U kunt beelden niet markeren voor afdrukken.
• Ontgrendel het wispreventienokje van de "Memory Stick Duo" (p. 104).
• Voer de bewerking nogmaals uit op het indexscherm (p. 64).
• U kunt maximaal 999 beelden markeren voor afdrukken.
• Films kunnen niet worden gemarkeerd voor afdrukken.
De bestandsnaam wordt niet correct weergegeven.
• Als de mapstructuur niet voldoet aan de algemene norm, wordt alleen de bestandsnaam
weergegeven.
• Het bestand is beschadigd.
• De bestandsindeling wordt niet ondersteund op de camcorder (p. 104).
De bestandsnaam knippert.
• Het bestand is beschadigd.
• De bestandsindeling wordt niet ondersteund op de camcorder (p. 104).
Opnemen
Zie ook "Het beeld aanpassen tijdens de opname (p. 86) en het gedeelte "Memory Stick Duo"
(p. 84) voor meer informatie.
De band wordt niet gestart als u op REC START/STOP drukt.
• Schuif de schakelaar POWER omlaag om het lampje CAMERA-TAPE in te schakelen
(p. 20).
• Het einde van de band is bereikt. Spoel de band terug of plaats een nieuwe band in de
camcorder.
• Zet het wispreventienokje op REC of plaats een nieuwe band in de camcorder (p. 103).
• De band blijft aan de koptrommel kleven vanwege gecondenseerd vocht. Verwijder de band
uit de camcorder en laat de camcorder ten minste 1 uur staan. Plaats de band vervolgens
weer in de camcorder (p. 109).
U kunt niet opnemen op de "Memory Stick Duo".
• Ontgrendel het wispreventienokje van de "Memory Stick Duo" (p. 104).
• De "Memory Stick Duo" is vol. Verwijder ongewenste beelden van de "Memory Stick Duo"
(p. 63).
• Formatteer de "Memory Stick Duo" met de camcorder of plaats een andere "Memory Stick
Duo" in de camcorder (p. 44).
• Als [BR.BLD.SEL.] is ingesteld op [16:9 BREED], kunnen er geen stilstaande beelden op
een "Memory Stick Duo" worden opgenomen tijdens het opnemen op een band.
85
Wordt vervolgd