INSPECTIES VÓÓR HET RIJDEN
ITEM
Zijstandaard
Controleer de soepele werking, inspecteer de
scharnierbout en de veer.
Bevestigings-
Inspecteer op losse, beschadigde of ontbrekende
middelen
bevestigingsmiddelen.
Spiegels
Stel in voor goed zicht naar achteren.
Kofferbak/
Controleer, indien aanwezig, of de kofferbak en de
zadeltassen
zadeltassen correct zijn geïnstalleerd en of de deksels
goed zijn gesloten.
82
INSPECTIEPROCEDURE
M M O O T T O O R R O O L L I I E E P P E E I I L L
Met het semi-droge carter-smeersysteem zal het motoroliepeil op
de peilstok schommelen, afhankelijk van de stand van de
motorfiets en de motortemperatuur bij controle. Om een juiste
aflezing van het motoroliepeil te garanderen, dient u alle
inspectieprocedures nauwkeurig te volgen.
WAARSCHUWING
Gebruik van de motor met onvoldoende, verslechterde of
vervuilde motorolie leidt tot versnelde slijtage en kan leiden tot
vastlopen van de motor of de versnellingsbak, wat tot verlies van
controle kan leiden en ernstig letsel of de dood tot gevolg zou
kunnen hebben. Controleer het oliepeil regelmatig.
Controleer altijd de olie na een koude motor 30 seconden
stationair te hebben laten draaien. De olievul/peilstok bevindt zich
aan de linkerkant van de motorfiets. Gebruik altijd de aanbevolen
olie. Zie pagina 192.
1. Zet de motorfiets op een vlakke ondergrond, in volledig
rechtopstaande en gecentreerde positie.
2. Start de motor (vanuit koude toestand) en laat hem 30
seconden stationair draaien. Stop de motor.