13.1.4
Vergrendelingsknoppen
Met vergrendelingsknop 3 kunnen individuele functies op het supervisiepaneel worden uitgeschakeld.
Om functies uit te schakelen:
❖
Schakel het toetsenbord in door op de GO-knop te drukken.
❖
Druk op de betreffende vergrendelingsknop.
De betreffende LED knippert om de vergrendeling aan te geven.
OPMERKING: De individuele functies worden vergrendeld op het centrale bedieningspaneel, de
satellietbediening, de handset en de zijrailbediening. De voetbediening wordt afzonderlijk vergrendeld.
Om uitgeschakelde functies in te schakelen:
❖
Schakel het toetsenbord in door op de GO-knop te drukken.
❖
Druk op de betreffende vergrendelingsknop.
De betreffende LED gaat uit. De functie wordt ingeschakeld.
13.1.5
LED stroomvoorziening elektriciteitsnet
Status
Led brandt
Led uit
Led knippert
D9U001AM0-0107_09
Betekenis
Aangesloten op het elektriciteitsnet
Niet aangesloten op het elektriciteitsnet
Systeemstoring
55