Optie
1 stap
v
sluitertijd/
diafragma
Nummer niet-
w
CPU-lens kiezen
Selectie
x
scherpstelpunt
Geheugenbank
n
opnamemenu
Dynamisch AF-
I
veld
Geen
❚❚ Portretfoto's
De instelschijven gebruiken om het scherpstelpunt te selecteren bij het
maken van portretfoto's:
1
Kies Selectie scherpstelpunt.
Kies Selectie scherpstelpunt voor
persoonlijke instelling f4 (Fn-knop
toewijzen) > Fn-knop + instelschijven.
Als u de Fn -knop indrukt terwijl de instelschijven worden
gedraaid, veranderen de sluitertijd (belichtingsstanden f en
h) en het diafragma (belichtingsstanden g en h) in stappen
van 1 LW, ongeacht de geselecteerde optie in persoonlijke
instelling b2 (Stapgrootte inst. belichting, 0 302).
Houd de Fn-knop ingedrukt en draai aan een instelschijf om
een objectiefnummer te kiezen dat is opgegeven via de optie
Niet-CPU-objectief (0 214.)
Druk op de Fn-knop en verdraai de instelschijven voor
verticaal fotograferen om een scherpstelpunt te kiezen.
Wanneer deze optie is geselecteerd, kan de geheugenbank
voor opnamemenu worden geselecteerd door op de Fn-knop
te drukken en een instelschijf te verdraaien.
Als u continu-AF (scherpstelstand C; 0 90) kiest terwijl
dynamisch veld-AF (I) is geselecteerd als AF-veldstand
(0 92), kunt u het aantal scherpstelpunten instellen door de
Fn-knop ingedrukt te houden en aan een van de
instelschijven te draaien (0 296). De voor het dynamisch
veld-AF gebruikte scherpstelpunten verschijnen in de zoeker
wanneer de Fn-knop wordt ingedrukt; als 51 punten
(3D-tracking) is geselecteerd, verschijnt "3D" in de zoeker.
Er wordt geen bewerking uitgevoerd als aan de instelschijven
wordt gedraaid terwijl de Fn-knop wordt ingedrukt.
Beschrijving
U
319