Inhoudsopgave
Advertenties
3.13 Veiligheidsgordel (Bekkengordel)
Instructies voor de veiligheidsgordel
afb. 51: Aanwijzingsbord veiligheidsgordel
Veiligheidsgordel omdoen
A
B
0763b0007.eps
afb. 52: Veiligheidsgordel omdoen
BA 348-01 * 2.0 * 34801b330.fm
Gevaar!
Om gevaar van ongevallen en letsel te vermijden, moet bij het rijden en
werken met de wiellader de veiligheidsgordel (heupgordel) worden omgedaan!
Let bij het omdoen van de veiligheidsgordel op de volgende punten:
• Veiligheidsgordel bij het omdoen niet verdraaien!
• De gordel moet over het bekken – niet over de buik – lopen en altijd
strak zitten.
• Laat de gordel niet over harde, hoekige of breekbare voorwerpen
(gereedschap, meetstokken, brillen, pennen) in uw kleding lopen.
• Nooit meerdere personen in de gordel zetten.
• Regelmatig de toestand van de veiligheidsgordel controleren.
Beschadigde veiligheidsgordels onmiddellijk laten vervangen door een
vakgarage.
• Houd de gordel altijd schoon, omdat ernstige vervuiling de werking van
de gordel kan beïnvloeden.
• Sluiting van de gordel moet vrij zijn en mag geen vreemde voorwerpen
bevatten, aangezien anders de tong van de sluiting niet kan vastklikken!
Na een ongeluk is de veiligheidsriem opgerekt en daarom onbruikbaar.
Veiligheidsgordel door een erkende vakgarage laten vervangen!
Verankeringspunten en stoelbevestiging door een erkende vakgarage laten
controleren op verdere belastbaarheid!
Veiligheidsgordel 21 voor iedere rit als volgt omdoen:
Breng de riem aan de tong van de sluiting A langzaam en gelijkmatig over het bekken
naar de sluiting van de riem B
Steek de tong van de sluiting A in de sluiting van de riem B tot deze hoorbaar vastklikt
(controle door te trekken)
Span de veiligheidsgordel na door aan het uiteinde te trekken
21
De veiligheidsgordel moet altijd strak om het bekken liggen.
Bediening 3
3-23
Advertenties
Inhoudsopgave
