × om de
brandpuntsafstand van het objectief in 35 mm-formaat bij
benadering te berekenen.
Foto's worden gemaakt met een beeldverhouding van 5 : 4
(30,0 × 23,9 mm). De randen van foto's gemaakt met DX-
formaat objectieven zijn zwart.
5 : 4
1,2×
Beschrijving
DX-formaat (24×16)
beeldcirkel
FX-formaat (36×24)
beeldcirkel
d
79