Functies voor opnemen/afspelen
1
N
O P
2
3
4
Opnemen
De zoomfunctie gebruiken...........
Als u de motorzoomknop voorzichtig
draait, kunt u langzaam in- en uitzoomen op
het onderwerp. Draai de motorzoomknop
verder voor een snellere zoombeweging.
Grotere weergavehoek:
(groothoekopnamen)
Kleine weergavehoek: (tele-opnamen)
• De minimale afstand tussen de camcorder en
het onderwerp voor een goede scherpstelling
is ongeveer 1 cm voor groothoekopnamen en
ongeveer 80 cm voor tele-opnamen.
• U kunt [DIGITAL ZOOM] instellen als u meer
dan 10 keer wilt inzoomen (p. 42).
De belichting voor onderwerpen met
tegenlicht aanpassen ................
Als u de belichting voor onderwerpen
met tegenlicht wilt aanpassen, drukt u op
BACK LIGHT om weer te geven.
22
5
Druk nogmaals op BACK LIGHT om de
tegenlichtfunctie te annuleren.
Scherpstellen op een onderwerp dat
niet in het midden staat
(SPOTFOCUS) .........................
Zie [SPOTFOCUS] op pagina 40 voor
meer informatie.
De belichting voor het geselecteerde
onderwerp vastleggen
(Flexibele spotmeter) ................
Zie [SPOTMETER] op pagina 39 voor
meer informatie.
6
Opnemen in spiegelstand ...........
Open het LCD-scherm 90 graden ten
opzichte van de camcorder (
vervolgens 270 graden in de richting van
de lens (
• Er verschijnt een spiegelbeeld van het
onderwerp op het LCD-scherm, maar het beeld
wordt normaal opgenomen.
Een statief gebruiken.................
Bevestig het statief (optioneel; de schroef
mag niet langer dan 5,5 mm zijn) met een
schroef op het bevestigingspunt voor het
statief .
Afspelen
Beelden weergeven met bewegende
effecten (SLIDE SHOW PLUS).......
Zet de schakelaar POWER op PLAY/
EDIT en druk op de toets SLIDE SHOW
).
) en draai het