Voer onderstaande stappen uit als u actieve D-Lighting wilt gebruiken:
1
Selecteer Actieve D-
Lighting in het
opnamemenu.
Druk op de G-knop om de
menu's weer te geven.
Markeer Actieve D-Lighting
in het opnamemenu en druk
op 2.
2
Kies een optie.
Markeer de gewenste optie en
druk op J. Als Y Automatisch
is geselecteerd, wordt
automatisch actieve D-Lighting
aangepast aan de
opnameomstandigheden (in belichtingsstand h echter is
Y Automatisch vergelijkbaar met Q Normaal).
J
D
Actieve D-Lighting
Matrixmeting wordt aanbevolen (0 116). Wanneer Actieve D-Lighting aan staat,
kunnen bij sommige onderwerpen ongelijke kleuren zichtbaar zijn, kan ruis
(heldere pixels op willekeurige afstanden, sluier of lijnen) verschijnen in foto's die
gemaakt zijn met een hoge ISO-gevoeligheid, neemt de capaciteit van het
buffergeheugen af, en duurt het langer om beelden op te nemen. Actieve D-
Lighting is niet beschikbaar vanaf een gevoeligheid van Hi 0,3. De Picture Controls
Helderheid en Contrast (0 173) kunnen niet worden aangepast als actieve D-
Lighting is ingeschakeld.
A
Zie ook
Wanneer ADL-bracketing is geselecteerd voor persoonlijke instelling e4 (Inst.
voor auto bracketing, 0 312), varieert de camera actieve D-Lighting over een
reeks opnamen. Zie pagina 145 voor meer informatie.
182
G-knop