Inhoudsopgave Pagina Inleiding ................................4 Verklaring van symbolen ............................4 Beoogd gebruik ..............................5 Leveringsomvang ..............................5 Productbeschrijving .............................6 Veiligheidsinstructies ............................6 a) Algemeen ..............................6 b) Vóór de ingebruikname ..........................7 c) Tijdens bedrijf ..............................8 Voorschriften voor batterijen en accu’s ........................9 Bedieningselementen van de zender ........................10 Weergave op het zenderdisplay ........................
Pagina 3
Pagina 21. Onderhoud en verzorging ..........................29 a) Vervangen van de rotorbladen ........................30 b) Vervangen van de staartpropeller ........................30 c) Vervangen van het hoofdtandwiel .......................30 d) Algemeen ..............................30 22. Verwijdering ...............................31 a) Product ................................31 b) Batterijen/accu’s ............................31 23. Verhelpen van storingen ............................32 24.
1. Inleiding Geachte klant, Hartelijk dank voor de aankoop van dit product. Het product voldoet aan alle wettelijke, nationale en Europese normen. Om dit zo te houden en een veilig gebruik te garanderen, dient u als gebruiker de aanwijzingen in deze gebruiksaan- wijzing op te volgen.
3. Beoogd gebruik Dit product is een elektrisch aangedreven modelhelikopter die met behulp van het meegeleverde afstandsbedienings- systeem draadloos via 2,4 GHz bestuurd kan worden. Het model is ontworpen voor gebruik binnenshuis, maar kan ook buitenshuis worden gebruikt als de weersomstandigheden en de wind dit toelaten. De modelhelikopter is vlieg- klaar voorgeassembleerd en wordt geleverd met reeds ingebouwde afstandsbedienings- en aandrijfcomponenten.
5. Productbeschrijving De vliegklare elektrische helikopter "Bigfox“ heeft een rotorkop met positief hellende rotorbladen. Aangezien de invals- hoek van de rotorbladen ten opzichte van elkaar niet kan worden veranderd, wordt de helikopter omhoog en omlaag bewogen door een snelheidsverandering van de hoofdrotor. De swatchplaat met een 90°-ophanging wordt aangestuurd door 2 servo's.
• De modelhelikopter is bedoeld voor gebruik binnenshuis, maar kan bij geschikte weer- en windomstan- digheden ook buitenshuis worden gebruikt. • Vanwege de veiligheid en goedkeuring is het niet toegestaan dit product eigenhandig om te bouwen en/ of te veranderen. • Het apparaat is geen speelgoed en is niet geschikt voor kinderen jonger dan 16 jaar.
c) Tijdens bedrijf • Neem bij het gebruik van het product geen risico’s! Uw eigen veiligheid en die van uw omgeving is uitsluitend afhankelijk van het verantwoorde gebruik van het model. • Verkeerd gebruik kan ernstig persoonlijk letsel en materiële schade tot gevolg hebben! Houd daarom bij het vliegen voldoende afstand tot personen, dieren en voorwerpen.
7. Voorschriften voor batterijen en accu’s Het gebruik van batterijen en accu’s is tegenwoordig weliswaar vanzelfsprekend, maar er bestaan toch tal van gevaren en problemen. Vooral bij LiPo-/LiIon-accu’s met hun hoge energie-inhoud (in vergelijking met gewone NiCd-/NiMH-accu’s) dient men verschillende voorschriften in acht te nemen, omdat er anders explosie- en brandgevaar bestaat.
8. Bedieningselementen van de zender Afbeelding 1 1 Zenderantenne 8 Drukknop voor de startfunctie 2 Lcd-display 9 Druktoets voor de landen- en stoppen-functie 3 Drukknop voor zweefstand 10 Trimknoppen voor de staartfunctie 4 Stuurknuppel voor de knik- en rolfunctie* 11 Stuurknuppel voor de vlieghoogte- en staartfunctie 5 Trimknoppen voor de rolfunctie 12 Led-indicator 6 Trimknoppen voor de knikfunctie...
9. Weergave op het zenderdisplay Wanneer de zender wordt ingeschakeld worden alle elementen van het display geactiveerd. Na het maken van verbinden wordt alleen de informatie weergegeven die relevant is voor de bediening van de modelhelikopter. De weergaven op het display hebben de volgende betekenis: 1 Zendersignaalsterkte 2 Besturingsmodus II (linker zenderknuppel voor de hoogteregeling)
10. Zender in gebruik nemen In deze gebruiksaanwijzing hebben de nummers in de tekst steeds betrekking op de naastgelegen figuur of afbeeldingen in de paragraaf. Daarom kunnen zoeknummers met hetzelfde nummer verwijzen naar ver- schillende afbeeldingen op verschillende locaties of besturingselementen. Kruisverwijzingen naar andere afbeeldingen worden met de desbetreffende afbeeldingnummers aangegeven. De afbeeldingen op de afstandsbediening en het model in deze handleiding dienen slechts als voorbeeld. Stickers, design en kleurstelling kunnen bij de standaard geleverde producten afwijken van de afbeeldin- gen in de handleiding.
b) De zender inschakelen Om de juiste stroomvoorziening van de zender te kunnen controleren, dient u deze voor testdoeleinden kort in gebruik te nemen. Schuif daarvoor de aan/uit-schakelaar (zie ook afbeelding 1, pos. 7) van de rechterstand (UIT) naar de linkerstand (AAN).
