3.22 Voorbereiding – Ingebruikname van het voertuig
Aanwijzingen voor de ingebruikname
BA 348-01 * 2.0 * 34801b330.fm
• Pedaalbereik schoonhouden
• Er mogen geen begeleidende personen in de bestuurderscabine en/of op het
voertuig worden meegenomen resp. worden getransporteerd
• De wiellader mag niet buiten de bestuurdersplaats bediend of aangedreven worden.
De ingebruikname van het voertuig mag alleen vanuit de bestuurdersstoel worden
uitgevoerd
• De geldende nationale bepalingen, bijv. StVZO (wegenverkeersreglement)
Bondsrepubliek Duitsland en de Algemene bedrijfsvergunning (ABE)
of gegevensbevestiging in acht nemen
• Voor ritten op openbare wegen zijn alleen de hulpwerktuigen toegestaan die in
de ABE resp. Gegevensbevestiging zijn vermeld, en in deze handleiding
'Toegestane hulpwerktuigen'
beschreven zijn
• Bij gebruik met aanhanger moeten de specificaties van de algemene
gebruikstoestemming (ABE) of gegevensbevestiging opgevolgd worden
– zie ook 'Aanhangkoppelingen (opt)'
• Aanhang- en steunlasten in acht nemen
– zie hoofdstuk6
'Aanhanglast / steunlast - aanhangerkoppelingen (opt)' op pagina 6-13
• Zitpositie aan de bestuurdersstoel instelle
n
– zie hoofdst.
Bestuurdersstoel op pagina 3-17
• Veiligheidsgordel omdoen
– zie hoofdst.
Veiligheidsgordel (Bekkengordel) op pagina 3-23
• Achteruitkijkspiegels instellen
Gevaar!
Om gevaar voor ongevallen te voorkomen moeten de achteruitkijkspiegels zo
worden ingesteld dat het zicht naar achteren (voertuigachterkant) altijd
gegarandeerd is!
Gevaar!
Gevaar van ongevallen. De trekhaak aan de achterkant van het voertuig
is niet toegestaan voor gebruik van een aanhanger en mag enkel voor
sleepdoeleinden (zonder steunlast) gebruikt worden.
Let op!
Om schade aan de rijaandrijving en/of motor door een te hoog toerental
te voorkomen, moet bij het bergaf rijden de remwerking van de rijaan-
drijving met de voetrem (intermitterende rem) worden ondersteund!
op pagina 1-13
met inachtneming van de voettekst,
op pagina 3-111
Bediening 3
3-39