Inhoudsopgave
Advertenties
3.60 Voertuig met kraan verladen
Veiligheidsvoorschriften voor de kraanverlading
BA 348-01 * 2.0 * 34801b340.fm
Om gevaar van ongevallen en verwondingen te vermijden, moeten bij het verladen van het
voertuig de volgende aanwijzingen in acht genomen worden!
• Gevarenzone en in een wijde boog er omheen afsluiten.
• Laadkraan en hefwerktuig moeten voldoende gedimensioneerd zijn.
• Rekening houden met het totale gewicht van het voertuig – zie pagina 6-9!
• Alleen gecontroleerde kabels, gordels, haken. Kettingsluiting (met schroef- of steekbouten
afsluitbare beugels) gebruiken voor het aanslaan!
• Laat het bevestigen van lasten en het instrueren van kraanbestuurders uitsluitend over
aan ervaren personen.
• De instructeur moet zich in het gezichtsveld van de kraanbestuurder bevinden of met
hem kunnen spreken.
• De kraanbestuurder dient alle bewegingen van de last en het lastopnamemiddel in acht
te nemen. Beveilig het voertuig tegen onbedoelde bewegingen.
• De kraanbestuurder mag een lastbeweging pas beginnen, nadat hij heeft vastgesteld,
dat de last veilig is aangeslagen en er zich geen personen in de gevarenzone
bevinden, of nadat hij een teken heeft gekregen van de seingever.
• Het aanslaan van de last mag niet worden uitgevoerd door het omslingeren met de
hijskabel of hijsketting.
• Bij het aanbrengen van de lastopnamemiddelen letten op lastverdeling (zwaartepunt)
• Het verladen van het voertuig is alleen toegestaan in combinatie met lege
standaardbak in de vervoerstand.
• Er mogen zich geen personen in of op het voertuig bevinden!
• Niet onder de hangende last staan.
• De veiligheidsinstructies in deze gebruikshandleiding op pagina
het 'Notitieboekje grondwerkmachines' van de beroepsvereniging voor grondwerken
dienen beslist in acht te worden genomen.
Bediening 3
2-6
en de instructies in
3-117
Advertenties
Inhoudsopgave