11. Modelhelikopter in gebruik nemen De vliegaccu wordt met behulp van de meegeleverde USB-oplaadkabel opgeladen. Om fotografische redenen is de laadkabel in de bovenste afbeelding van afbeelding 5 in opgerolde toe- stand te zien. Vóór het eerste gebruik moet de kabelbinder worden verwijderd en de gehele lengte van de worden afgerold. a) Vliegaccu laden Sluit de USB-stekker (1) van de oplaadkabel aan op een USB-aansluiting die een stroom van minstens 2 A kan le- veren (bijv.
b) Rotorbladhouders controleren Om ervoor te zorgen dat de twee hoofdrotorbladen (1) zich tijdens de vlucht automatisch in een hoek van 180° t.o.v. elkaar kunnen uitlijnen, mogen de schroeven van de bladen (2) niet te stevig worden vastgedraaid. Als u de modelhelikopter 90° opzij kantelt, moeten de ro- torbladen vanzelf naar beneden kunnen klappen.
d) Plaatsen van de vliegaccu De opgeladen vliegaccu (1) wordt van achteren in de ac- cuhouder (2) onder de landingsgestel geschoven. De twee accu-aansluitkabels (3) moeten naar achteren wijzen. Het accugrootte is zodanig dat de batterij stevig in het accucompartiment wordt geklemd. Extra beveiliging is daarom niet nodig.
e) Vliegaccu aansluiten Aangezien de modelhelikopter geen schakelaar heeft, wordt het model onmiddellijk van stroom voorzien wanneer de accu wordt aangesloten en kan dan digitaal met de zender worden verbonden. Daarvoor dient de modelhelikopter en de afstandsbedieningszender zich in de onmiddellijke omgeving van elkaar bevinden. Pas na het koppelen reageert het model op de stuurcommando's van de zender.
12. Basisinformatie over het besturen van de modelhelikopter Voordat u met uw model voor het eerst opstart, moet u eerst de besturingsmogelijkheden leren kennen die voor u be- schikbaar zijn. De modelhelikopter wordt met behulp van de twee stuurknuppels van de afstandsbediening bestuurd. Hierbij staan de volgende functies ter beschikking: Pitchfunctie De pitchfunctie wordt gebruikt om de vlieghoogte van een helikopter te regelen (zie afbeelding 10).
Pagina 19
Gier-functie Door de draaiïng van de hoofdrotor rechtsom (van bovenaf gezien) ontstaat een koppel linksom. Om deze reden is de staartrotor zo ontworpen dat deze de rotatiebeweging van de romp tegengaat. Wanneer de stuurknuppel voor de pitch- en staartfunctie (zie afbeelding 1, pos. 11) in de middenstand staat, dan is de snelheid van de staartrotor automatisch zo hoog dat het helikopter stabiel in de lucht kan zweven en niet giert, d.w.z.
Pagina 20
Knik-functie Met behulp van de knikfunctie kunt u de helikopter naar voren en achteren bewegen (zie afbeelding 13). De bediening gebeurt ook met de stuurknuppel voor de knik- en rolfuncties (zie afbeelding 1, pos. 4). Als de stuurknuppel iets naar voren wordt geduwd, vliegt het model vooruit (zie donkere pijlen in afbeelding 13). Trek de stuurknuppel naar achteren, het model vliegt dan achteruit (zie lichte pijlen in afbeelding 13).
13. Praktische vliegtips voor de start Ook al kan het model later in een krappe ruimte worden gevlogen, raden wij u aan om voor de eerste vliegpogingen een grote en een vrije ruimte van ong. 4 x 4 m te kiezen. Ga recht achter uw helikopter staan.
14. Kalibratie van de positiesensors Voordat u de helikopter start, moet u de positiesensors kalibreren. Dit zorgt ervoor dat de helikopter stil op zijn plaats zweeft en niet automatisch in één richting en zonder een commando wegvliegt. Ga daarbij als volgt te werk: Zet de zender en de helikopter in bedrijf en plaats het startklare model op een waterpasse, vlakke ondergrond.
15. De helikopter opstarten Nadat de helikopter en zender zijn ingeschakeld en de sensors met succes zijn gekalibreerd, kan de helikopter wor- den gestart. Hiervoor zijn twee verschillende methoden beschikbaar. 1) Automatische start Ga achter de modelhelikopter staan en druk kort op de knop voor de startfunctie (zie ook afbeelding 1, pos.
16. Landen van de helikopter Net als bij het starten van de helikopter hebt u twee mogelijkheden om uit te kiezen bij het landen. 1) Automatische landing Terwijl de helikopter zweeft drukt u kort op de knop voor de landen-/stoppen-functie (zie ook afbeelding 16, pos. 9). De helikopter zal dan de snelheid van de hoofdrotor zodanig verlagen dat deze hoogte verliest en automatisch landt.
