Geheugenbank opnamemenu
De opties in het opnamemenu worden opgeslagen in een van vier
geheugenbanken. Met uitzondering van Uitgebreide menubanken,
Intervalopname, Meervoudige belichting en aanpassingen aan Picture
Controls (snel aanpassen en overige handmatige aanpassingen) hebben
veranderingen aan instellingen in één bank geen invloed op de overige
banken. Als u een bepaalde combinatie van veelgebruikte instellingen wilt
opslaan, selecteert u één van de vier banken en brengt u de gewenste
instellingen aan. De nieuwe instellingen worden opgeslagen in de bank en
blijven behouden, ook als u de camera uitzet. De instellingen worden
toegepast wanneer u de bank selecteert. U kunt verschillende
combinaties van instellingen opslaan in de andere banken, zodat u direct
tussen combinaties kunt schakelen door de juiste bank te selecteren in het
bankmenu.
De standaardnamen voor de vier geheugenbanken in het opnamemenu
zijn A, B, C en D. U kunt een beschrijving toevoegen met de optie
Hernoemen (0 286).
A
Geheugenbank opnamemenu
Het bovenste lcd-venster en informatiescherm tonen
de huidige geheugenbank voor het opnamemenu.
A
Zie ook
Belichtingsstand, sluitertijd en diafragma kunnen in de geheugenbank voor het
opnamemenu worden opgenomen met behulp van de optie Uitgebreide
menubanken in het opnamen (0 287). Zie persoonlijke instelling f4 (Fn-knop
toewijzen) > Fn-knop + instelschijven (0 318) voor informatie over hoe u de
bedieningsorganen van de camerabody gebruikt om de geheugenbank voor het
opnamemenu selecteert.
G-knop ➜ C opnamemenu
SHOOT
CUSTOM
U
285