3 Bediening
Kraanverlading van het voertuig
afb. 158: Inlading per kraan met bestuurderscabine
3-118
Voor kraanverlading van het voertuig als volgt te werk gaan
• Standaardbak aanbouwen en stevig borgen –
– zie hoofdst.
Ombouwen naar standaardbak op pagina 3-73–
• Rijwerk neutrale stand zetten
– zie hoofdst.
Voertuig in gebruik nemen op pagina 3-51–
• Handrem aantrekken
– zie hoofdst.
• Motor uitzetten en contactsleutel lostrekken
• Cabine verlaten, portieren en motorkap sluiten
• Het voertuig aan de 4 aanslagpunten met gekeurde en voldoende grote
lastopnamemiddelen (touwen, gordels, haken, kettingsluitingen) bevestigen
• Met kraan voertuig voorzichtig optillen
Handrem op pagina 3-50
BA 348-01 * 2.0 * 34801b340.fm