b) Rotorbladhouders controleren
Om ervoor te zorgen dat de twee hoofdrotorbladen (1) zich
tijdens de vlucht automatisch in een hoek van 180° t.o.v.
kunnen uitlijnen, mogen de schroeven van de bladen (2)
niet te stevig worden vastgedraaid.
Als u de modelhelikopter 90° opzij kantelt, moeten de ro-
torbladen vanzelf naar beneden kunnen klappen.
Opgelet!
Draai de bevestigingsschroeven voor de bla-
den echter niet compleet los, omdat de spoor-
loop van de rotorbladen dan niet meer klopt en
de punten van de bladen niet meer op dezelfde
hoogte zitten.
Opgelet!
Gebruik voor het vastdraaien van de schroeven de meegeleverde inbusschroevendraaier en let erop dat u
niet met te veel kracht werkt. De schroefdraadgangen resp. het schroefmateriaal kan anders beschadigd
raken.
c) Controleren van de rotorfunctie
Draai de hoofdrotor voorzichtig enkele omwentelingen met
uw vinger.
De tandwielen van het tandwiel-podium moeten gemak-
kelijk in elkaar grijpen en mogen in geen enkele positie
vastlopen of haken.
De rotoras moet absoluut recht zijn, zodat de rotorkop tij-
dens het draaien geen trillingen genereert.
De staartrotor moet gemakkelijk kunnen draaien en mag
niet uitlopen.
De maximaal mogelijke vliegtijd kan alleen wor-
den bereikt als de mechanica absoluut soepel
werkt. Zelfs de kleinste traagheid kan de vlieg-
tijd aanzienlijk verkorten.
Afbeelding 5
Afbeelding 6
97