5. Gebruik de voorwielremmen. Ontkoppel de koppeling (trek de
koppelingshendel volledig naar het stuur toe).
6. De motorfiets kan elektrisch worden ingeschakeld door op de
motor aan/uit-schakelaar of de hoofdschakelaar te drukken.
Druk vervolgens met gesloten gashendel de motor aan
/uit-schakelaar in en laat hem los om de motor te starten. De
startmotor zal de krukas ronddraaien tot de motor start, maar
niet langer dan 3 seconden. Als de motor niet start, wacht dan
vijf seconden en probeer het opnieuw.
7. Als u een KOELE motor start, draai de gashendel dan NIET
OPEN tijdens het starten. Het stationair toerental wordt
computergestuurd en het stationair toerental wordt automatisch
aangepast afhankelijk van de motortemperatuur en de
luchttemperatuur. Laat de motor na het starten minimaal één
minuut warmdraaien bij een laag toerental. Laat de motor niet
sneller draaien dan 2500 omw/min. Als u een WARME motor
start, draai de gashendel dan NIET OPEN tijdens het starten.
8. Als het motorindicatielampje of de indicator voor lage oliedruk
(of het display) blijft branden nadat de motor is gestart, stop de
motor dan onmiddellijk. Raadpleeg de informatie over de lage
oliedrukindicator/display op pagina 42.
Als u een motor met een ontstekingsfout of een cilinder waarin
geen ontsteking plaatsvindt laat draaien, kan de katalysator
oververhit raken, wat kan resulteren in beschadiging van de
katalysator en verlies van de emissiebeperking. De motorfiets
NIET GEBRUIKEN indien er een ontstekingsfout of een cilinder
waarin geen ontsteking plaatsvindt aanwezig is. Zie pagina 61.
9. Laat het gashendel dicht en laat de motor stationair draaien.
Het stationaire toerental zal geleidelijk dalen naarmate de
motor opwarmt tot de bedrijfstemperatuur.
Laat de motor niet op toeren komen en zet de versnellingsbak
niet in de versnelling onmiddellijk nadat u de motor hebt gestart.
Laat de motor stationair draaien gedurende ongeveer 30
seconden na een warme start of minstens één minuut na een
koude start (langer bij koud weer). Zo kan de olie alle plekken
bereiken voordat de motor wordt belast.
BEDIENING
VOORZICHTIG
LET OP
95