3 Bediening
3.37 Werklamp
Bediening van de werklampen
P
afb. 75: Schakelaar werklamp
3-58
Wiellader met bestuurderscabine (serie)
1 werklamp linksachter
Extra optie rechtsvoor en linksvoor
Wiellader met beschermend dak (canopy) (optie)
1 werklamp linksachter
Indien meerdere werklampen gemonteerd zijn, worden ze gemeenschappelijk bediend
met de tuimelschakelaar 60
A
Werklampen vooraan en/of achteraan (optie)
AAN
B
UIT
n
60
Gevaar!
Gevaar van ongevallen. Om het verblinden van de verkeersdeelnemers op
openbare wegen te vermijden, moeten de werklampen uitgeschakeld worden.
Werklamp niet in het openbare wegverkeer inschakelen
Bij het werk alleen dan inschakelen, als er niemand wordt verblind
Tuimelschakelaar 60 in stand B
drukken
Tuimelschakelaar 60 in stand A
drukken
Controlelampje in de tuimelschakelaar
60 brandt
Controlelampje in de tuimelschakelaar
60 gaat uit
BA 348-01 * 2.0 * 34801b330.fm