Scherpstellen en afdrukken
1
Druk de ontspanknop
half in om scherp te
stellen (0 50).
Met de
standaardinstellingen stelt
de camera scherp op het
onderwerp in het
middelste scherpstelpunt.
Kadreer een foto in de
zoeker met het
hoofdonderwerp in het
middelste scherpstelpunt en druk de ontspanknop half in. Als de
camera kan scherpstellen, verschijnt de scherpstelaanduiding (I) in
de zoeker.
Zoekerweergave
I
2
4
2 4
(knipperen)
Wanneer de ontspanknop half wordt ingedrukt, wordt de
scherpstelling vergrendeld en wordt het aantal opnamen
dat kan worden opgeslagen in het buffergeheugen ("t";
0 105) in de zoeker weergegeven.
Voor informatie over wat te doen als de camera niet kan
scherpstellen met autofocus, zie "Goede resultaten met autofocus"
(0 98).
Scherpstelaanduiding Buffercapaciteit
Onderwerp is scherp.
Scherpstelpunt ligt tussen camera en onderwerp.
Scherpstelpunt ligt achter onderwerp.
Camera kan met autofocus niet scherpstellen op
onderwerp in scherpstelpunt.
Scherpstelpunt
Beschrijving
s
49