A
AF Micro NIKKOR-objectieven
Mits een externe belichtingsmeter wordt gebruikt, hoeft alleen rekening te worden
gehouden met de belichtingsverhouding als het diafragma wordt ingesteld met
de diafragmaring op het objectief.
A
Belichtingsaanduidingen
De belichtingsaanduidingen in de zoeker en in het bovenste lcd-venster tonen
of de foto onder- of overbelicht zou zijn bij de huidige instellingen (als r of q
wordt weergegeven in de f of g stand, tonen de aanduidingen de hoeveelheid
onder- of overbelichting). Afhankelijk van de gekozen optie voor persoonlijke
instelling b2 (Stapgrootte inst. belichting, 0 302), wordt de hoeveelheid
onder- of overbelichting getoond in stapgroottes van
de uiterste waarden van het lichtmeetsysteem worden overschreden, knippert
de aanduiding.
Optimale belichting
Bovenste lcd-
venster
Zoeker
A
Aanduidingen omkeren
U kunt de belichtingsaanduiding omkeren met behulp van persoonlijke
instelling f11 (Aanduidingen omkeren, 0 324).
Persoonlijke instelling b2 ingesteld op 1/3 stap
Onderbelicht met
1
1
/
LW,
/
LW of 1 LW. Als
3
2
Overbelicht met meer
1
/
LW
3
dan 3 LW
Z
127