b) Zender inschakelen
Om de juiste stroomvoorziening van de zender te kunnen controleren, dient u deze voor testdoeleinden kort in gebruik
te nemen.
Schuif hiervoor de aan-/uitschakelaar (zie ook afbeelding
1, pos. 2) van de onderste stand („OFF" = uitgeschakeld)
naar de bovenste stand („ON" = ingeschakeld).
De zender geeft een signaaltoon en het LED-display (zie
ook afbeelding 1, pos. 11) begint langzaam te knipperen.
Beweeg de stuurknuppel voor de vlieghoogte- en staart-
functie (zie ook afbeelding 1, pos. 9) naar de bovenste
positie. De zender laat daarbij opnieuw een signaaltoon
horen en het LED-display knippert nu snel.
Beweeg vervolgens de stuurknuppel voor de vlieghoogte-
en staartfunctie naar de onderste positie. De zender laat
een langere pieptoon horen en het LED-display brandt
continu.
Beweeg de stuurknuppel vervolgens terug naar de middenpositie.
Om de zender weer uit te schakelen, schuift u de aan-/uitschakelaar terug naar de onderste schakelstand.
Als de stroomvoorziening voor het gebruik van de zender volgens de voorschriften onvoldoende zou zijn,
dan begint de led-aanduiding (zie afbeelding 3, pos. 11) langzaam te knipperen. Bovendien geeft de zen-
der regelmatig korte signaaltonen.
Beëindig in dit geval onmiddellijk het vliegen van de helikopter en plaats een nieuwe set batterijen in de
zender.
Afbeelding 3
95