B B I I J J V V U U L L L L E E N N K K O O E E L L V V L L O O E E I I S S T T O O F F
Ga als volgt te werk om koelvloeistof toe te voegen:
1. Verwijder het zadel en het rubberen deksel. Zie pagina 159.
2. Verwijder de dop van de overloopfles
te voegen. Voeg koelvloeistof toe tot het peil binnen de
gemarkeerde waarden ligt.
De rubberen slang en de gevormde nylon leiding kunnen
aangesloten blijven terwijl u deze procedure uitvoert.
e
om koelvloeistof toe
LET OP
BELANGRIJK
Vul de fles koelvloeistof niet tot de rand. Er moet 0,3 liter lucht in
de fles blijven om rekening te houden met de thermische
uitzetting. Doet u dit niet, dan kan de koelvloeistof overlopen.
R R E E I I N N I I G G E E N N A A C C H H T T E E R R S S T T E E A A A A N N D D R R I I J J F F R R I I E E M M
Meet de riemspanning niet wanneer de aandrijfriem of het
aandrijfsysteem nat of warm is. Onjuiste afstelling zal het gevolg
Het reinigen van de aandrijfriem verlengt de levensduur van de
riem en de tandriemschijf en beperkt het geluid van de
aandrijflijn tot een minimum. Reinig de riem bij elke
bandenwissel. Reinig de riem vaker als u in omgevingen met veel
vuil, stof of gruis rijdt.
1. Meng een paar druppels zacht afwasmiddel met een kopje
warm water.
2. Gebruik een zachte nylon borstel om de riem- en
tandwieltanden met het zeepwater te reinigen. Reinig goed in
de hoeken waar straatvuil en stof van de band zich kunnen
ophopen.
3. Spoel de riem af met schoon water en droog hem daarna goed
af.
ONDERHOUD
LET OP
zijn.
131