INSTRUMENTEN, FUNCTIES EN BEDIENINGSELEMENTEN
K K O O P P L L A A M M P P E E N N
De koplampen gaan automatisch branden wanneer de motor wordt
gestart.
WAARSCHUWING
Motorrijders moeten te allen tijde zo goed mogelijk zichtbaar
blijven. Om hierbij te helpen, moet de koplamp te allen tijde
branden. Breng geen wijzigingen aan in de bedrading van de
ontsteking en de koplamp om de automatische koplampfunctie te
De koplampen werken alleen als de motor loopt. U kunt de
schakelaar voor grootlicht/dimlicht van de koplamp gebruiken om
deze functie te cancelen en de koplampen te laten branden
wanneer de motor niet loopt. Zet de hoofdschakelaar aan en
schakel vervolgens de schakelaar voor grootlicht/dimlicht in om
de koplampen in te schakelen.
62
omzeilen.
G G A A S S H H E E N N D D E E L L G G R R E E E E P P
De gashendelgreep bevindt zich op de rechter stuurstang.
Gebruik de gashendelgreep om het motortoerental te regelen.
Terwijl u in de juiste rijpositie zit:
• Rol de handgreep naar achteren
(motortoerental en -vermogen verhogen).
• Rol de handgreep naar voren
draaien (motortoerental en -vermogen verlagen), en de
cruisecontrol te annuleren.
De handgreep is veerbelast. Wanneer u de greep loslaat, keert de
gashendel terug naar de stationaire stand.
q
om het gashendel te openen
w
om het gashendel dicht te