Gebruik
O
-concentratie door "O
2
De FiO
-waarde kan tussen 40 % en 100 % O
2
worden ingesteld, ongeacht de beademingsmodus.
Om de ingestelde inspiratoire O
genereren, wordt er via het injectorprincipe
(Venturi-effect) omgevingslucht aangezogen.
De O
-concentratie die kan worden bereikt, is
2
echter afhankelijk van de gemiddelde
ademwegdruk en de inspiratoire flow. De O
concentratie kan nooit lager zijn dan 40 %.
Dit wordt weergegeven in de onderstaande
grafieken:
O
2 (%)
40
20
0 3
40
O
-concentratie bij een gemiddelde ademwegdruk
2
van 5 mbar
O
2 (%)
40
20
0
10
35
O
O
-concentratie bij een gemiddelde ademwegdruk
2
van 15 mbar
78
-menging"
2
-concentratie te
2
-
2
80 (%)
Flow
(L/min)
100
O
= f(Flow, Paw)
2
82 (%)
Flow
(L/min)
100
= f(Flow, Paw)
2
2
O
2 (%)
40
20
0
15
30
O
-concentratie bij een gemiddelde ademwegdruk
2
van 30 mbar
O
2 (%)
40
20
0
20
O
O
-concentratie bij een gemiddelde ademwegdruk
2
van 60 mbar
De O
-concentratie is een berekende waarde.
2
Deze waarde wordt niet gemeten door een
interne O
-sensor.
2
Als de Oxylog 3000 plus niet in staat is om de
ingestelde O
-concentratie te bereiken, wordt de
2
gebruiker via het bericht Controleer instellingen:
FiO
gevraagd om de instelling te corrigeren.
2
Corrigeer de instelling met de knop FiO
Na het instellen van de O
de waarde na ongeveer 30 seconden.
Als patiënten spontaan ademhalen, zal de
bereikbare O
-concentratie van het profiel van de
2
inspiratieflow afhangen.
Gebruiksaanwijzing Oxylog 3000 plus SW 1.n
O
= f(Flow, Paw)
2
= f(Flow, Paw)
2
-concentratie verschijnt
2
85 (%)
Flow
(L/min)
100
93 (%)
Flow
(L/min)
100
.
2