Technische gegevens
Bewaking
Expiratoir minuutvolume MVe
Alarm, alarmbovengrens
Alarm, alarmondergrens
Beademingsdruk Paw
Alarm, alarmbovengrens
Alarm, alarmondergrens
Apnoealarmtijd Tapnoe
Alarm
Apnoe
Alarm
Beademingsfrequentie, RRsp
Alarm, alarmbovengrens
150
Instellingenbereik
Instellingenbereik
Instellingenbereik
Instellingenbereik
Instellingenbereik
Als de alarmbovengrens wordt overschreden.
2 tot 41 L/min
Als de alarmondergrens wordt overschreden.
0,5 tot 40 L/min
Als de Pmax-waarde wordt overschreden.
20 tot 60 mbar
Als het drukverschil tussen de inspiratoire en expira-
toire fasen gedurende minstens 20 seconden minder
is dan 5 mbar.
Of
Als de ingestelde drukwaarde niet binnen
10 seconden wordt bereikt.
Als er niet langer respiratoire activiteit wordt waarge-
nomen.
15 tot 60 s
Als er gedurende >12 seconden geen verandering in
de respiratiefase is gedetecteerd en Tapn is gedeac-
tiveerd.
Als de alarmbovengrens gedurende meer dan
25 seconden is overschreden.
Het alarm wordt gedurende ca. 40 seconden na het
starten van de beademing of het wijzigen van de
beademingsmodus onderdrukt.
10 tot 100/min
Gebruiksaanwijzing Oxylog 3000 plus SW 1.n