Gebruik
Apnoebeademing beëindigen
Druk op de toets Alarm Reset.
Het beademingsapparaat beademt opnieuw met de
vorige instellingen in de beademingsmodus
Spn-CPAP.
Apnoebeademing uitschakelen
Zet Tapnoe op UIT.
OPMERKING
Apnoebeademing kan alleen worden geactiveerd
in de beademingsmodus Spn-CPAP zonder NIV.
Het minimale minuutvolume dat de patiënt nodig
heeft, moet via de alarmondergrens Mve
den bewaakt.
Spn-CPAP/PS
Δ
Als
Psupp op een waarde boven 0 mbar is
ingesteld, kunnen, naast de parameters voor
Spn-CPAP, de volgende parameters op het scherm
worden aangepast:
– Tigger gevoeligheid
Succesvolle triggering bij de patiënt wordt
aangegeven met een asterisk (*) aan de
linkerkant van het curvevenster.
– Drukopbouwtijd Steilheid (van toepassing voor
drukondersteuning
74
Δ
Psupp)
Cardiopulmonale resuscitatie (CPR)
Zie "Cardiopulmonale resuscitatie (CPR)"
op pagina 67.
wor-
Gebruiksaanwijzing Oxylog 3000 plus SW 1.n