17. Trimmen van de helikopter Als de twee stuurknuppels op de zender in de middenstand staan, mag de helikopter tijdens het zweven nauwelijks van positie veranderen. Als de helikopter echter de neiging heeft om constant in een bepaalde richting te vliegen of ter plekke te draaien, dan kan dit met de trim worden gecorrigeerd.
Pagina 26
Rol-trim Als de helikopter in de vliegrichting gezien zijwaarts naar rechts wil vliegen, druk dan op de linker trimknop voor de rolfunctie (zie ook afbeelding 1, pos. 5). Houd de knop zolang ingedrukt totdat het model niet langer de neiging heeft om naar rechts te vliegen (zie lichte pijlen in afbeelding 18).
18. Beginners- en expertmodus De afstandsbediening biedt u de mogelijkheid om de bedieningsgevoeligheid van de helikopter individueel aan te passen met behulp van de schakelaar voor beginners en experts. • Beginnersmodus In de beginnersmodus reageert de helikopter minder sterk op de stuurcommando's van de zender en laat zich dus zeer gevoelig besturen.
19. Veranderen van de stuurknuppeltoewijzing De in afbeelding 10 tot afbeelding 13 getoonde stuurfuncties met de bijbehorende knuppeltoewijzingen komen over- een met de veelgebruikte afstandsbedieningsmodus II. Sommige modelvliegers geven echter de voorkeur aan modus I, waarbij de pitchfunctie met de rechter stuurknuppel en de knikfunctie met de linker stuurknuppel wordt bediend. Om de zender in modus I te zetten en de helikopter te bedienen, gaat u als volgt te werk: Houd met uitgeschakelde zender de knop voor begin- ners-/expertmodus ingedrukt (zie ook afbeelding 1, pos.
20. De zweefstandinstellingen afstellen De modelhelikopter is in de fabriek al ingesteld op een stabiele zweefstand wanneer de trim in de middenstand staat. Als dit niet het geval is, dan kan een stabiele zweefstand worden bereikt door de triminstelling aan te passen. Aangezien de triminstellingen niet op de zender zijn opgeslagen, moet de helikopter bij elke inschakeling van de zender opnieuw worden getrimd. Om dit te voorkomen, kunnen de in de fabriek ingestelde zweefin- stellingen ook worden aangepast.
a) Vervangen van de rotorbladen Indien de draaiende rotoren tegen een hindernis botsen kan het gebeuren, dat een deel van een rotorblad afbreekt. Als dit het geval is, moeten defecte rotorbladen worden vervangen door originele reserveonderdelen. Opgelet! Vlieg de modelhelikopter in geen geval met defecte rotorbladen, want de daardoor ontstane trillingen kun- nen een nog grotere schade aan het model veroorzaken.
22. Verwijdering a) Product Alle elektrische en elektronische apparatuur die op de Europese markt wordt gebracht, moet met dit sym- bool zijn gemarkeerd. Dit symbool geeft aan dat dit apparaat aan het einde van zijn levensduur gescheiden van het ongesorteerd gemeentelijk afval moet worden weggegooid. Iedere bezitter van oude apparaten is verplicht om oude apparaten gescheiden van het ongesorteerd gemeentelijk afval af te voeren.
23. Verhelpen van storingen Het model en de afstandsbediening zijn volgens de nieuwste technische inzichten vervaardigd. Er kunnen deson- danks problemen of storingen optreden. Daarom willen we u uitleggen hoe u eventuele storingen kunt verhelpen. Probleem Oplossing • Controleer de batterijen van de zender. De afstandsbediening reageert niet.
• Vliegaccu opnieuw laden. Vliegtijd is te kort. • Vliegaccu defect. • Het mechaniek loopt niet soepel. • Rotorbladen defect. • Positiesensoren kalibreren. Model vliegt constant in één richting. • Model trimmen. • Zweefstandinstellingen afstellen. • Ongunstige vliegomstandigheden (luchtstroom of wind). • Rotorbladen defect.
25. Technische gegevens a) Zender Frequentieband ........2,449 – 2,461 GHz Zendvermogen ........2,48 dBm Zenderbereik ........tot ca. 70 m (in het vrije veld) Aantal kanalen ........4 Bedrijfsspanning ........6 V/DC met 4 batterijen van het type AAA/Micro Afmetingen (B x H x T) ......180 x 150 x 60 mm Gewicht zonder batterijen .....ca.
Pagina 36
Dit is een publicatie van Conrad Electronic SE, Klaus-Conrad-Str. 1, D-92240 Hirschau (www.conrad.com). Alle rechten, vertaling inbegrepen, voorbehouden. Reproducties van welke aard dan ook, bijvoorbeeld fotokopie, microverfilming of de registratie in elektronische gegevensverwerkingsapparatuur, vereisen de schriftelijke toestemming van de uitgever. Nadruk, ook van uittreksels, verboden. De publicatie voldoet aan de technische stand bij het in druk bezorgen. Copyright 2022 by Conrad Electronic SE.