Inhoudsopgave
Advertenties
3 Bediening
3-100
Lasten transporteren
• Bij transportritten, het hulpwerktuig steeds licht naar achteren naar het voertuig toe
inkiepen.
• Vervoer de last altijd in de buurt van de grond.
• Minstens 6 m (236,20 in.) afstand tussen laadinrichting/last en vrij hangende leidingen
houden!
• Gebruik laadinrichting en hulpwerktuigen nooit bij een hogere snelheid van het
voertuig.
• Verlaat het voertuig nooit wanneer de last omhoog is gebracht.
• Om een ontgrendeling van de stapelinrichting te vermijden, 3e stuurkring aan het
voertuig vastzetten
– zie hoofdst.
3-65 of
– zie hoofdst.
Bediening en zekering: 3e stuurkring elektrisch (optisch) op
pagina 3-67
• Op hellingen de last altijd aan de kant de berg houden. Eventueel achteruit op een
helling rijden, zodat ook bij het remmen de last niet valt en het voertuig niet naar voren
kan kiepen.
• Grote, moeilijk hanteerbare lasten eventueel achteruit transporteren om voor een beter
zicht te zorgen.
• Controleer het draagvermogen vooraleer u op bruggen, kelderplafonds, gewelven en
dergelijke rijdt.
• Vooraleer u door tunnels, poorten en dergelijke rijdt, de binnenwerkse afmetingen van
de constructie in acht nemen.
Lasten neerzetten
• Lasten mogen enkel op een geschikte ondergrond, die voldoende draagvermogen
heeft en stabiel is, neergezet worden
• Niet volgens de voorschriften gepakte of verschoven lasten, evenals ladingunits met
beschadigde pallets/stapelcontainers mogen niet gestapeld of op hoger gelegen
plaatsen neergezet worden.
• Lasten alleen daar neerzetten waar ze veilig kunnen staan en niet kunnen omkiepen,
vallen of wegglijden. Vooral in het bereik van openbare en niet openbare verkeersvlakken
neergezette lasten voldoende kenmerken.
• Draagvermogen controleren van de plaats waar u de last neerzet (bijv. bij laadvlakken
van vrachtwagens, opbergplaatsen in hoge stellingen enz.)
• Laadvlakken van vrachtwagens of aanhangers gelijkmatig beladen, assen gelijkmatig
belasten
• Lasten slechts tot aan de maximaal toegestane stapelhoogte op elkaar plaatsen
• Lasten niet te dicht bij bijv. taluds, randen van bouwputten e.d. neerzetten
• Lasten mogen niet op verkeers- en vluchtwegen, niet voor veiligheidsinrichtingen en
niet voor bedrijfsinrichtingen die altijd toegankelijk moeten zijn, neergezet worden
Bediening en zekering 3e stuurkring (serie) op pagina
BA 348-01 * 2.0 * 34801b340.fm
Advertenties
Inhoudsopgave
